Pack O Game n°1: HUE

In augustus 2014 verscheen er op onze website een interview met Chris Handy. Hij vertelde ons over zijn nieuwste serie mini-spellen: Pack O Game. Acht kaartspelletjes in een doosje dat zo groot is als een pakje kauwgum. Vandaag bespreken we het eerste spel uit de reeks: HUE.

Spelbeschrijving

De vertaling van het woordje HUE doet alvast vermoeden dat dit kaartspel over kleurtinten zal gaan. In dit spel gaan twee tot vijf spelers samen aan de slag om een gebied met vele kleuren op te bouwen. Kies in het geheim welke drie kleuren je wilt scoren, werk die kleurgebieden zo goed mogelijk uit en probeer te ontcijferen wat je tegenstanders van plan zijn. Zo kan je hun plannen misschien nog boycotten!

Drie willekeurige startkaarten bepalen hoe het speelgebied er uit ziet aan het begin. Alle spelers krijgen vijf of zes handkaarten (afhankelijk van het aantal spelers), waaronder één speciale kaart met daarop een doodskop. Het spelverloop is heel eenvoudig: als je aan de beurt bent leg je één kaart in het speelgebied. De kaart die je tenslotte overhoudt is je scorekaart. Wanneer je een kaart aanlegt moet er steeds één volledig vierkant grenzen aan een eerder gelegde kaart, het maakt daarbij niet uit of je de kaart horizontaal of verticaal legt. Het is ook toegelaten om een eerder gelegde kaart gedeeltelijk te overlappen, in dat geval mag exact één derde (= vierkant) van je kaart overlappen.

Je kiest doorheen het spel zelf welke kaart je wilt houden als scorekaart, pas bij je allerlaatste beurt is die beslissing definitief. De drie kleuren op je gekozen kaart bepalen vervolgens voor welke kleuren je punten zal scoren. Het aantal punten wordt bepaald door het grootste gebied van die bepaalde kleur. Een smal vakje telt daarbij als één punt, een vierkant vakje telt voor drie punten. Gebieden met een doodskop worden herleid tot nul punten en tellen dus niet mee voor de puntentelling. De middelste kleur van je scorekaart is bovendien dubbel zoveel punten waard. De speler die daarna de meeste punten heeft wint het spel.

Onze mening

Om te beginnen waren we vooral verrast door de omvang van het doosje. De acht spellen samen zijn ongeveer even groot als een regulier kaartspel, de vergelijking met een pakje kauwgum is dus niet gelogen. Dat maakt dat de spelletjes alvast heel gemakkelijk mee te nemen zijn, het past overal in: in je jaszak, in de handtas, in een rugzak, … Ideaal om bij elke gelegenheid een spel tevoorschijn te toveren. Maar zijn ze dan ook goed? HUE deed ons alvast verbazen, dit abstracte (tegel-)legspel is niet alleen uniek qua vorm van de kaarten, maar ook het principe waarbij je zelf je scorekaart kiest is erg leuk gevonden. Op amper tien minuutjes tijd moet je heel wat beslissingen maken: welke kaart wil je houden als scorekaart? Hoe probeer je die kleurgebieden uit te werken? Welke kleuren zijn je tegenstanders aan het uitwerken en hoe kan je dat voorkomen? De kaart met de doodskop is vast en zeker een groot pluspunt in dit spelletje. Naarmate het aantal spelers toeneemt heb je uiteraard minder in de hand: het speelgebied kan er plots heel anders uit zien als vier andere spelers plots ook een kaart hebben toegevoegd. Toch wordt het spel daarom niet minder leuk, je kan soms ook mee profiteren van het werk van je tegenspelers. Of HUE hier nu plots één van de populairste fillers zal worden? Nee, zeker niet. Maar het is zeker geslaagd in zijn opzet: een klein en degelijk spelletje dat overal mee naartoe kan. Zo’n begin maakt ons alvast nieuwsgierig voor de komende zeven spellen uit de reeks.

Conclusie: Compact, abstract, snel, eenvoudig en leuk.

Perplext

Met dank aan Perplext!

HUEHUE

Auteur: Chris Handy
Uitgever: Perplext
Aantal spelers: 2 – 5
Tijdsduur: ± 10 min.
Vanaf 8 jaar

Afzakker

Spelbeschrijving

AfzakkerVerzamel zakken vol geld en ga er vandoor met een overwinning… het had kunnen kloppen, maar of er effectief geld in de afgebeelde zakken zit kom je nooit te weten. Laat ons dan maar zeggen: verzamel zo veel mogelijk kaarten! Wees je tegenspelers te snel af en ga er met de meest waardevolle kaarten vandoor, maar pas op: voor je het weet is die reeks van zeven verdwenen naar de puntenstapel van je tegenstanders!

Nadat alle speelkaarten verdeeld zijn onder de medespelers neemt iedereen drie kaarten van zijn stapel op hand. Als je aan de beurt bent mag je één, twee of drie kaarten neerleggen op tafel. Alle kaarten op tafel worden gesorteerd per nummer. Als er een compleet set wordt gevormd door de kaarten die jij gelegd hebt mag je de volledige set aan je puntenstapel toevoegen. Het kan perfect gebeuren dat je meerdere sets in één beurt vervolledigd. Een set is compleet van zodra er even veel kaarten liggen als het nummer op die kaarten, vb. drie kaarten met nummer drie, of zes kaarten met nummer zes. Aan het einde van je beurt vul je je hand aan tot drie kaarten.

Wanneer de stapel én de handkaarten van één van de spelers op zijn eindigt het spel meteen. De spelers tellen alle kaarten in hun puntenstapel, diegene met de meeste kaarten wint het spel.

Onze mening

De spelregels van Afzakker zijn werkelijk heel eenvoudig. Je kan dit spel in enkele minuten aan iedereen aanleren, jong of oud, ervaren of niet: je legt maximum drie kaarten en je probeert een set te vervolledigen. Meer komt er niet bij kijken. Je hebt weinig in de hand, je kan er voor kiezen om minder kaarten te spelen in de hoop twee of zelfs drie dezelfde kaarten op hand te krijgen en daarmee gemakkelijker een set te vervolledigen, maar ook dat is uiteraard geen garantie. Uiteindelijk komt het er op neer dat de grootste geluksvogel het spel wint, je moet gewoon op de juiste moment de juiste kaarten op hand nemen. De ene keer heb je alle pech en neemt je tegenstander telkens de mooiste sets voor je neus weg, de andere keer ben je zelf de geluksvogel en ga je er vandoor met de sets die je tegenstanders begonnen zijn. Een doorsnee gezin of spelers die graag een geluksspelletje spelen maken er alvast geen probleem van. Ook wij konden Afzakker wel eens smaken, al zal het nooit ons favoriete kaartspelletje worden. De geluksfactor is voor ons net iets te hoog om Afzakker vaak op tafel te leggen. De speelkaarten bevatten leuke en vooral kleurrijke illustraties. Het aantal spelers heeft weinig invloed op het spel, de herspeelbaarheid is – door de geluksfactor – bij ons niet zo erg groot.

Conclusie:  Een vlot kaartspel voor geluksvogels!

Afzakker

Met dank aan 999 Games!

Met dank aan 999 Games!

Afzakker

Auteurs: Leo Colovini & Dario de Toffoli
Uitgever: 999 Games
Aantal spelers: 2 – 5
Tijdsduur: ± 15 min.
Vanaf
7 jaar

Mein erstes Bohnanza

Spelbeschrijving

Vanaf nu kan je Boonanza ook met je kleinste vriendjes spelen, “Mein erstes Bohnanza” is voor spelers vanaf vier jaar. Beginnend met een erg vereenvoudigde variant leren de kinderen de eerste basisregels van Boonanza. Wanneer je die basisregels eenmaal onder de knie hebt is het tijd voor een volgende stap die een klein tikkeltje moeilijker is. Zo kunnen de kleinste Boonanza fans al na zes stappen meespelen met het originele spel. Maar laat ons beginnen bij het begin:

In deze vereenvoudigde variant krijgen alle spelers vijf bonenkaarten, deze worden niet op hand genomen maar komen open op tafel te liggen. Heel belangrijk: de volgorde van deze kaarten mag je NOOIT veranderen, meteen één van de belangrijkste spelregels van Boonanza. Elk van deze kaarten heeft een zogenaamde boon-o-meter, je vindt er namelijk hoeveel van dat type kaarten je nodig hebt om één thaler te verdienen. Als je aan de beurt bent plant je jouw eerste kaart op één van je twee velden, als je wil/kan, mag je ook je tweede kaart nog aanplanten. Vervolgens leg je twee kaarten (van de trekstapel) open op tafel, je kan nu beginnen ruilen met je tegenstanders. Je mag de twee opengelegde kaarten én je persoonlijke kaarten te ruil aanbieden, vergeet daarbij niet te vermelden wat je graag in de plaats had gehad. Je mag met iedereen ruilen, maar je tegenstanders mogen niet onderling ruilen, de actieve speler moet steeds in de ruil betrokken zijn. Je mag de opengelegde kaarten ook schenken, indien iemand kandidaat is om ze te aanvaarden. Alle kaarten die je via ruil ontvangt (dat geldt ook voor je tegenspelers) moeten meteen op je velden geplant worden. Één ding is zeker: de twee kaarten in het midden van de tafel moeten gepland worden. Of je plant ze zelf, of je ruilt ze met een medespeler. Bij het planten probeer je steeds éénzelfde soort op elkaar te planten, van zodra je het vermelde aantal kaarten hebt bereikt worden deze bonen automatisch geoogst (= weggenomen), in ruil daarvoor krijg je één bonenthaler van een aparte stapel. Indien je toch een kaart moet planten die je niet op je velden hebt liggen mag die daar gewoon bovenop, maar je begint dan – in die nieuwe soort – wel opnieuw te tellen tot wanneer je het vermelde aantal hebt bereikt. Om je beurt af te ronden neem je drie nieuwe kaarten voor je persoonlijke voorraad. Het spel eindigt nadat de stapel één, twee of drie keer leeg is, afhankelijk van het spelersaantal. De speler met de meeste thalers wint het spel.

In een tweede fase doen enkel bonenkaarten mee met een iets uitgebreidere boon-o-meter. Je zal nu beslissingen moeten maken: doe ik mijn bonen weg voor één thaler, of spaar ik nog een klein beetje langer om twee thalers te ontvangen? Je hebt bij al deze bonen namelijk twee opties. In een volgende fase kunnen alle bonen samen gebruikt worden, zowel die met één thaler als die waar je ook twee thalers mee kan verdienen. Vanaf nu is er geen reservestapel met bonenthalers maar wordt het basis oogstprincipe uit Boonanza aangeleerd: wanneer je oogst hou je één (of twee) kaarten die je omdraait als bonenthaler en leg je enkel de overige kaarten op de aflegstapel. Om alles in goede banen te leiden krijgen de speler(tje)s in deze fase een derde bonenveld ter beschikking. In een volgende stap is het gedaan met de regel waarbij je verschillende soorten op één veld mag planten. Als je een kaart wilt/moet planten die je nog niet bezit dan zit er niets anders op dan een bestaand veld te oogsten, ook al verdien je daar deze keer geen thalers mee… In een volgende stap krijg je het derde bonenveld niet meer automatisch maar zal je het moeten aankopen voor drie thaler, en in de voorlaatste stap worden de kaarten op hand genomen en liggen ze niet meer zomaar op tafel. Tenslotte wordt de regel bijgevoegd waarbij je een veld dat maar uit één boon bestaat niet mag oogsten wanneer je op één van je andere velden meer bonen geplant hebt. Na deze stap zijn de jonge moestuiniers klaar voor het echte spel. Je kan deze junior variant naar believen combineren met het basisspel.

Onze mening

Dat er – eindelijk – een junior versie verschijnt voor Boonanza kunnen we alleen maar toejuichen, maar dat hadden jullie wellicht al kunnen voorspellen. De leeftijdsaanduiding 4+ lijkt ons op het eerste zicht jong, maar we konden het (nog) niet proberen met iemand van die leeftijd. We speelden de gemakkelijkste versie met kinderen van 7 jaar en ouder, zij waren alvast grote fans van deze Boonanza. Je merkte wel dat ze het zeer snel onder de knie hadden en al snel klaar waren voor een volgende stap, dus je kan er zeker wel vroeger mee beginnen. Het is duidelijk voelbaar dat deze variant mede door pedagogen ontwikkeld is, het zit geweldig in elkaar. Ze leren de basisregels van Boonanza, dankzij de openliggende kaarten kan je hen perfect helpen en tips geven. De kinderen krijgen ook wat inzicht, ze weten al snel welke bonen beter zijn dan anderen en leren ook beter onderhandelen. De verschillende stappen om het basisspel aan te leren zijn heel goed gevonden. Enerzijds lijken het kleine stapjes, anderzijds zijn ze gewoon compleet. Als je kinderen enthousiast zijn over deze versie kunnen ze voor je het al te goed beseft meespelen met de volwassenen. Het materiaal is naar ons mening iets minder kindvriendelijk. De briefjes die de bonenvelden moeten voorstellen zijn vrij dun en zien snel af, we hadden liever een iets dikker karton gezien daarvoor. De tekeningen zijn – zoals altijd – heel leuk en mooi. Wat extra goed is in deze versie is dat de tekeningen zowel meisjes als jongens aanspreken. Er zijn namelijk prinsessenbonen, maar even goed draken! Een klein nadeel is wellicht dat je minstens met 3 moet zijn, maar dat is ook met het basisspel al zo. Bovendien kan je de (jongste) kinderen best niet alleen laten spelen, ze kunnen in het begin best wel wat hulp van een volwassenen gebruiken. Helaas is dit spel (nog) niet in het Nederlands verkrijgbaar en zal je best wat moeite moeten doen om de Duitse versie te bemachtigen. Als je zelf de spelregels onder de knie krijgt is deze variant wel perfect te spelen met de kinderen, op de kaarten en/of velden is namelijk geen woordje tekst te bespeuren. De verschillende bonen krijgen vanzelf hun bijnaam, al snel klinkt de vraag “Wil je die boef ruilen tegen mijn koning?”. Wij zijn alvast meer dan overtuigd van dit kinderspel, wees maar zeker dat dit hier binnen een kleine vier jaar nog vaak op tafel zal verschijnen!

Conclusie: Mein erstes Bohnanza is niet alleen een ideale opstap naar het basisspel Boonanza, maar is ook gewoon een heel leuk en leerrijk kaartspel voor kinderen!

BohnanzaMein erstes Bohnanza

Auteurs: Heike Kiefer, Hayo Siemsen & Uwe Rosenberg
Uitgever: Amigo Spiele
Aantal spelers: 3 – 5
Tijdsduur: ± 30 min.
Vanaf 4 jaar

Mein erstes Bohnanza

Spelbeschrijving

Vanaf nu kan je Boonanza ook met je kleinste vriendjes spelen, “Mein erstes Bohnanza” is voor spelers vanaf vier jaar. Beginnend met een erg vereenvoudigde variant leren de kinderen de eerste basisregels van Boonanza. Wanneer je die basisregels eenmaal onder de knie hebt is het tijd voor een volgende stap die een klein tikkeltje moeilijker is. Zo kunnen de kleinste Boonanza fans al na zes stappen meespelen met het originele spel. Maar laat ons beginnen bij het begin:

In deze vereenvoudigde variant krijgen alle spelers vijf bonenkaarten, deze worden niet op hand genomen maar komen open op tafel te liggen. Heel belangrijk: de volgorde van deze kaarten mag je NOOIT veranderen, meteen één van de belangrijkste spelregels van Boonanza. Elk van deze kaarten heeft een zogenaamde boon-o-meter, je vindt er namelijk hoeveel van dat type kaarten je nodig hebt om één thaler te verdienen. Als je aan de beurt bent plant je jouw eerste kaart op één van je twee velden, als je wil/kan, mag je ook je tweede kaart nog aanplanten. Vervolgens leg je twee kaarten (van de trekstapel) open op tafel, je kan nu beginnen ruilen met je tegenstanders. Je mag de twee opengelegde kaarten én je persoonlijke kaarten te ruil aanbieden, vergeet daarbij niet te vermelden wat je graag in de plaats had gehad. Je mag met iedereen ruilen, maar je tegenstanders mogen niet onderling ruilen, de actieve speler moet steeds in de ruil betrokken zijn. Je mag de opengelegde kaarten ook schenken, indien iemand kandidaat is om ze te aanvaarden. Alle kaarten die je via ruil ontvangt (dat geldt ook voor je tegenspelers) moeten meteen op je velden geplant worden. Één ding is zeker: de twee kaarten in het midden van de tafel moeten gepland worden. Of je plant ze zelf, of je ruilt ze met een medespeler. Bij het planten probeer je steeds éénzelfde soort op elkaar te planten, van zodra je het vermelde aantal kaarten hebt bereikt worden deze bonen automatisch geoogst (= weggenomen), in ruil daarvoor krijg je één bonenthaler van een aparte stapel. Indien je toch een kaart moet planten die je niet op je velden hebt liggen mag die daar gewoon bovenop, maar je begint dan – in die nieuwe soort – wel opnieuw te tellen tot wanneer je het vermelde aantal hebt bereikt. Om je beurt af te ronden neem je drie nieuwe kaarten voor je persoonlijke voorraad. Het spel eindigt nadat de stapel één, twee of drie keer leeg is, afhankelijk van het spelersaantal. De speler met de meeste thalers wint het spel.

In een tweede fase doen enkel bonenkaarten mee met een iets uitgebreidere boon-o-meter. Je zal nu beslissingen moeten maken: doe ik mijn bonen weg voor één thaler, of spaar ik nog een klein beetje langer om twee thalers te ontvangen? Je hebt bij al deze bonen namelijk twee opties. In een volgende fase kunnen alle bonen samen gebruikt worden, zowel die met één thaler als die waar je ook twee thalers mee kan verdienen. Vanaf nu is er geen reservestapel met bonenthalers maar wordt het basis oogstprincipe uit Boonanza aangeleerd: wanneer je oogst hou je één (of twee) kaarten die je omdraait als bonenthaler en leg je enkel de overige kaarten op de aflegstapel. Om alles in goede banen te leiden krijgen de speler(tje)s in deze fase een derde bonenveld ter beschikking. In een volgende stap is het gedaan met de regel waarbij je verschillende soorten op één veld mag planten. Als je een kaart wilt/moet planten die je nog niet bezit dan zit er niets anders op dan een bestaand veld te oogsten, ook al verdien je daar deze keer geen thalers mee… In een volgende stap krijg je het derde bonenveld niet meer automatisch maar zal je het moeten aankopen voor drie thaler, en in de voorlaatste stap worden de kaarten op hand genomen en liggen ze niet meer zomaar op tafel. Tenslotte wordt de regel bijgevoegd waarbij je een veld dat maar uit één boon bestaat niet mag oogsten wanneer je op één van je andere velden meer bonen geplant hebt. Na deze stap zijn de jonge moestuiniers klaar voor het echte spel. Je kan deze junior variant naar believen combineren met het basisspel.

Onze mening

Dat er – eindelijk – een junior versie verschijnt voor Boonanza kunnen we alleen maar toejuichen, maar dat hadden jullie wellicht al kunnen voorspellen. De leeftijdsaanduiding 4+ lijkt ons op het eerste zicht jong, maar we konden het (nog) niet proberen met iemand van die leeftijd. We speelden de gemakkelijkste versie met kinderen van 7 jaar en ouder, zij waren alvast grote fans van deze Boonanza. Je merkte wel dat ze het zeer snel onder de knie hadden en al snel klaar waren voor een volgende stap, dus je kan er zeker wel vroeger mee beginnen. Het is duidelijk voelbaar dat deze variant mede door pedagogen ontwikkeld is, het zit geweldig in elkaar. Ze leren de basisregels van Boonanza, dankzij de openliggende kaarten kan je hen perfect helpen en tips geven. De kinderen krijgen ook wat inzicht, ze weten al snel welke bonen beter zijn dan anderen en leren ook beter onderhandelen. De verschillende stappen om het basisspel aan te leren zijn heel goed gevonden. Enerzijds lijken het kleine stapjes, anderzijds zijn ze gewoon compleet. Als je kinderen enthousiast zijn over deze versie kunnen ze voor je het al te goed beseft meespelen met de volwassenen. Het materiaal is naar ons mening iets minder kindvriendelijk. De briefjes die de bonenvelden moeten voorstellen zijn vrij dun en zien snel af, we hadden liever een iets dikker karton gezien daarvoor. De tekeningen zijn – zoals altijd – heel leuk en mooi. Wat extra goed is in deze versie is dat de tekeningen zowel meisjes als jongens aanspreken. Er zijn namelijk prinsessenbonen, maar even goed draken! Een klein nadeel is wellicht dat je minstens met 3 moet zijn, maar dat is ook met het basisspel al zo. Bovendien kan je de (jongste) kinderen best niet alleen laten spelen, ze kunnen in het begin best wel wat hulp van een volwassenen gebruiken. Helaas is dit spel (nog) niet in het Nederlands verkrijgbaar en zal je best wat moeite moeten doen om de Duitse versie te bemachtigen. Als je zelf de spelregels onder de knie krijgt is deze variant wel perfect te spelen met de kinderen, op de kaarten en/of velden is namelijk geen woordje tekst te bespeuren. De verschillende bonen krijgen vanzelf hun bijnaam, al snel klinkt de vraag “Wil je die boef ruilen tegen mijn koning?”. Wij zijn alvast meer dan overtuigd van dit kinderspel, wees maar zeker dat dit hier binnen een kleine vier jaar nog vaak op tafel zal verschijnen!

Conclusie: Mein erstes Bohnanza is niet alleen een ideale opstap naar het basisspel Boonanza, maar is ook gewoon een heel leuk en leerrijk kaartspel voor kinderen!

BohnanzaMein erstes Bohnanza

Auteurs: Heike Kiefer, Hayo Siemsen & Uwe Rosenberg
Uitgever: Amigo Spiele
Aantal spelers: 3 – 5
Tijdsduur: ± 30 min.
Vanaf 4 jaar

Hamsteren

Spelbeschrijving

De titel zegt het al, in dit snelle kaartspel gaan we allemaal hamsteren! Verzamel kaarten en probeer punten te scoren door series te maken. Met vele handkaarten is de kans groot dat je veel series zal kunnen neerleggen, maar je neemt dan wel het risico om afgestraft te worden door je tegenspelers. Voor je het weet ben je de helft van je kaarten kwijt en liggen jouw series op de puntenstapels van je tegenspelers!

Elke speler krijgt twee kaarten op hand, op tafel liggen 8 kaarten in een cirkel. Wanneer je aan de beurt bent mag je twee acties uitvoeren. Er zijn daarvoor drie mogelijkheden: hamsteren, series afleggen of scoren. Hamsteren is heel eenvoudig: je neemt één van de kaarten/rijen op tafel en vult de cirkel aan. Je legt daarbij een kaart op de plaats waar je zonet één hebt weggenomen én op de twee kaarten/rijen daarnaast in klokwijzerszin. Op deze manier ontstaan er rijen en kan je met één hamster-actie meerdere kaarten op hand nemen. Wanneer je series op hand hebt kan je er voor kiezen een serie af te leggen op je persoonlijke, open stapel. Een serie bestaat uit vier kaarten met waarde 4, drie kaarten met waarde 3 enz.. Je kan meerdere series afleggen tijdens één actie op voorwaarde dat alle series compleet én van dezelfde soort zijn. Met de laatste mogelijke actie kan je je open stapel scoren, je draait je open stapel in dit geval gewoon op je gedekte punten stapel. De bovenste kaart van je open stapel – net voor je de stapel omdraait – bepaalt hoeveel kaarten je krijgt van de speler die de meeste kaarten op hand heeft. Als er dus een vier bovenop je stapel ligt zal iemand jou vier kaarten moeten geven, die mag je rechtstreeks op je puntenstapel leggen. Als je zelf de meeste kaarten op hand hebt moet je dus zelf vier kaarten afgeven.

Nadat je twee acties naar keuze hebt uitgevoerd is de volgende speler aan beurt. Wanneer de trekstapel leeg is speel je gewoon verder zonder de rijen aan te vullen na de hamster-actie. Van zodra er slechts drie rijen overblijven eindigt het spel. De spelers tellen alle kaarten in hun puntenstapel en krijgen minpunten voor alle kaarten die ze nog op hand hebben. De speler die daarna de meeste punten overhoudt wint het spel.

Onze mening

De spelregels van Hamsteren zijn duidelijk geschreven en gemakkelijk uitgelegd, je kan dus meteen beginnen. Je begrijpt al snel waarom het spelletje de titel ‘hamsteren’ heeft gekregen, de eerste paar speelbeurten kan je namelijk niet anders dan kaarten verzamelen. Eens je op dreef bent wordt Hamsteren er alleen maar leuker op, er schuilt best wat strategie achter die eenvoudige spelregels! Je kan in het oog houden welke kaarten je medespelers op hand nemen en vervolgens je series op de juiste momenten uitspelen. Als jij namelijk een set met de donkergroene drieën bovenaan hebt liggen mag niemand anders zo’n set uitspelen! Bovendien is ook het moment waarop je je kaarten omdraait van belang. Met een vier bovenaan kan je gemakkelijk extra punten verdienen. Enerzijds is één van je tegenstanders dan vier handkaarten kwijt en is de kans misschien minder groot dat hij/zij in de volgende beurt een waardevolle serie kan neerleggen, anderzijds zijn je handkaarten aan het einde ook minpunten. Op het einde van het spel zijn ze misschien blij als ze de kaarten aan jou kwijt geraken! Zoals het doosje vermeld is Hamsteren inderdaad ideaal om met drie of vier spelers te spelen. Dit kaartspel is voor ons een ideale filler: eenvoudige spelregels, korte speelduur en toch wat tactische mogelijkheden. De nodige portie geluk voor een filler is uiteraard ook aanwezig. Toch kan dit spel ook perfect dienen voor families, je kan alle tactiek perfect achterwege laten en gewoon op het gevoel spelen. Hamsteren blijft even leuk.

Conclusie: Hamsteren is een leuke, snelle, eenvoudige maar tactische filler!

Hamsteren

Met dank aan 999 Games!

Met dank aan 999 Games!

Hamsteren

Auteur: Francesco Berardi
Uitgever: 999 Games
Aantal spelers: 3 – 4
Tijdsduur: ± 20 min.
Vanaf 8 jaar

Primiera

Spelbeschrijving

primieraVier gekleurde sets kaarten met waarden één tot tien, meer heb je niet nodig voor een spelletje Primiera. Aan het begin van een ronde heb je geen idee met wie je zal samenwerken… speel je deze ronde met één van je medespelers? Maar met welke medespeler zal je dan moeten samenwerken? Of wordt het deze keer toch een rondje alleen en ga je volop voor de dubbele punten? Het kan allemaal, en dat alles met één doel voor ogen: de eerste speler zijn om 21 punten te verzamelen.

Primiera is ontwikkeld voor vier spelers, in de varianten voor twee of drie spelers speelt iedereen steeds voor zichzelf en worden er geen teams gevormd. In het originele spel (voor vier spelers) krijgt iedereen aan het begin één Herald uitgedeeld, dat zijn de vier kaarten met waarde één. De minst goede kaart zou je denken, maar het is wel een Herald die zal bepalen met wie jij deze ronde zal samenwerken. Nadat elke speler één Herald ontvangen heeft worden ook de overige 36 kaarten verdeeld tot alle spelers tien kaarten hebben. Elke speler kiest daarna één kaart (géén Herald) om in het midden van de tafel te leggen, dit worden de startkaarten. Vervolgens begint de startspeler aan zijn eerste beurt, waarin je telkens één kaart speelt en daarmee probeert andere kaarten te verkrijgen. Wanneer je een kaart neemt en er op tafel al een kaart met dezelfde waarde ligt moet je deze kaart nemen. Als je bv. een rode 5 op tafel ligt zal de eerstvolgende speler die een andere vijf (groen, blauw of geel) speelt deze kaart mogen nemen. Wanneer er meerdere passende kaarten liggen mag je één kaart kiezen. Wanneer er geen passende kaart ligt kan je in het beste geval twee (of zelfs meer) kaarten nemen waarvan de som gelijk is aan je zonet gespeelde kaart. De kaarten die je op deze manier verzameld komen op een aparte stapel te liggen en zullen van belang zijn voor de volgende puntentelling. De eerste speler die zijn/haar Herald uitspeelt zal bepalen met wie hij/zij in het team zal zitten, de pijl op de kaart toont aan of je alleen, met je linker, rechter of overbuur in het team zit. De volgende Heralds die gespeeld worden hebben geen effect meer. Nadat alle spelers hun kaarten hebben uitgespeeld volgt de puntentelling, er zijn elke ronde vier punten te verdienen: één voor het team met de meeste kaarten, één voor de meeste gele kaarten, één voor de meeste kaarten met een 7 en één voor het team dat de beste Primiera score kan maken. De Primiera score wordt gemaakt uit maximum vier kaarten van een verschillende kleur. Diegene die er tijdens het spel in slaagt om alle kaarten van tafel te namen krijgt een extra bonuspunt. Alle spelers van het team krijgen even veel punten, daarna worden de kaarten opnieuw gedeeld voor de volgende ronde. De kans is groot dat je de volgende ronde met een andere speler in het team zit. De speler die er als eerste in slaagt om 21 punten te halen wint het spel.

Onze mening

Primiera is één van de vele kaartspelletjes die elk jaar op de markt verschijnen. Qua regels leek ook deze weer een unieke draai aan een klassiek getint spel te geven. De spelregels zijn eenvoudig: kaartje weggooien om een ander kaartje met exact dezelfde waarde op je puntenstapel te leggen. Als dat niet kan ben je gelukkig, want dan kan je misschien wel twee of drie kaarten nemen… of misschien heb je gewone brute pech en krijg je er niets voor in de plaats. Met twee of drie spelers komt er ook niet meer bij kijken en kan je er dan ook niets meer in zien dan een ordinair kaartspel, misschien krijg je de fervente kaartspelers er nog mee aan tafel. Hetgeen Primiera wel bijzonder maakt zijn die Herald kaarten, het feit dat je soms alleen speelt en andere keren in een team zit is best leuk gevonden. Soms duurt het lang vooraleer er een Herald gespeeld wordt, andere keren niet. Misschien wil je jouw Herald juist niet als eerste uitspelen omdat de speler waar jouw kaart naar wijst nog niet veel soeps heeft gedaan tijdens deze ronde? Dan maar hopen dat een andere speler een betere Herald uitspeelt. Ook met deze kaarten erbij blijft Primiera een kaartspel dat niet voldoende kan overtuigen om nog op tafel te komen. Het grootste nadeel is wellicht dat het heel lang duurt vooraleer één speler 21 punten heeft, het is zeker geen uitzondering als je 45 minuten aan een stuk kaartjes op tafel zit te leggen voor er een winnaar bekend is.

Conclusie: Primiera is een kaartspel waar weinig op aan te merken valt maar gewoon niet genoeg kan boeien om regelmatig op tafel te komen.

Met dank aan Kaleidos Games!

Met dank aan Kaleidos Games!

PrimieraPrimiera

Auteur: Spartaco Albertarelli
Uitgever: Kaleidos Games
Aantal spelers: 2 – 4
Tijdsduur: ± 45 min.
Vanaf 14 jaar

Machi Koro: Haven

Spelbeschrijving

Machi Koro: Haven is de eerste uitbreiding op Machi Koro, dat al eerder op onze website besproken werd. De Havenuitbreiding voegt niet alleen de mogelijkheid toe om het spel met vijf te spelen, er zijn ook nieuwe bezienswaardigheden en heel wat nieuwe gebouwen. Bovendien zijn alle soorten gebouwen nu niet vanaf het begin beschikbaar maar kan je slechts kiezen tussen 10 verschillende gebouwsoorten.

Aan het begin van het spel krijgt elke speler een extra startgebouw, naast je graanveld en bakkerij heb je nu ook een stadhuis. Dit stadhuis zorgt ervoor dat je één munt ontvangt wanneer je aan het begin van de bouwfase geen geld meer bezit. Om het spel te winnen moet je niet alleen de gebruikelijke vier bezienswaardigheden (of grote projecten) oprichten. Daarvoor zal je ook de haven en het vliegveld moeten oprichten. Van zodra je over de haven beschikt mag je twee toevoegen aan je dobbelresultaat wanneer je hoger dan 10 hebt gedobbeld, het vliegveld levert je 10 munten op als je tijdens je beurt niets aankoopt.

De spelregel die in het basisspel als variant genoemd werd wordt in deze uitbreiding standaard gebruikt: alle voorraadkaarten worden door elkaar geschud en vormen een gedekte trekstapel. Daarna worden er kaarten open gelegd tot er 10 verschillende gebouwen open liggen. Tijdens de bouwfase kan je uit deze kaarten kiezen, na je beurt wordt de voorraad opnieuw aangevuld tot 10 verschillende kaarten. De uitbreiding bevat uiteraard ook nieuwe gebouwen om aan deze voorraadstapel toe te voegen. Zo kan je met het belastingkantoor de helft van het kapitaal van een tegenspeler innen en met de tonijnvissersboot met twee dobbelstenen werpen om te bepalen hoeveel inkomen je krijgt!

Onze mening

In eerste instantie waren we enthousiast over Machi Koro. Later bleek dat het spel toch niet meer op tafel kwam. Niet dat het een slecht spel is, maar er zijn voor ons gewoon heel wat fillers die we leuker vonden. Na de vele enthousiaste commentaren op deze uitbreiding waren we wel benieuwd of de uitbreiding het spel inderdaad beter maakte, waardoor we het erg graag wilden testen. Over één ding kunnen we alvast duidelijk zijn: de uitbreiding maakt Machi Koro inderdaad beter. Het feit dat er slechts 10 verschillende gebouwen beschikbaar zijn zorgt er voor dat elk spel weer anders is, want met zo’n grote stapel aan voorraadkaarten komen (of toch met twee spelers) zeker niet alle kaarten aan bod. De nieuwe (en vooral duurdere) bezienswaardigheden zorgen er voor dat je meer tijd hebt om iets op te bouwen tijdens het spel, terwijl dat in het basisspel niet altijd de moeite waard was. Deze eerste uitbreiding is dan ook in alle opzichten een verbetering voor het spel, maar heeft ons toch niet kunnen overtuigen om Machi Koro nu vaker te spelen. Leuk dat het spel nu ook met vijf spelers op tafel kan, al blijft het jammer dat je daar de uitbreiding voor nodig hebt. De kaarten zitten in een veel te grote doos, maar aangezien dat bij het basisspel ook al het geval was kan je ze nu gewoon samen steken.

Conclusie: Machi Koro: Haven is een grote verbetering voor het basisspel!

Machi Koro: Haven

Met dank aan White Goblin Games!

Met dank aan White Goblin Games!

Machi Koro: Haven

Auteur: Masao Suganuma
Uitgever: White Goblin Games
Aantal spelers: 2 – 5
Tijdsduur: ± 40 min.
Vanaf 7 jaar

Monster Trick

Spelbeschrijving

Monster Trick heeft zijn naam niet gestolen, in dit slagenspel speel je niet zomaar één slag (=trick) per keer maar ben je tegelijkertijd bezig met maar liefst vier slagen! Je zal goed vooruit moeten denken en op het juiste moment de juiste kaart uitspelen… bij de juiste slag. Als je dan ook nog eens kan voorspellen hoeveel slagen je zal binnenhalen komt het helemaal goed.Monster Trick

Afhankelijk van het aantal spelers worden de speelkaarten gesorteerd zodat er exact 12 per speler overblijven. Elke speler krijgt dan ook 12 kaarten en kan daarna beslissen in welke volgorde hij zijn drie overwinningskaartjes voor zich op tafel legt. In de eerste ronde staan er 1, 2 of 3 punten op de kaarten, voor de volgende ronden is dat 2-4-6 en 3-6-9. Vervolgens begint het spel, de startspeler komt uit en legt één van zijn handkaarten op tafel in het gezelschap van één van zijn pionnen. De volgende speler heeft twee keuzes: of hij begint een nieuwe slag (waarbij er maximaal vier slagen tegelijk open mogen liggen) of hij speelt een kaart op de reeds geopende slag. Als je een kaart bij dezelfde slag speelt ben je verplicht om de kleur te volgen, als de zonet gespeelde kaart momenteel de hoogste waarde in de slag is leg je jouw aangeefsteen erbij i.p.v. die van je voorganger, die slag is momenteel van jou. Uiteraard is het ook toegestaan om in dezelfde kleur een nieuwe slag te beginnen en ben je niet verplicht om een hogere kaart te spelen in een reeds bestaande slag, want misschien wil je die slag helemaal niet binnenhalen!

Van zodra er vier kaarten liggen in een slag wordt deze slag als compleet beschouwd, de speler wiens aangeefsteen bij deze slag had liggen draait nu zijn eerste overwinningskaart om. De kaarten van deze slag worden uit het spel verwijderd, daarna gaat het spel gewoon in klokwijzerszin verder. Wanneer je later in deze ronde een tweede of derde slag behaalt dan wordt je eerste overwinningskaart weer omgedraaid en komt het tweede/derde overwinningskaartje open te liggen. Nadat alle spelers hun handkaarten hebben uitgespeeld eindigt de ronde, de overwinningskaart dat op dat moment zichtbaar op tafel ligt bepaalt hoeveel punten je krijgt. Na drie ronden tel je de score van je drie overwinningskaarten op, de speler met de meeste punten wint het spel.

Onze mening

Monster Trick is één van de vele slagenspelletjes dat verschijnt. Een oud fenomeen waar nog steeds nieuwe varianten op blijven verschijnen, en alweer ontdekten ze een boeiende variatie! Het is en blijft een slagenspel en ook het feit dat je vooraf probeert te voorspellen hoeveel slagen je zult behalen hebben we in één of andere vorm al wel eens voorbij zien komen, maar deze keer ben je niet gewoon één slag aan het spelen maar kunnen er tot vier slagen tegelijk open liggen. Een eenvoudige spelregel waardoor dit spel toch boeiend en tactisch kan worden. Een slagenspel met twee spelers is gewoonlijk helemaal niet leuk, maar die mening moeten nu toch herzien: Monster Trick is het eerste slagenspel dat ons met twee spelers helemaal kon overtuigen. Speel je vaak met twee en ben je fan van slagenspellen? Dan is Monster Trick de ideale oplossing! Ook met meerdere spelers is en blijft het een leuk slagenspel, maar in dat segment moet het plots gaan concurreren met vele andere leuke slagenspellen waardoor het toch niet meteen helemaal bovenaan komt te staan.

Conclusie: Monster Trick is een verrassend leuk slagenspel, ook met twee spelers!

Monster Trick

Met dank aan Ravensburger!

Met dank aan Ravensburger!

Monster Trick

Auteur: Ralf zur Linde
Uitgever: Ravensburger
Aantal spelers: 2 – 5
Tijdsduur: ± 40 min.
Vanaf 10 jaar

Jumbo & Co

Spelbeschrijving

Jumbo&CoIn dit kaartspel gaan jouw dieren op jacht in een poging de andere dieren weg te jagen. Probeer te voorspellen wat je tegenstanders zullen spelen, maak de juiste keuze en probeer op deze manier een mooie prooi te verzamelen!

Elke speler krijgt aan het begin een set van 16 kaarten met daarin muizen, katten, honden en olifanten met waarden één t.e.m. vier. Elke ronde zullen alle spelers een kaart kiezen die ze gelijktijdig bekend maken, daarna wordt er per diersoort gecontroleerd wie dat de hoogste kaart speelde. Zo krijgt de beste hond de hulpkaart met de zwarte hond en gebeurt hetzelfde voor de muizen, de katten en de olifanten. Bij een gelijke stand gaat de hulpkaart naar de speler met de op één na hoogste waarde, onder het motto “als twee honden vechten om een been, gaat de derde er mee heen”. Alle dieren met de hulpkaart kunnen vervolgens dieren wegjagen: de olifanten jagen de honden weg, de katten gaan lopen van de honden, de muizen hebben schrik van de katten maar jagen op hun beurt de grote olifanten weg. Als jouw dier niet het beste in zijn soort was is het misschien wel meteen een prooi voor één van de andere dieren! Alle dieren die niet werden opgegeten (dus o.a. de ‘winnende’ dieren van deze ronde) blijven als prooi liggen voor de volgende ronde. Na 16 ronden eindigt het spel en telt iedere speler zijn stapel met prooien. De diersoort is daarbij niet van belang maar de opgedrukte waarde wel. De speler met de meest waardevolle prooien wint het spel!

Onze mening

Jumbo & Co is een heruitgave van ‘Mausen’ dat Abacusspiele eerder al in 2004 op de markt bracht. Het spelletje en de kaarten zijn onveranderd, enkel het doosje heeft een andere achtergrondkleur gekregen. Vernieuwend is het spelprincipe dus niet, het doet ons ook denken aan enkele andere spelletjes in onze collectie, waaronder Om Nom Nom. Bij een heruitgave mochten ze de kaarten van ons ook wel in een nieuw jasje steken, ze zien er gewoon ouderwets en saai uit en zijn niet uitnodigend. Een soort slagenspel waarbij je 16 ronden na elkaar een kaart speelt en probeert in te schatten wat je tegenspelers zullen doen. De ene keer lukt dat goed, de andere keer loopt alles heel anders dan je dacht. Zeker geen slecht spel, maar ook zeker geen uitblinker die het kan halen van de vele andere kaartspellen in onze kast. De spelregels zijn erg eenvoudig, maar toch kan het lastig worden om het aan een niet-speler uit te leggen. Net zoals andere spellen in dit genre geldt: hoe meer spelers, hoe leuker. Terwijl het met drie spelers nog iets gemakkelijker is om in te schatten wordt het met zes spelers wellicht heel onvoorspelbaar, maar daarom niet minder leuk.

Conclusie: Jumbo & Co is een snel kaartspel, maar zeker geen uitblinker in zijn categorie.

Jumbo & Co

Met dank aan ABACUSSPIELE!

Met dank aan ABACUSSPIELE!

Jumbo & Co

Auteur: Detlef Wendt
Uitgever: ABACUSSPIELE
Aantal spelers: 3 – 6
Tijdsduur: ± 15 min.
Vanaf 8 jaar

MammuZ

Spelbeschrijving

MammuZEekhoorns, mammoeten, tijgers, dinosauriërs… Enkele van de diersoorten die we in dit spelletje zullen verzamelen. Vele soorten zullen langzamerhand uitsterven, maar de dinosauriërs zullen deze keer wél overleven! Voor één keer wordt vals spelen toegelaten, maar lukt het jou om je kaarten als eerste uit te spelen?

Aan het begin van het spel krijgt elke speler – afhankelijk van het aantal spelers – 7 tot 10 kaarten op hand. Op elke kaart staat aangegeven hoe vaak dat type dier voorkomt in het spel, als je het volledige set verzameld hebt mag je die kaarten afleggen op tafel: vanaf dat moment is deze diersoort uitgestorven. Tijdens je beurt leg je 1 tot 4 kaarten gedekt op tafel, je vertelt daarbij wélke kaarten dat zijn. Maar zoals eerder gezegd: vals spelen is toegelaten! Misschien maak jij je tegenspelers wijs dat je zonet twee muizen op tafel hebt gelegd, maar is dat wel zo? Aan de volgende speler om te beslissen of hij je al dan niet vertrouwt! Ofwel gaat deze speler hierop verder en legt hij ‘zogezegd’ ook muizen op tafel, ofwel bewijst hij dat de vorige speler fout was door één van zijn/haar kaarten om te draaien. Als daarmee bewezen wordt dat de vorige speler vals speelde moet deze als straf alle gespeelde kaarten die op tafel liggen op hand nemen, in het andere geval moet de speler die dat wilde bewijzen deze kaarten nemen. Op deze manier kan je natuurlijk ook dinosauriërs tegen het lijf lopen, in dat geval is het steeds afwachten wat er met de afgelegde kaarten zal gebeuren. De dinosaurus kaart beslist naar welke speler deze gaan, misschien worden ze wel verdeeld onder alle spelers of moeten ze uit het spel verwijderd worden! Op deze manier gaat het spel gewoon verder tot wanneer één speler al zijn kaarten heeft kwijtgespeeld en het spel wint.

Onze mening

Een eenvoudig kaartspelletje waarbij je toch even moet wennen aan de spelregels, terwijl je bij het soortgelijke Perudo wel van waarde kan veranderen ben je nu verplicht om met dezelfde diersoort verder te gaan. Als je gelooft dat je voorganger écht vier muizen heeft kunnen spelen dan kan je niet anders dan te bluffen en te hopen dat de volgende speler daar intrapt. Sommige kaarten wil je graag kwijt, maar andere keren wil je de kaarten op tafel misschien juist wél verzamelen aangezien je dan misschien een set kaarten kan uitspelen en plots heel wat kaarten minder op handen hebt. De mooie illustraties op de kaarten maken het spelletje alleen maar leuker. Het is een eenvoudig en snel kaartspel, maar misschien net niet speciaal genoeg om het te halen van de vele andere spellen in onze kast, maar dat zal de toekomst uitwijzen.

Conclusie: Snel, eenvoudig en leuk!

MammuZ

Met dank aan ABACUSSPIELE!

Met dank aan ABACUSSPIELE!

MammuZ

Auteur: Nikolay Pegasov
Uitgever: ABACUSSPIELE
Aantal spelers: 3 – 7
Tijdsduur: ± 20 min.
Vanaf 7 jaar