Spelbeschrijving

Er was eens een zeug dat besloot haar drie biggetjes op pad te sturen om de wereld te ontdekken. Ze maakten steeds ruzie en lukten er niet in samen een huis te bouwen, er zat dus niets anders op dan elk een eigen huis te maken … Iedereen kent het sprookje van de drie biggetjes wellicht. Elke speler droomt ervan een mooi en sterk huis te bouwen om te overwinteren, maar vergeet niet dat de wolf ook nog rond dwaalt in het grote bos, wie weet komt hij net jouw huisje omver blazen!

Als je aan de beurt bent kan je de vijf dobbelstenen tot 3 keer rollen, je kan daarbij kiezen of je dobbelstenen aan de kant wilt houden of niet, maar telkens je een wolf gooit ben je verplicht deze aan de kant te leggen! Als je besluit te stoppen met dobbelen kan je verder bouwen naargelang je dobbelresultaat. Op de dobbelstenen staan, buiten de wolven, de drie bouwdelen van de huisjes: deuren, ramen en daken. Afhankelijk van het aantal keer dat je hetzelfde symbool dobbelde bouw je één of meerdere huistegels, zo kan je met 2 identieke symbolen een onderdeel van stro bouwen, met 3 een houten en met 4 een stenen. Elk huis begint steeds met een deur of een raam en zolang je geen dak hebt geplaatst kan je naar believen onderdelen toevoegen, maar je kan uiteraard slechts één deur en één dak hebben per huis. Anders dan in het sprookje kan je onderdelen van stro, hout en steen combineren in één huis. Wanneer je twee wolven hebt gedobbeld kan je deze beurt echter niet bouwen want dan is de wolf op komst! Je kiest een huis van één van je tegenstanders en blaast daarna het wiel. Het resultaat op het wiel bepaalt het type van materiaal dat weggeblazen wordt van het gekozen huis. De kans dat je daarbij alle onderdelen van stro wegblaast is 1 op 2, terwijl je maar één kans op zes hebt dat je stenen onderdelen kan wegblazen. Zijn er geen onderdelen van dat materiaal in het gekozen huis? Pech, dan gebeurt er niets en is je beurt voorbij.

Het spel eindigt als een bepaald aantal stapels is uitgeput, afhankelijk van het aantal spelers. Daarna volgt de puntentelling waarbij alle varkenshoofdjes op de afgewerkte huizen geteld worden, een onderdeel van stro zal dus minder punten opleveren dan één van steen. De huizen die niet afgewerkt zijn leveren geen punten op. Daarnaast zijn er ook nog punten te verdienen voor de bloempotten die op je bouwtegels staan, iets waar je tijdens het spel dus ook rekening probeert mee te houden tijdens het bouwen.

Er is ook een variant voorzien waarbij je 6 bonuskaarten mee kan verdienen. Drie van deze kaarten kunnen tijdens het spel gewonnen worden door een compleet afgewerkt huis te bouwen in één van de drie materiaalsoorten. De eerste die daar in slaagt krijgt het bijhorende kaartje ter waarde van 2 punten. Het bonuskaartje kan je niet meer kwijtspelen, ook al wordt je huis later omgeblazen. De andere drie bonuskaarten zorgen elk voor drie bonuspunten aan het einde van het spel: voor diegene met de meeste bloempotten, diegene met de meeste huisjes en diegene met het hoogste huis!

Onze mening

Het concept van deze reeks is erg leuk: spellen rond sprookjes die je uit je kindertijd kent. Bovendien ziet de doos er ook erg fraai uit: het ziet er uit als een boek en heeft binnenin ook nog een handige inleg. Naast de spelregels zit er ook een afzonderlijk boekje bij met het verhaaltje, een erg leuk detail. Het spel valt in de smaak bij kinderen maar ook als tussendoortje bij volwassenen. De variant met kaarten laat je bij de kinderen gewoon weg, en dan kan het wat ons betreft al vroeger gespeeld worden dan de aangegeven 7 jaar. Ons neefje van bijna 5,5 jaar speelt het spel vrolijk mee, maar ook vrienden en familie kunnen zich wel eens amuseren met het spel.

Soms lijkt het spel niet volledig tot zijn recht te komen. In de 15 sessies dat we achter de rug hebben is er erg weinig geblazen. De wolven staan enkel op de zwarte dobbelstenen (3 van de 5) en deze worden al gauw aan de kant gehouden om te vermijden dat je moet blazen. Als er geblazen wordt ben je nooit zeker dat je effectief iets zal afbreken, tenzij je een huis kiest waar alle materiaalsoorten aanwezig zijn, maar zo’n huizen zijn er niet altijd aanwezig! Bovendien kan je die beurt zelf niets bouwen en lijkt het een verloren beurt. Sommige spelers proberen bewust de zwarte dobbelstenen te bewaren in de hoop wel te kunnen blazen, soms moet je dat ook wel doen om te vermijden dat de grote geluksvogel zomaar wint, maar of je daarmee zelf gaat winnen is maar de vraag. Je wilt dus vooral zelf opbouwen en daar zijn wel enkele keuzes te maken: ga je voor de stenen onderdelen, die meer punten opleveren én amper kunnen afgebroken worden? Of ga je voor meerdere goedkopere onderdelen? Als je meerdere huisjes kan afwerken heb je misschien ook meer punten. Het geluk moet ook een beetje aan je kant staan, want zonder dak kan je je huis nooit afwerken, en een onafgewerkt huis telt helemaal niet mee bij de puntentelling. Uit onze speelsessies blijkt dat diegene met de meeste stenen huisjes wel een erg grote kans maakt om het spel te winnen. Het blazen zorgt steeds voor veel lachbuien en ontzettend veel plezier, maar toch zijn er steeds spelers die liever het pijltje met de vingers wegtikken i.p.v. te blazen.

Conclusie: The Three Little Pigs is een leuke filler dat wellicht nog regelmatig op tafel zal komen met verschillende leeftijden!


The Three Little Pigs

Auteur: Laurent Pouchain
Uitgeverij: IELLO
Aantal spelers: 2 – 5
Tijdsduur: ± 20 min.
Vanaf 7 jaar