Quoridor Pockets

Spelbeschrijving

Probeer als eerste jouw pion aan de overzijde van het speelbord te krijgen. Stap voor stap, diegene die er eerst in slaagt wint het spel. Simpel? Dat dacht je maar, je tegenstander(s) hebben hetzelfde doel én kunnen je serieus dwarszitten door hekjes op het bord te plaatsen. Soms zal je moeten rondlopen, andere keren hebben ze bijna een doolhof voor jou gevormd. Of heb jij je tegenstander in de maling genomen en is hij diegene die moet rondlopen?

Als je aan de beurt bent heb je twee mogelijkheden: je verplaatst je pion of je zet een hek als obstakel voor je tegenstander(s). Bij het verplaatsen van je pion mag je steeds één stap vooruit, achteruit, naar links of naar rechts. Het spreekt voor zich dat je daarbij niet over de hekjes kan lopen! Over je tegenstanders kan je dan wel weer springen, als je pion tegen een pion van je tegenstander staat kan je achter of naast die pion verder gaan. Bij het plaatsen van de hekjes is maar één spelregel: je mag de doorgang voor je tegenstander(s) niet helemaal afsluiten. Je kan je tegenspelers wel verplichten om omwegen te maken, zolang je dus niets afsluit. Van zodra één speler de tegenoverliggende eindlijn heeft bereikt eindigt het spel onmiddellijk, deze speler wint het spel.

Onze mening

Ook bij Quoridor Pocket zijn we erg enthousiast over het materiaal, alweer een leuke reisversie die je eenvoudig overal mee naartoe kan nemen zonder schrik te hebben dat je pionnen of hekjes zal verliezen. Bovendien ziet het er nog mooi en kwalitatief uit ook! Het spel zelf kon ons echter niet overtuigen, dat heeft voornamelijk te maken met de ‘pestfactor’ in dit abstracte spelletje. Het is wel strategisch, vooral als je het enkele keren gespeeld hebt. Je kan je tegenstanders verplichten om – soms onverwacht – serieuze omwegen te maken, tot vervelens toe. Niet dat we hiermee willen zeggen dat het geen goed spel is, want er zullen zeker liefhebbers zijn van dit soort abstracte, tactische spellen, maar wij zijn over het algemeen niet voor spellen waarbij je de tegenstander voornamelijk probeert dwars te zitten, ook al zijn we liefhebbers van abstracte spellen.

Conclusie: Abstract en compact voor spelers die mekaar wel eens willen dwarszitten.

Quoridor

Met dank aan Gigamic!

Met dank aan Gigamic!

Quoridor Pocket

Auteur: Mirko Marchesi
Uitgever: Gigamic
Aantal spelers: 2 of 4
Tijdsduur: ± 15 min.
Vanaf 8 jaar

Quarto Pocket

Spelbeschrijving

Vier op een rij voor gevorderden, slaag jij er in om vier stukken met éénzelfde eigenschap op rij te plaatsen? Dan is de kans groot dat je met de overwinning naar huis gaat. Één klein detail: je kiest niet zelf welke stukken je op het bord plaatst, dat zal je tegenstander wel voor jou kiezen!

Als je aan de beurt bent neem je één van de 16 speelstukken en geef je deze aan je tegenspeler, die mag het stuk vervolgens op een plaats naar keuze op het speelbord zetten. Vervolgens kiest deze speler een speelstuk voor jou, … Zo gaat het spel verder. Je hebt geen eigen spelerskleur, je mag dus zowel de rode als de witte stukken doorgeven. Bovendien maakt het ook niet uit wie de stukken op het bord zet, als jij maar diegene bent die het vierde stuk van de rij plaatst. Je kan vier op een rij maken door vier rode of vier witte stukken naast elkaar te plaatsen (verticaal, horizontaal of diagonaal), maar ook door vier stukken die vierkant, rond, klein, hoog of hol zijn! Er zijn dus heel wat zaken waar je aandachtig moet voor zijn.

Roep ‘QUARTO’ van zodra je vier op een rij gevormd hebt en je wint het spel meteen. Heeft je tegenstander – dankzij het door jou gekozen speelstuk – een rij gevormd zonder dat hij/zij het gezien heeft? Dan heb je geluk: op het moment dat de speler jou een nieuw speelstuk geeft kan jij meteen QUARTO roepen en win je het spel. Als niemand de gevormde rij heeft gezien gaat de waarde van de rij verloren en spelen jullie gewoon verder tot er wél een winnaar bekend is.

Onze mening

De pocket-versie van dit abstracte spel ziet er alvast erg leuk uit: een stevig doosje dat je gemakkelijk mee op reis kan nemen zonder dat je schrik moet hebben dat je speelstukken verliest onderweg. Pas als je het speelbord open klikt kan je de twee schuifjes met speelstukken er uitschuiven. Alle speelstukken worden bovendien steeds vastgeklikt op het speelbord, ideaal om op de trein te spelen! Het spel zelf is uiteraard zeer abstract, maar best leuk. Enerzijds heb je de verschillende elementen, er zijn zoveel zaken waar je op wilt letten: de kleur, de vorm, de grootte, … Voor je het goed beseft staat er vier op een rij op het speelbord! Anderzijds heb je het feit dat jij de speelstukken kiest voor je tegenstander, let goed op dat je de overwinning niet weggeeft. En als je dat dan toch doet? Dan maar hopen dat je tegenspeler het niet gezien heeft zodat jij met de pluimen kan gaan lopen. Voor ons is dit een ideaal reisspel, leuk genoeg om te spelen als je onderweg bent, je kan het gerust enkele keren na elkaar spelen want je wordt er steeds beter in. Thuis zal het wellicht niet vaak op tafel komen, daarvoor springt het er niet genoeg uit tegenover het goede aanbod, ook al spelen wij best wel graag abstracte spellen.

Conclusie: Deze vier op een rij voor gevorderden is leuk om mee te nemen op reis.

Quarto

Met dank aan Gigamic!

Met dank aan Gigamic!


Quarto Pocket

Auteur: Blaise Muller
Uitgever: Gigamic
Aantal spelers: 2
Tijdsduur: ± 15 min.
Vanaf 8 jaar

Roborama

Spelbeschrijving

In Roborama heb je maar één doel: je vier robots zo snel mogelijk in je finishvelden krijgen. Om dat als eerste voor elkaar te krijgen zal je echter strategisch te werk moeten gaan, gebruik je robotkaarten om één van je robots te verplaatsen en zorg ervoor dat je die gebruikte robotkaart zo snel mogelijk weer activeert of je kan er niets meer mee doen! Blokkeer de routes van je tegenstander en gebruik de grote Chaosbot om je daarbij te helpen. Het spel bevat drie verschillende niveau’s, genaamd ‘het basissprogramma’, ‘TerraByte’ en ‘YottaByte’.

Aan het begin van het spel plaatsen alle spelers hun vier robots diagonaal rechtover hun eigen finishveld, jouw startlocatie is dus het finishveld van een tegenstander. Je ontvangt vijf robotkaarten met een getalwaarde en één chipkaart. Als je aan de beurt bent gebruik je één van deze vijf kaarten. Een robotkaarten met een getal laat je toe één van je robots exact dat aantal (1 – 5) stappen te verplaatsen in een rechte lijn. Je kan daarbij je eigen robots passeren, maar niet die van je tegenstanders. Het vak waar je eindigt moet bovendien leeg zijn want er kan maar één robot per vak staan. De gebruikte robotkaart schuif je nu naar boven, naar de zogenaamde ‘inactieve’ rij. Deze robotkaart kan je niet meer gebruiken vooraleer je deze weer activeert. Dat activeren kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld door je chipkaart te gebruiken. Je verplaatst deze beurt dan géén robot maar je heractiveert een kaart in je inactieve rij. Je kan echter niet zomaar kiezen wélke kaart, je kan enkel kiezen uit die waarden waarop je vier robots momenteel op het spelbord staan. Een snellere manier van heractiveren is meteen na de verplaatsing: als het getal waarop je robot eindigt één van de kaarten in je actieve rij is mag je die meteen naar beneden schuiven, maar je mag op deze manier niet meteen de kaart heractiveren die je voor deze actie hebt gebruikt. Je mag je de finishvelden van andere kleuren niet betreden, ook wanneer je je startpositie hebt verlaten mag je niet meer terugkeren: dat is namelijk een finishveld voor een andere speler! Van zodra een tegenspeler één robot in jouw startveld (zijn finishveld) heeft geplaatst ben je verplicht om al je robots uit je startveld te verplaatsen gedurende je volgende speelbeurten, als je dat niet kan ben je helaas verloren. Op deze manier gaat het basisprogramma verder tot wanneer één speler er in geslaagd is al zijn robots in zijn finishvelden te krijgen. Deze speler wint het spel meteen.

In het tweede programma, TerraByte wordt de achterkant van de robotkaarten gebruikt. Het spel verloopt op exact dezelfde manier, maar nu kunnen al deze robotkaarten éénmalig worden gebruikt voor een speciale actie. Deze actie verschilt van kaart tot kaart, zo kan je de eerste kaart bijvoorbeeld gebruiken om een stap diagonaal te gaan of de tweede om een robot van een andere kleur te passeren. Met andere robotkaarten kan je dan weer halverwege je beweging veranderen van richting of het aantal stappen verdelen onder twee robots. Van zodra je deze actie gebruikt hebt draai je de robotkaart terug naar de voorzijde, de kaart fungeert nu zoals in het basisprogramma. In YottaByte wordt de Chaosbot geïntroduceerd, een grote, machtige robot die het je tegenstanders heel wat lastiger kan maken. Je krijgt aan het begin een aantal kaarten waarmee je deze Chaosbot kan gebruiken, deze kaarten kan je telkens inzetten na je beurt, op voorwaarde dat je niet de speciale actie van een robotkaart hebt gebruikt. Afhankelijk van de gespeelde kaart kan je Chaosbot verplaatsen of laten springen, als hij na een sprong eindigt op een robot dan wordt deze een vak opzij geschoven en neergelegd. Deze robot kan de eigenaar in zijn volgende beurt niet gebruiken, ook niet om (via de chipkaart) een inactieve robotkaart te heractiveren. Na de volgende beurt van de eigenaar wordt deze robot terug recht gezet. Ook door het gebruik van een laserstraal kan je een robot (van een tegenstander) laten neerleggen. Met andere Chaos-bot kaarten kan je andere robots vooruit duwen of zelfs een robot van je tegenstander verplaatsen.

Onze mening

De spelregels zijn snel gelezen en uitgelegd, je kan dus al heel snel aan het basisprogramma beginnen. Tijdens het spel zul je al snel merken dat het niet zo eenvoudig is als het lijkt, de spelregels zijn dan wel simpel, maar het is alles behalve simpel om het spel ook te winnen! Vaak komt het op één beurt aan en is het spannend tot het einde wie als eerste zijn vier robots in hun finishvelden kan brengen. Het basisprogramma is een leuk familiespel, eenvoudige spelregels en toch voldoende uitdaging. Als iedereen het onder de knie heeft vormt de ‘TerraByte’-versie een extra uitdaging, de nieuwe mogelijkheden maken het spel alleen maar interessanter. Je kan nu ‘af en toe’ eens een speciale actie doen dat je tegenstanders niet hadden zien aankomen, maar je moet goed overwegen wanneer je die actie uitvoert… dat kan namelijk slechts één keer tijdens het spel! Het derde programma is voor ons geen stapje hoger, integendeel, het voegt naar onze mening heel wat willekeur toe aan het spel. De acties met de Chaosbot zijn dan wel leuk, maar met de 3, 4 of 6 kaarten die je op hand krijgt bestaat de kans dat je er maar weinig mee kan doen. Misschien heb je enkel kaarten om de Chaosbot te bewegen, dan kan je Chaosbot nog wel als blokkage gebruiken voor je tegenstanders, maar als je enkel kaarten hebt om aan te vallen (laserstraal, het vooruitduwen van andere robots) of om Chaosbot zelf een ronde inactief te verklaren moet je hopen dat iemand anders zijn robot (of Chaosbot) mooi klaar zet zodat jij de actie kan uitvoeren. Die Chaosbot ziet er dan wel erg mooi uit, maar op deze manier mag deze voor ons gerust achterwege blijven, er komt meer tactiek bij kijken zonder deze bot. Het spel voorziet wel een variant waarbij je voordien bepaald met welke set kaarten er gespeeld wordt, iedereen krijgt dan diezelfde set. Dat maakt het al heel anders omdat je nu ook weet welke kaarten je tegenspelers (nog) op hand hebben, helaas kan deze variant enkel met 2 of 3 spelers. Voor ons is Roborama een ideaal familiespel, ook met veelspelers kan dit tactisch maar vrij abstracte spel wel eens op tafel komen.

Het materiaal en de illustraties ziet er net als bij de vorige spellen van Playthisone weer super uit, de robotjes zijn leuk en al het materiaal is mooi afgewerkt, met de Chaosbot als uitblinker. Het aantal spelers heeft wel invloed op het spel, maar niet in die mate dat het (minder) leuk is met een bepaald aantal. Met twee spelers staan er uiteraard minder robots op het bord die in je weg kunnen staan, wij hadden er geen problemen mee, maar voor de spelers die dit een nadeel vinden is er alvast een variant voorzien waarbij de ongebruikte kleuren ook op het bord komen. Met drie spelers heeft één speler het geluk dat niemand hem kan verplichten sneller te vertrekken vanuit zijn startvelden aangezien die kleur voor niemand een finishveld is. Maar we hebben niet de indruk dat dat de kans op overwinning voor die speler groter maakt. Roborama is een leuk spel, maar voor ons geen spel dat we heel wat keren na elkaar zouden spelen. Het is leuk om af en toe eens op tafel te leggen.

Conclusie: Roborama is een ideaal familiespel en heeft met drie programma’s voor ieders wat wils.

RoboRama

Met dank aan PLAYthisONE!

Met dank aan PLAYthisONE!

Roborama

Auteurs: D. Kirps, G. Pierson & P. Zuidhof
Uitgever: Playthisone
Aantal spelers: 2 – 4
Tijdsduur: ± 45 min.
Vanaf 8 jaar

Träxx

Spelbeschrijving

3D_Abb_TRX_WGG_webNa het populaire Qwixx komen dezelfde auteur en uitgever met een nieuwe filler, samen met coauteur Reinhard Staupe ontwikkelden ze Träxx. Van de naam alleen al kan je afleiden dat het van dezelfde makers komt, alweer een vijfletterwoord dat eindigt op -xx. De spelregels zijn alvast even simpel, maar de dobbelstenen hebben ze achterwege gelaten. Benieuwd?

Elke speler krijgt – net als in de deluxe uitgave van Qwixx – een eigen spelersbordje en een stift. Alle bordjes zijn dezelfde, maar de stip (= startpositie) is voor iedereen verschillend, iedereen zal dus op een andere manier aan het spel beginnen! De spelers zullen doorheen de verschillende ronden een lange lijn tekenen op dit bord: elke keer wanneer er een kaart wordt open gedraaid zijn er maximum 5 gekleurde vakjes waarover je lijn getekend mag worden. Je mag tijdens je beurt echter maar langs één uiteinde van je lijn verdergaan en het is verboden om je lijn te splitsen. Elke ronde wordt er één kaart opengedraaid en mogen alle spelers gelijktijdig verder tekenen aan één van de twee uitersten van hun lijn. Als je daarbij getallen aankruist moet je dit – nadat iedereen klaar is met tekenen – luidop zeggen: jij krijgt de volledige punten (2 – 10), de spelers die datzelfde getal pas in een volgende ronde aanduiden krijgen slechts de helft van de punten. Als meerdere spelers hetzelfde getal in dezelfde ronde hebben aangeduid krijgen ze allemaal de volledige punten. Nadat alle 15 kaarten omgedraaid zijn eindigt het spel en volgt de puntentelling. Alle spelers tellen de punten op van alle getallen die ze tijdens het spel hebben aangeduid, vervolgens krijgen ze 1 minpunt voor elk vakje dat ze niet hebben kunnen aanduiden! Wie daarna nog de meeste punten heeft wint het spel.

Onze mening

Na onze eerste speelsessie waren we meteen verkocht: abstract, wat logisch denken, een portie geluk en vooral veel plezier… dat zijn de ingrediënten voor een leuk spelletje Träxx. Ondanks dat het spelverloop heel anders is dan dat van Qwixx ga je ze toch met elkaar vergelijken. Net als Qwixx is dit weer een heel verslavende filler die wij erg vaak op tafel zullen leggen. Ook bij Träxx heb je geen moment om stil te zitten, iedereen is tegelijkertijd aan beurt en het wordt geen seconde saai. Het is soms wel verwarrend wanneer een speler enthousiast roept “Ik heb de 10!”, terwijl anderen nog aan het denken waren en dan misschien toch ook nog langs die 10 willen om toch maar die volle punten mee te sprokkelen. In de spelregels staat dan ook de tip om pas aan het einde van je beurt te zeggen welke getallen je hebt bereikt, maar het enthousiasme beslist daar soms toch anders over. Niet echt een minpunt, maar toch iets wat je misschien aan het begin van het spel kan afspreken. Het feit dat Träxx vrij abstract is maakt dat niet iedereen even enthousiast is zoals bij Qwixx, je zit heel de tijd te zoeken naar de beste weg: grote getallen en vooral zo weinig mogelijk open velden aan het einde. Een zoektocht dat niet iedereen even leuk vindt maar waar wij maar niet genoeg van krijgen. Aangezien het startpunt op elke bordje op een andere plaats staat en de kaarten altijd in een andere volgorde komen is het spelverloop altijd anders, je lijn zal er nooit twee keer hetzelfde uit zien. Anderzijds probeer je in het begin wel richting de grootste getallen te gaan, je wilt liefst de volledige 10 punten, en als het even kan ook de 9 en de 8. Na een aantal speelsessies begin je dus wel te merken dat je steeds dezelfde richting op wilt, maar het lot van de kaarten beslist er toch anders over. De herspeelbaarheid is dus groot en het verslavende element doet ook goed zijn werk: op vrij korte tijd kwam het spel hier al meer dan 10 keer op de speltafel. Of die herspeelbaarheid zal blijven en hoe het bordje er uit zal zien na x-aantal speelsessies is uiteraard nog de vraag, maar de kans is vrij groot dat je deze ooit ziet terugkeren in onze reeks Tafelporselein.

Conclusie: Träxx is een waardige opvolger van Qwixx, een super filler!

Met dank aan Nürnberger Spielkarten Verlag

Met dank aan Nürnberger Spielkarten Verlag

TräxxTräxx

Auteur: Steffen Benndorf & Reinhard Staupe
Uitgever: Nürnberger Spieleverlag/White Goblin Games
Aantal spelers: 1 – 4
Tijdsduur: ± 15 min.

Vanaf 8 jaar

Dicke Dämonen

Spelbeschrijving

damonenKlaar om de wereld te veroveren als tovenaar? Begin dan alvast met dit spelletje, je zal snel ondervinden dat de wereld kleiner is dan je dacht en de magische wereld slechts bestaat uit enkele magische lijnen en velden. Er zijn vier grenzen, één voor elk van de vier oerelementen: aarde, vuur, water en lucht. De locaties waar deze lijnen elkaar kruisen zijn de meest invloedrijke punten op aarde, dat zijn de plaatsen waar jij je geesten zal moeten oproepen!

Het speelbord van Dicke Dämonen is variabel en wordt aan het begin van het spel bepaald door de vier touwen die de vier elementen voorstellen, de touwen worden zo op tafel gelegd dat elke lijn 2 of 3 andere lijnen kruist. Vervolgens nemen alle spelers 5 figuren uit de zak zonder deze aan hun medespelers te tonen. Als je aan beurt bent moet je één van deze figuren in het speelbord zetten. De geesten (beschikbaar in de kleuren rood, blauw, geel en groen) kunnen geplaatst worden in de hoeken waar twee lijnen elkaar kruisen, één van die lijnen moet de kleur van je figuur zijn. De plaatsingsregels voor de witte figuren, de zogenaamde demonen zijn iets anders: deze worden in het midden van een veld geplaatst en zorgen er vervolgens voor dat er in dat veld géén andere geesten/demonen meer geplaatst mogen worden. Daarna neem je een figuur uit de zak om je voorraad aan te vullen tot vijf. Op een gegeven moment kan je beslissen om naast het plaatsen van een figuur ook een kleur te bepalen, dat wordt dan de kleur waar jij aan het einde punten mee wil scoren. Daarvoor plaats je deze figuur voor je neer zodat iedereen duidelijk kan zien welke kleur jij gekozen hebt. Vanaf dan heb je echter geen keuze meer in je volgende beurten: je moet op dat moment namelijk al je figuren in de zak doen en je kan in je volgende beurt enkel die pion plaatsen die je op hand hebt… zo geef je je tegenstanders misschien wel ongewild punten! Het spel eindigt als de actieve speler geen figuur in het spel kan plaatsen, daarna volgt de puntentelling.

In elk veld wordt er gecontroleerd welke kleur de meerderheid heeft, bij een gelijke stand krijgen beide kleuren de punten. De waarde van dat veld wordt bepaald door het aantal hoeken en/of knopen, elk daarvan is één punt waard. Uiteraard is het ook mogelijk dat iemand de kleur wit heeft gekozen, deze puntentelling loopt op een iets andere manier: elke witte figuur op het veld is één punt waard. De speler met de meeste punten wint het spel.

Onze mening

Een klein doosje waar het materiaal nipt in past, maar niet meteen de indruk geeft dat je er veel van moet verwachten. Dat het iets heel abstract zou zijn dat was meteen duidelijk, maar na een eerste speelsessie ontdekten we dat het best wel tactisch en leuk kon zijn! Er zit dus meer in dan we aanvankelijk hadden verwacht: je plaatst figuren en je probeert meerderheden te behalen, maar je weet aan het begin nog niet in wélke kleur dat je die meerderheden juist wilt! Het is soms nadelig om al vroeg in het spel een kleur te bepalen, vanaf dan heb je minder in de hand omdat je slechts één figuur op hand hebt. Als je te lang wacht om een kleur te bepalen zijn je tegenstanders misschien al met de meest waardevolle kleuren gaan lopen of eindigt het spel misschien sneller als je tegenspelers geen figuur meer kunnen plaatsen, dat wil je uiteraard voorkomen. Eens je weet wie voor welke kleur gekozen heeft barst de strijd helemaal los, je begint te tellen en te redeneren hoe je kunt voorkomen dat je tegenstanders het spel zomaar winnen. Dankzij de touwen kan je steeds zien waar welke pionnen kunnen geplaatst worden, de witte demonen zijn dan weer erg interessant om te voorkomen dat er nog iets aan de huidige situatie veranderd! Wij vonden het best leuk om dit spel te kunnen spelen, al weten we dat we dat niet bij al onze medespelers op tafel moeten leggen: dit soort abstracte spelletjes valt gewoon niet bij iedereen in de smaak. Het is jammer dat er geen zichtschermen bij horen want het is niet eenvoudig om die 5 figuren op hand te houden zonder dat je medespelers de kleuren kunnen zien. De herspeelbaarheid is niet zo erg groot, je kan de touwen natuurlijk altijd anders leggen waardoor het spel steeds dat tikkeltje anders is, maar het is geen spel dat je gaat blijven spelen. Met twee spelers heb je iets meer in de hand dan met 3 of 4 spelers, maar al bij al heeft het spelersaantal niet zoveel invloed op het verloop van het spel.

Conclusie: Dicke Dämonen was een leuke, abstracte verrassing.

Dicke Dämonen

Met dank aan Edition Erlkönig!

Met dank aan Edition Erlkönig!

Dicke Dämonen

Auteur: Heinrich Glumpler
Uitgever: Edition Erlkönig
Aantal spelers: 1 – 4
Tijdsduur: ± 20 min.
Vanaf 10 jaar

Castle Crush!

Spelbeschrijving

castlecrushCastle Crush kan je op drie verschillende manieren spelen, in de spelregels staat een standaard, een snelle en een bouwvariant. Wij bespreken hier voornamelijk de standaard variant. Dit is de langste variant, voorzien voor 2 tot 4 spelers waarin de spelers waardevolle kastelen zullen bouwen en die van hun tegenstanders willen afbreken.

De standaard variant bestaat uit drie verschillende ronden, in elk ronde heb je een bouwfase, twee aanvalsfasen en een slotfase. De naam zegt het al, in de bouwfase moeten alle spelers de blokken die ze hebben (in het begin hebben alle spelers 5 verschillende blokken) gebruiken om een kasteel te bouwen op hun fundering. Het aantal ramen/deuren op een blok bepaalt hoeveel punten die oplevert als de blok rechtstreeks op de fundering staat, als die blok op minstens één andere blok staat worden die punten verdubbeld, als de blok op twee andere blokken staat worden de punten zelf verdrievoudigd. Naast de blokken moeten alle spelers ook hun twee figuren veilig plaatsen: de koning moet op een andere blok staan/liggen, de generaal moet op de fundering staan. Iedereen telt zijn totaalscore op en duidt deze aan op het scorebord, de speler met de laagste punten mag de aanvalsfase beginnen. In het midden tussen alle kastelen staat een basis van waar de spelers de houten hamer mogen laten vallen, en liefst zo dat die op één van de kastelen van je tegenstanders valt! Elke blok dat hierdoor van de fundering valt levert je even veel punten op als er ramen/deuren op staan. Als de generaal valt krijg je 5 punten, de koning levert zelfs 7 punten op. Nadat alle spelers één aanvalsfase achter de rug hebben volgt er een tweede aanvalsfase. In de slotfase kan je nog punten verdienen op voorwaarde dat jouw generaal en/of koning NIET van je fundering gevallen zijn, ook hier zijn de figuren respectievelijk 5 of 7 punten waard.

Alle blokken die tijdens de vorige ronde van de funderingen gevallen zijn komen in de algemene voorraad, aan het begin van de tweede en derde ronde kunnen alle spelers hier 3 blokken uit kiezen. Na drie ronden eindigt het spel, de speler met de meeste punten is de winnaar. In de snelle variant spelen 2 of 3 spelers tot ze een vooraf bepaald puntenaantal hebben bereikt, de bouwvariant is voor één speler die probeert een zo groot mogelijk kasteel te bouwen.

Onze mening

We begonnen met heel wat twijfels aan onze eerste speelsessie. Die eerste sessie verbaasde ons echter: er zit best wel wat in! Enerzijds wil je veel punten scoren tijdens de bouwfase, maar een kasteel dat veel punten oplevert is niet altijd hetzelfde als een stabiel kasteel… Je wilt voorkomen dat je tegenstanders je generaal en/of koning omgooien, want samen zijn ze je nog 12 punten waard! Sommige gaan toch voor veel punten tijdens de bouwfase, anderen kiezen voor een stevig kasteel. De aanvalsfase is gewoon leuk en zorgt elke speelsessie opnieuw voor veel plezier. Het is een spel dat met kinderen kan gespeeld worden, maar ook wij vonden het wel eens een leuke filler. Ideaal om een spelavond af te sluiten of te beginnen! De herspeelbaarheid is zeker niet oneindig. Er zijn wel verschillende mogelijkheden om te bouwen en je kan verschillende dingen uitproberen, maar na een aantal speelsessies heb je toch de neiging om steeds op dezelfde manier te werk te gaan. Het aantal spelers maakt weinig verschil, wij vonden het zowel met 2 als met 3 spelers leuk. De set blokken voorzien voor de afwezige spelers blijven dan gewoon in de doos. De snelle variant hebben we niet gespeeld omdat we daar geen behoefte aan hadden, wij vonden de standaardmodus niet te lang. Al het materiaal zit veilig opgeborgen in de doos, de makers hebben de ‘kleine’ doos optimaal benut om alles er mooi in te krijgen.

Conclusie: Castle Crush is leuker dan verwacht.

pic2003347_md

Met dank aan Soso studio!

Met dank aan Soso studio!

Castle Crush!

Auteur: Tsai Huei-Chiang
Uitgever: Soso Studio
Aantal spelers: 1 – 4
Tijdsduur: ± 15 min.
Vanaf 8 jaar

Rolit

Spelbeschrijving

Een speelbord vol met gekleurde ballen, en dan liefst in jouw kleur… zo eindigt deze bekende klassieker ‘Rolit’. Aan het begin van het spel is het bord echter nog leeg en vind je 4 ballen met elk een verschillende kleur. Klaar voor de start?

Als je aan de beurt bent plaats je een nieuw balletje op het bord, één spelregel: dat balletje moet grenzen aan een andere bal op het spelbord. Je legt die bal uiteraard met jouw spelerskleur naar boven, vervolgens probeer je zoveel mogelijk andere ballen op het bord te veroveren. Dat doe je door alle ballen tussen je zonet geplaatste bal en een andere bal in jouw kleur naar jouw kleur te veranderen, en dat in alle richtingen: horizontaal, verticaal én diagonaal! Meer is het niet, daarna is de beurt al aan de volgende speler.

Het spel eindigt van zodra het speelbord vol ligt, iedereen telt vervolgens hoeveel balletjes er met hun kleur naar boven gedraaid liggen. Diegene met de meeste punten wint het spel!

Onze mening

Rolit is een klassieker die we uit onze kindertijd kennen, maar dat wilt daarom niet zeggen dat het niet goed is, het blijft een spel dat we zo nu en dan wel eens kunnen appreciëren. Vooral met twee spelers kunnen we ons wel eens amuseren met dit tactische en abstracte spel, al wilt dat niet zeggen dat het hier veel op tafel verschijnt. Als we de XXL-versie tegenkomen op een spellenbeurs is de kans groot dat we even pauze nemen voor een potje Rolit. Met drie en vier spelers wordt het iets minder tactisch, er gebeurt té veel op het speelbord waardoor alles alweer veranderd is tegen dat jij aan de beurt bent, waardoor je weinig of niets in de hand hebt.

Conclusie: Rolit is en blijft een goed en leuk spel!

Rolit

Met dank aan Goliath!

Met dank aan Goliath!

Rolit

Auteur: Adi Golad
Uitgever: Goliath Games
Aantal spelers: 2 – 4
Tijdsduur: ± 20 min.
Vanaf 7 jaar

Unita

Spelbeschrijving

Helvetia is een land dat nog in de ontwikkelingsfase zit, vier regio’s sturen elk vier troepen naar de magische poort. Maar telkens je een troep uit een andere regio tegenkomt vindt er een heuse battle plaats, de verliezer verliest één of zelfs twee levens en wordt dus alsmaar zwakker. Wie slaagt er in om de meeste eenheden tot aan de magische poort te brengen?

Aan het begin van het spel krijgen alle spelers 16 dobbelstenen in hun spelerskleur, ze worden met de rode (= hoogste) waarde naar boven gelegd. Tijdens de eerste fase van het spel zullen deze dobbelstenen op het speelbord geplaatst worden in vier troepen van elk vier eenheden (= dobbelstenen). Elke speler legt om de beurt twee dobbelstenen op het bord, er kunnen in deze fase nog geen gevechten ontstaan. Nadat alle eenheden op bord werden geplaatst begint fase twee, of eerder: het echte spel. Als je aan de beurt bent moet je verplicht drie verplaatsingsacties uitvoeren, met welke van je troepen je dat doet is niet van belang. Je kan er dus voor kiezen om één troep drie plaatsen naar voor te schuiven, maar je kan gerust ook drie verschillende troepen verplaatsen. Wanneer je jouw troep op een actietegel zet kost dit twee acties, deze tegels werden tijdens de opstelling op het bord gelegd. Van zodra je troep een vijandige troep passeert vindt er een battle plaats: de dobbelstenen die elkaar raken nemen het tegen elkaar op. De hoogste waarde wint, waardoor de dobbelsteen van de tegenstander die hieraan grenst één eenheid verliest. Daarna is er een afwisseling van de wacht, de frontlijn (de dobbelstenen die zonet een battle hebben afgewerkt) gaat naar achter, de achterste dobbelstenen liggen nu vooraan. Op deze manier gaat het spel verder, waarbij alle spelers proberen hun troepen zo compleet mogelijk tot aan de magische poort te brengen. Telkens wanneer één van je troepen op een actietegel staat kan je er voor kiezen om die bekend te maken. Zo’n actietegel kan effect hebben op een battle, waardoor de verdediger sterker wordt en de aanvaller zwakker… of omgekeerd. Naast deze twee standaard tegels heeft elke regio ook een eigen actietegel, zo kan de groene speler een gevecht weigeren of kan de rode speler weer levens bij krijgen. Geel kan een dobbelsteen van één eenheid als vijf eenheden laten tellen en blauw kan de plaatsing van zijn eenheden veranderen. Maar uiteraard kunnen deze voordelen slechts één keer per troep gebruikt worden, en dat enkel op de moment dat die troep op deze tegel staat.

Daarnaast zijn er nog bonuskaarten voorzien, elke speler krijgt drie bonuskaarten met elk hun eigen mogelijkheden. Je zal slechts één van deze kaarten kunnen spelen, welke je speelt dat kies je zelf. Van zodra alle troepen de magische poort bereikt hebben eindigt het spel en tellen alle spelers hoeveel eenheden ze nog over hebben. Diegene met de meeste eenheden wint het spel!

Onze mening

Unita is een zeer abstract spel, het is dus zeker niet voor alle spelers weggelegd. De eerste fase, waarin de dobbelstenen op het bord worden gelegd, is erg moeilijk in te schatten. Af en toe kan je misschien een strategische opstelling kiezen aan de hand van de dobbelstenen die je tegenstanders hebben gelegd, maar het blijft grotendeels gokken… zeker als je het spel voor de eerste keer speelt. De tweede fase is zeer abstract en strategisch. Welke troep verplaats je wanneer? Hoe kan je er voor zorgen dat je tegenstanders veel eenheden verliezen en jij zo weinig mogelijk? Je kan je tegenstanders soms wel in de val lokken, zodat ze jou moeten passeren en enkel zichzelf benadelen. Maar voor je het weet hebben ze jou hetzelfde gelapt! Unita is dus zeker geen slecht spel, met de juiste spelers kan het heel interessant zijn. Tegelijkertijd is het een spel dat zeker niet voor iedereen is weggelegd. Het speelbord heeft twee zijden: de ene zijde voor 2 of 4 spelers, de andere in driehoekige vorm voor 3 spelers. Een leuke oplossing waardoor het spel zowel met 3 als met 4 spelers erg goed speelt! Met twee spelers is dat helaas niet het geval, dé oplossing voor twee spelers is hier dat je met twee kleuren moet spelen: de ene keer met kleur A, tijdens je volgende beurt met kleur B. Zo kan je natuurlijk elk vier-speler-spel met twee spelen! Het speelbord is helaas iets té druk, te veel (mooie) details die het onoverzichtelijk maken, waardoor je soms maar moeilijk kan zien welk nu juist jouw route is. Op bepaalde plaatsen op je route kan je één actiepunt spenderen om je eenheden binnen een bepaalde troep te herschikken, helaas wordt dit vaak vergeten aangezien het symbooltje gewoon verstopt zit onder de dobbelstenen. De actietegels hebben min of meer hetzelfde probleem, als er een troep op staat wordt er snel vergeten dat er een actietegel onder zat, laat staan wélke tegel, want dat kan je al helemaal niet zien! Je moet dus steeds opnieuw die dobbelstenen opnemen om te zien welke actietegel er ligt. Het is toch altijd een heel gedoe. Het opnemen en verplaatsen van de dobbelstenen kan soms ook wel op de zenuwen van de spelers werken, als er veel troepen vlakbij elkaar staan moet je al fijne vingers hebben om de juiste dobbelstenen te verplaatsen.

Conclusie: Unita is een goed, abstract en strategisch spel dat niet voor iedereen is weggelegd.

Unita

Met dank aan Helvetia Games

Met dank aan Helvetia Games

Unita

Auteur: Steve Brück
Uitgever: Helvetia Games
Aantal spelers: 2 – 4
Tijdsduur: ± 60 min.
Vanaf 13 jaar

Rummikub (Turbo)

Spelbeschrijving Rummikub

rummikubAan het begin van het spel krijgt elke speler 14 stenen, diegene die er in slaagt om deze stenen als eerste – in geldige groepjes – op tafel te leggen wint het spel. Als je aan beurt bent kan je groepjes stenen op tafel spelen, daar zijn twee geldige manieren voor: een serie van opeenvolgende getallen in eenzelfde kleur of een rij van dezelfde getallen in verschillende kleuren. Elke groep op tafel moet minstens bestaan uit drie stenen. Om het spel te beginnen moet de totale waarde van de stenen die je kunt uitspelen in groepjes minstens 30 punten waard zijn, vanaf je volgende beurt kan je dan ook stenen toevoegen aan bestaande groepjes. Het is ook toegelaten om groepen te hervormen in een poging één of meerdere van jouw stenen uit te spelen. Als dat echter niet lukt wordt je beurt als ongeldig beschouwd, je moet alles terug leggen zoals het lag én je moet drie extra stenen nemen. Het is dan wellicht beter om meteen te passen en één extra steen te nemen.

Als je al je stenen in geldige sets hebt kunnen uitspelen win je het spel. De waarde van de stenen  op de spelersborden van je tegenstanders bepaalt hoeveel punten je scoort. Je kan ook meerdere partijen spelen en op voorhand afspreken hoeveel potjes er gespeeld worden of welke score er gehaald moet worden om het spel te winnen.

Spelbeschrijving Rummikub Turbo

De Turbo-versie van Rummikub is een snel dobbelspel voor twee spelers. Elke speler krijgt 9 dobbelstenen op hand, als je aan de beurt bent dobbel je al deze dobbelstenen en probeer je sets te vormen zoals in het basisspel. Je mag een nieuwe set vormen maar je kan je dobbelstenen ook aanleggen bij bestaande groepjes. Ook in dit dobbelspel is het toegelaten om bestaande sets te manipuleren om zo je dobbelstenen kwijt te spelen, als het niet lukt word je daar deze keer niet voor gestraft. Vanaf de tweede beurt ben je niet verplicht om al je dobbelstenen opnieuw te werpen, het is dus belangrijk dat je je dobbelstenen op tafel laat liggen en pas in de beker doet als je opnieuw aan de beurt bent! Als beide spelers drie beurten na elkaar géén dobbelstenen meer kunnen aanleggen of wanneer een speler al zijn dobbelstenen heeft uitgespeeld is het spel afgelopen en worden de punten geteld. De winnaar krijgt het aantal punten gelijk aan de som van de getallen op overgebleven dobbelstenen van de tegenstander. Diegene die na 6 rondes de meeste punten heeft gescoord wint het spel.

Onze mening

Uit de vele spellen dat we kennen sinds onze kindertijd is Rummikub wellicht het beste. Ook nu we zoveel andere en ‘modernere’ spellen kennen kunnen we nog steeds genieten van een potje Rummikub, het blijft gewoon een goed spel. Het is een spel dat in vele gezinnen in de kast staat, het is dan ook niet te verbazen dat dit spel in vele gezinnen eigen huisregels heeft. Soms zelfs zonder dat de spelers dit beseffen, het is een spel dat door het leven gaat met veel verschillende spelregels. Maar ach, wat maakt het uit, als iedereen dezelfde spelregels toepast spelen we toch gewoon voor het plezier. En dat zoeken en puzzelen om toch maar een extra blokje uit te spelen blijft ook na vele speelsessies leuk, om dan maar te zwijgen over het gebruik van de joker. Ga je hem al uitspelen om zelf meer blokken kwijt te spelen? Maar dan kunnen je medespelers daar misschien wel goed gebruik van maken! Als je hem te lang op je speelbord houdt levert hij dan weer veel strafpunten op aan het einde… moeilijke keuze. Het spel is bovendien van een goede kwaliteit en het werd inmiddels in veel verschillende versies uitgebracht, zo is er inmiddels ook een junior-variant voor kinderen vanaf 4 jaar en zijn er ook verschillende reisedities op de markt. Een luxe-editie mag uiteraard ook niet ontbreken en met de XP-variant kan je het spel nu ook met 6 spelen. Tenslotte is er ook een XXL-versie zodat ouderen en/of slechtzienden ook nog kunnen genieten van een potje Rummikub.

Over de Turbo versie zijn we helaas iets minder enthousiast, de levensduur zal wellicht niet dezelfde zijn als die van de klassieke Rummikub. Het feit dat het een spel is voor twee spelers is misleidend, in tegenstelling tot veel andere spellen staat hier niet duidelijk vermeld dat het enkel met 2 spelers gespeeld kan worden. De aandachtige lezer merkt enkel dat ene kleine zinnetje op ‘Voor 2 spelers vanaf 7 jaar’. Het is een vrij grote doos in verhouding met het materiaal, de dobbelbeker maakt nogal veel lawaai en mocht van ons achterwege blijven. Ook het scoreblokje is maar droevig, met amper 18 velletjes.. Je kan de scores uiteraard ook op een ander blaadje noteren, maar als er dan toch een scoreblok wordt bijgeleverd had het dan ook wel wat dikker mogen zijn. Het goede ‘Rummikub’ element van het zoeken en puzzelen is uiteraard nog steeds aanwezig, maar in veel mindere mate. De mogelijkheden van de dobbelstenen zijn beperkt en het komt niet tot zijn recht zoals in de klassieker. Leuk om eens gespeeld te hebben, maar daar houdt het wellicht ook op.

Conclusie: De nieuwe Rummikub Turbo kan niet op tegen de klasse van de klassieke Rummikub!

Met dank aan Goliath!

Met dank aan Goliath!

Rummikub

Auteur: Ephraim Hertzano
Uitgever: Goliath Games
Aantal spelers: 2 – 4
Tijdsduur: ± 45 min.
Vanaf 8 jaar

Rummikub Turbo

Uitgever: Goliath Games
Aantal spelers: 2
Tijdsduur: ± 15 min.
Vanaf 7 jaar

Triominos (Turbo)

Spelbeschrijving Triominos

TriominosProbeer zoveel mogelijk punten te scoren door je triominos-stenen passend aan te leggen. Als je aan de beurt ben probeer je één van de stenen op je speelbord passend aan te leggen op tafel, als je daarin slaagt scoor je punten gelijk aan de waarde van die steen (de som van de drie getallen). Door bepaalde vormen te maken kan je extra bonuspunten verdienen, zo krijg je maar liefst 40 bonuspunten als je een brug vormt. Een hexagon en een dubbele hexagon zijn zelfs 50 en 60 punten waard! Als je geen steen kunt of wilt aanleggen ben je verplicht om een Triomino aan te kopen. Elke aankoop kost je 5 punten, als je na drie pogingen nog steeds geen steen kan aanleggen moet je als straf nog 10 punten extra betalen. Die ronde verlies je dus 25 punten en heb je drie nieuwe stenen op je bord staan.

Aan het einde van de ronde waarin een speler zijn laatste steen uitspeelde eindigt het spel. De winnaar krijgt de som van de waarden van de stenen van de tegenspeler én 25 bonuspunten. Diegene die daarna de meeste punten heeft wint het spel. Het spel kan ook over meerdere ronden gespeeld worden waarbij er een punten-limiet wordt afgesproken.

Spelbeschrijving Triominos Turbo

In deze nieuwe ‘Turbo’ variant op Triominos wil je jouw Triominos als eerste aanleggen, dat is dan ook de enige manier om het spel te winnen! De spelers beslissen samen hoe snel/traag ze de timer instellen, je kan kiezen tussen 8 of 15 seconden. Vervolgens nemen alle spelers zes Triominos voor zich op tafel, wordt er één steen in het midden gelegd en drukt één van de spelers op de timer als startsignaal van het spel. Als je denkt dat je één van je stenen kan aanleggen druk je gauw op de timer (ook al is die nog niet helemaal afgelopen) en kan je vervolgens proberen of het lukt. Als je jouw steen kan aanleggen kan je meteen daarna weer op de timer drukken om nog een steen aan te leggen, maar misschien is één van je tegenstanders je dan wel voor en wilt hij een steen aanleggen! Als een andere speler op de timer gedrukt heeft moet je wachten tot hij/zij een Triomino heeft aangelegd, pas daarna kan jij weer op de timer drukken.

Pas echter op dat je niet té snel drukt, als later blijkt dat je steen tóch niet past en je kan dus geen steen aanleggen vooraleer de bel gaat word je gestraft en zal je twee extra Triominos stenen moeten nemen. De tijd kan ook voorbij zijn doordat niemand anders de timer opnieuw indrukte, in dat geval nemen alle spelers één nieuwe steen. Het spel eindigt van zodra één speler alle stenen heeft aangelegd, deze speler wint het spel.

Onze mening

De klassieke versie van Triominos stond als kind al in onze spellenkast, of toch bij één van ons. Ik herinnerde mij dat het spel zeer geliefd was en vaak op tafel kwam, maar de puntentelling zei me niets. Na het lezen van de spelregels en een speelsessie werd duidelijk waarom ik er wellicht weinig van wist: dat voegt gewoon niets aan het spel toe. Domino speelden we als kind ook zonder puntentelling, Triominos dus ook. Het leuke aan Triominos is dat je op zoek kan gaan naar passende blokjes, het is moeilijker dan een gewone domino en is voor jonge kinderen zeker een uitdaging. De puntentelling leverde meer frustratie op, dan pas valt het op hoe hoog de geluksfactor in het spel is. Soms heb je gewoon de pech dat je de verkeerde stenen trekt, dan moet je nog punten inleveren (en soms onder 0 gaan) en word je dus dubbel gestraft. Ook aan de waarde van je Triomino kan je niets veranderen, je scoort gewoon de punten die je toevallig trekt. Uiteraard probeer je de stenen met de meeste punten aan te leggen, maar als dat niet gaat… De bonuspunten zijn leuk omdat je probeert moeilijkere vormen te maken, maar ook daar heb je wat geluk voor nodig om nét die steen te trekken die daar nog past. Triominos is gewoon een leuk familiespel en het stimuleert het ruimtelijk inzicht van kinderen, maar je raadt het al: laat die puntentelling maar achterwege. Het is een spel met degelijke kwaliteit van stenen, maar als we even echt kritisch zijn: alles is hier in de vorm van een driehoek (zelfs de doos): waarom de spelregels dan niet? Die moet je krom plooien om er toch maar bij te krijgen.

In de Turbo variant hebben ze die puntentelling alvast achterwege gelaten, een goed begin. Je moet er wel naar raden met hoeveel spelers je het spel kan spelen aangezien dit nergens vermeld staat, niet op de doos en niet in de spelregels. Aangezien het blijkbaar met alle courante spelersaantallen (2-4) werkt is dat niet zo’n onoverkomelijk probleem. De spelregels zijn overigens vrij ingewikkeld geschreven waardoor het ons niet meteen duidelijk was hoe het spel juist gespeeld moest worden. Het zou ons niet verbazen als het spelletje op vele plaatsen verkeerd wordt gespeeld. Net als de klassieke Triominos staat hier de leeftijdsaanduiding 6+, maar de Turbo-variant is duidelijk moeilijker dan de klassieke versie! Je kan/mag niet ‘op je gemak’ zoeken of je Triomino past want pas nadat je op de timer hebt gedrukt kan je proberen. Voor kinderen die iets ouder zijn, al enig ruimtelijk inzicht hebben én graag spelen onder tijdsdruk is Triominos Turbo dan weer erg leuk. De timer lijkt echter niet zo’n lange levensduur te hebben, we merkten dan ook dat die af en toe bleef haperen. De tijdsdruk was niet meteen aan ons besteed, maar dat is een kwestie van smaak.

Conclusie: Met de klassieke en de Turbo-versie van Triominos is er voor elke puzzelaar wat wils!

Met dank aan Goliath!

Met dank aan Goliath!

Triominos

Uitgever: Goliath Games
Aantal spelers: 1 – 4
Tijdsduur: ± 20 min.
Vanaf 6 jaar

Triominos Turbo

Uitgever: Goliath Games
Tijdsduur: ± 10 min.
Vanaf 6 jaar