Nowhere to Go

Spelbeschrijving

Nowhere to GoSluip rond met je spion en blokkeer de juiste steegjes in een ultieme poging om je tegenstander dwars te zitten. Van zodra je tegenstander nergens heen kan aan het begin van zijn beurt eindigt het spel en ben jij de verdiende overwinnaar!

Als je aan beurt bent staan je twee dingen te wachten: om te beginnen verplaats je jouw spion zover je zelf wilt, zolang je geen geblokkeerde bruggen oversteekt is alles toegelaten, daarna mag je eender welke doorgang blokkeren. Vervolgens is je tegenstander aan de beurt, ook hij zal zijn pion verplaatsen en een doorgang blokkeren. Het spel gaat op deze manier verder tot wanneer één van de spelers aan het begin van zijn/haar beurt niet meer kan bewegen. Dat kan zijn doordat alle doorgangen geblokkeerd zijn met de blokkages, maar het kan ook gebeuren dat je niet kan passeren omdat je tegenstander in de weg staat!

Onze mening

Dit tweepersoonsspelletje is kort, strategisch en abstract. Er zijn best wel wat mogelijkheden, probeer je tegenstander in de val te lokken zonder dat hij het doorheeft… maar voor je het weet kan je zelf geen kant meer uit! Een speelsessie neemt hoogstens 10 minuutjes in beslag, het spel heeft een hoog vier-op-een-rij gehalte. Het materiaal ziet er niet ontzettend mooi uit maar is wel erg functioneel.

Conclusie: Geen topper, maar zeker degelijk genoeg voor even tussendoor.

Nowhere to Go

Met  dank aan Morning Players!

Met dank aan Morning Players!

Nowhere to Go

Auteur: Hank Atkins
Uitgever: Educational Insights
Aantal spelers: 2
Tijdsduur: ± 10 min.
Vanaf 8 jaar

Longhorn

Spelbeschrijving

LonghornDit tweepersoonsspel is genoemd naar een fokkerij Long Horn, die op zijn beurt de naam kreeg van een koe afkomstig uit Mexico. Het spel draait echter niet om het houden van een boerderij, want de boeren worden belaagd door vee-dieven. De spelers kruipen in de rol van twee gevreesde boeven: Eagle Perkins en Jessie Artist Byrd. Wat je moet doen? Vee stelen en zien dat je rijk wordt, tiens! Of misschien kan je er gewoon voor zorgen dat je tegenstander gevangen genomen wordt door de Sheriff, dan kan jij rustig je gangetje gaan en win je het spel meteen.

Aan het begin van je beurt ligt de boevenmunt met jouw rol naar boven in één van de 12 grondgebieden. Je neemt al het vee in één bepaalde kleur en waarna je de boevenmunt evenveel stappen verzet als het aantal koeien dat je zonet genomen hebt. Als je drie koeien steelt zal je de munt dus ook drie stappen moeten verplaatsen. Om je beurt te eindigen draai je de boevenmunt om waardoor de spelersfiguur van je tegenstander nu omhoog ligt. Wanneer je het laatste vee op jouw locatie hebt genomen moet je ook het actiekaartje van die locatie uitvoeren, zo’n actie kan zowel positief als negatief uitdraaien. Je kan er bijvoorbeeld puur goud (= punten) mee verdienen, epidemieën mee veroorzaken (waardoor één ras volledig wordt uitgeroeid), hinderlagen vormen en daarmee goud of vee stelen van je tegenspeler. Met een smakelijk elixir kan je nog een beurt uitvoeren maar door de ratelslang zal je enkele van je zuurverdiende koeien weer moeten afgeven. Tenslotte heb je nog het actiekaartje met het symbool van de Sheriff, als er één kaartje is dat je niet wilt nemen, is het dit wel! Van zodra je verplicht bent om dit kaartje te nemen eindigt het spel en wint je tegenspeler.

Slechts 12 van de 19 actiekaartjes doen mee tijdens het spel, het kan dus perfect gebeuren dat je een sessie speelt zonder het actiekaartje van de sheriff, want naast het nemen van de sheriff zijn er ook nog twee andere mogelijkheden om het spel te eindigen. Wanneer een speler er in slaagt om alle 9 koeien uit dezelfde kudde (=kleur) te verzamelen eindigt het spel meteen en is dit de winnaar, maar ook wanneer een speler na het nemen van vee geen geldige verplaatsing meer kan doen (omdat de bestemming al leeggeroofd is) eindigt het spel, dan volgt er een korte puntentelling: de waarde van je gevangen vee hangt af van hetgeen er nog op de boerderij aanwezig is. Als er bv. nog twee witte koeien in Long Horn zijn, dan zijn al jouw witte koeien 200$ waard. Als die kleur niet meer op het erf aanwezig is levert dit vee je helaas ook geen punten op. Daar tel je de verzamelde schatkisten (actiekaartjes) bij op, de speler die daarna het meeste geld verzameld heeft wint het spel.

Onze mening

Een tweepersoonsspel dat ons na de eerste leessessie al intrigeerde en na de eerste speelsessie meteen overtuigde. Heel eenvoudige spelregels en toch zoveel om over na te denken. Je hebt aan het begin zoveel mogelijkheden, probeer je alle koeien van eenzelfde kleur te verzamelen of ga je voor alle kleuren? Hoe meer koeien van het erf gestolen zijn, hoe minder ze dus ook zullen opleveren. Of probeer je je tegenstander in de val te lokken en bij de sheriff te laten eindigen? Het spel is ook elke keer anders: de gebieden kunnen in een andere volgorde liggen en die bepalen hoeveel koeien er op de locaties gelegd worden, er zitten altijd verschillende actiekaartjes in het spel en bovendien liggen die ook steeds op een andere plaats. Na enkele speelsessies zijn we het nog lang niet beu gespeeld, de kans is groot dat het nog vaker op tafel zal komen. De illustraties zijn erg mooi en ook het materiaal is van goede kwaliteit!

Conclusie: Een top spel voor twee spelers verpakt in een compact doosje!

Longhorn

Met dank aan Blue Orange!

Met dank aan Blue Orange!

Longhorn

Auteur: Bruno Cathala
Uitgever: Blue Orange Games
Aantal spelers: 2
Tijdsduur: ± 15 min.
Vanaf 8 jaar

Ostfriesenlauf

Spelbeschrijving

ostfriesenlauf-2Ostfriesenlauf is een turbulente race waar iedereen slechts één doel voor ogen heeft: als eerste over de finish passeren! De laatste in de rij speelt als eerste een instructiekaart, maar pas nadat ook alle andere spelers een instructiekaart gespeeld hebben worden ze één voor één afgehandeld. Misschien verandert de positie van de spelers onverwacht, of blijft alles gewoon zoals het was?

Ook wanneer er minder dan vier spelers deelnemen worden alle spelersfiguren gebruikt, op het ogenblik dat een ongebruikte spelerskleur aan beurt is wordt de bovenste kaart van de bijhorende stapel genomen en bij de instructiekaarten van die ronde gelegd. Er zijn vier verschillende stapels, genummerd van 1 tot 4, die hebben altijd invloed op de speler in de vernoemde positie… Die invloed is echter niet altijd positief maar kan de figuur in kwestie ook verplichten om achterwaarts te gaan. Aangezien de positie van de figuren tijdens de ronde wijzigt kan het perfect gebeuren dat een actie anders loopt dan verwacht: stel dat de laatste (rode) pion eerst zes stappen voorwaarts mag doen en daarbij de derde speler voorbij steekt… als de volgende kaart zegt “de derde speler mag zijn figuur net achter de leider zetten” mag de rode pion alwéér vooruit… die is inmiddels derde geworden en met wat geluk staat die nu plots bij de kopgroep!

De opdrachten op de instructiekaarten zijn steeds verschillend: soms moet je de pion in kwestie voor- of achterwaarts verplaatsen, andere keren mag je de positie ruilen met een andere speler of je voorganger plots voorbijsteken. Sommige kaarten laten je zelfs toe om de finishlijn te verplaatsen, maak je de race een beetje langer of wat korter? Van zodra minstens één speler aan het eind van de ronde de finishlijn overschreden heeft eindigt het spel, het kan dus ook gebeuren dat een speler de finishlijn achterwaarts oversteekt! De speler die de finishlijn als eerste oversteekt wint het spel.

Onze mening

Ostfriesenlauf staat al een tijdje onaangeroerd in de kast, de lay-out roept niet meteen om gespeeld te worden. Dit spel uit 2005 werd vorig jaar in Essen opnieuw uitgebracht, het is niet duidelijk of er in vergelijking met de eerste versie verschillen zijn in de lay-out, maar het lijkt nog steeds op een spel uit de jaren stillekes. Jammer, want het spel zelf mag er best wel zijn. Een partyspel waar je weinig in de hand hebt. Wat geluk, inschatten wat je tegenstanders gaan doen en de juiste kaart op het juiste moment spelen. In een losse sfeer en met de juiste medespelers kan dit het perfecte spel zijn, maar daar komt alweer die lay-out om de hoek piepen: geen enkele medespeler voelt zich geroepen om dit spel te spelen bij het zien van de doos en/of het materiaal… en je kan het hen niet kwalijk nemen. Het basisidee is een spel voor vier spelers, maar toch werkt het ook met andere spelersaantallen erg goed.

Conclusie: Een leuk partyspel in een erbarmelijke lay-out.

Ostfriesenlauf

Met dank aan Clicker Spiele!

Met dank aan Clicker Spiele!

Ostfriesenlauf

Auteur: Stephan Riedel
Uitgever: Clicker Spiele
Aantal spelers: 1 – 4
Tijdsduur: ± 15 min.
Vanaf 10 jaar

Mad City

Spelbeschrijving

Mad CityIn Mad City neem je de rol van een gehaaste architect op jou, het is een race tegen de tijd om de beste metropolis ter wereld te bouwen. Je wilt niet alleen een mooie en levendige stad oprichten, je wilt het vooral nét dat tikkeltje beter doen dan je concurrenten. Wees snel maar efficiënt en gebruik de middelen die je voor handen krijgt. Waar wacht je nog op? Het is tijd om te beginnen!

Aan het begin van elke ronde nemen alle spelers 9 stadstegels (gedekt) uit de zak, van zodra de zandloper wordt omgedraaid hebben ze maar één doel voor ogen: een stad maken van drie op drie. Daarbij is er geen enkele verplichting, doodlopende straten en verschillende zones door elkaar? Geen probleem, maar als je punten wilt scoren dan kan je toch maar beter wat opletten. Op het einde van de ronde worden de verschillende steden gescoord, om te beginnen krijgt de speler met de langste weg even veel punten als zijn/haar weg lang is. Daarna scoren alle spelers punten naargelang de verschillende zones in hun stad. Het aantal punten dat je krijgt voor een bepaalde zone is afhankelijk van de kleur en het aantal gebouwen in die zone. Zo levert een gele zone met 13 (of meer) gebouwen je 5 punten, terwijl zo’n zone met 6 gebouwen maar één schamel puntje oplevert. Voor vijf blauwe gebouwen in een blauwe zone kan je dan weer 5 punten scoren… je kan al wel vermoeden dat die blauwe gebouwen/zones dan ook iets zeldzamer zijn. Naast deze punten kan je ook nog de parkwachter grijpen, dat is de enige manier om punten te scoren voor de parken en de vijvers in je stad … maar wees snel, want misschien hebben je tegenstanders die ook wel op het oog!

Tot zover de puntentelling in het basisspel. Op die manier speel je verder tot wanneer minstens één speler 150 punten heeft bereikt, de speler met de meeste punten wint het spel. Als je dit goed onder de knie hebt en/of je graag iets meer uitdaging krijgt is er ook de standaardvariant. Hierbij scoor je niet ‘zomaar’ punten voor al je zones maar zal je deze eerste moeten ontgrendelen. Om punten te scoren met een grote gele zone (meer dan 13 gebouwen) zal je minstens twee keer zo’n zone moeten maken, pas vanaf de derde keer scoor je effectief 5 punten. Hetzelfde geldt voor (bijna) alle andere zones, waarbij je sommige zones al na één keer kunt ontgrendelen en anderen pas na vijf keer! Ook de werking van de parkwachter is nu verschillend: je mag die enkel nemen als je klaar bent met bouwen en dus niets meer aan je stad wilt veranderen. De langste weg wordt nu niet meer gescoord, al kan je er wel voor kiezen om je persoonlijk score-token voor de langste weg te nemen. Als achteraf blijkt dat je effectief de langste weg hebt krijg je 3 punten, als je het token genomen hebt maar toch niet de langste weg hebt gemaakt verlies je 2 punten! Op dezelfde manier zijn er nu ook tokens voor de grootste zones. Ook in het standaard spel worden er verschillende ronden gespeeld, maar nu eindigt het spel van zodra minstens één speler 100 punten verzameld heeft.

Onze mening

We begonnen met gemengde gevoelens aan dit puzzelspel: we zijn wel voor abstracte spellen maar houden totaal niet van spellen met tijdsdruk. Mad City was in dat opzicht zeker een meevaller, al zal het ook nooit tot ons favorieten behoren. Er zijn heel wat dingen waar je rekening mee wilt houden en tegelijkertijd kan je niets verkeerd doen. In eerste instantie wil je vooral grote zones vormen, na enkele ronden wordt je er steeds beter in en ga je sneller uittellen, twee zones van 7 gebouwen leveren namelijk meer punten op dan één zone met 14 gebouwen. Enkel de werking parkwachter was in het basisspel vrij bizar, het is daarbij niet verplicht om deze pas aan het einde te pakken, dan grijp je toch meteen naar die parkwachter van zodra de tijd gestart is? Ook het feit dat diegene met de langste weg dat volledig aantal punten kreeg was vrij doorslaggevend. Ondanks deze minpuntjes konden we het basisspel toch appreciëren. De standaardvariant werd alleen maar beter aangezien de minpuntjes van de parkwachter en de langste weg inmiddels weggeholpen waren. Nu kan je de parkwachter pas nemen als je klaar bent met bouwen en is het een risico om de langste weg te scoren, je kan er ‘maar’ drie punten mee winnen maar je kan er nu ook punten mee verliezen! Ook het principe om de puntentelling eerst te ontgrendelen is erg speciaal in deze versie, het brengt toch een klein tikkeltje strategie in het spel: probeer je steeds dezelfde zones te maken en daar veel mee te scoren? Of probeer je alles te ontgrendelen zodat je in de laatste ronden steeds punten scoort? Of ga je voor de bonussen voor de langste weg of grootste zone(s)? Heel wat om over na te denken, en dat op een minuut tijd! Één nadeel ondervonden we helaas in beide varianten: als je één of twee ronden slechter gespeeld hebt is het haast onmogelijk om je tegenspeler(s) nog in te halen.

Conclusie: Mad City is een puzzelspel met tijdsdruk en je hebt heel wat om over na te denken.

Met dank aan Mayfair Games!

Met dank aan Mayfair Games!

Mad CityMad City

Auteur: Kane Klenko
Uitgever: Mayfair Games
Aantal spelers: 1 – 6
Tijdsduur: ± 30 min.
Vanaf 8 jaar

The Game

Spelbeschrijving

The GameDe bedoeling is simpel: werk samen met je medespelers en orden de 100 kaarten op vier stapels waarbij twee stapels enkel in stijgende richting gaan en de twee anderen in dalende richting. Makkelijker gezegd dan gedaan, zeker als je niet mag weten welke kaarten je tegenspelers op hand hebben.

Nadat de vier richtingkaarten op tafel werden gelegd krijgen alle spelers zes kaarten op hand (7 met twee spelers) en kan het spel beginnen. Als je aan beurt bent heb je maar één opdracht: minstens twee kaarten op de stapels leggen, meer mag maar hoeft niet. De inleiding heeft alles al verklapt, twee van de stapels zullen steeds in stijgende lijn moeten gaan, de andere twee omgekeerd. Daar is één uitzondering op, want als je een kaart kan aanleggen die exact 10 lager/hoger is dan mag je voor die ene kaart zondigen aan het reglement. Uiteraard is het toegelaten om met elkaar te praten, maar het is wel strikt verboden om daarbij concrete getallen uit te spreken! Je kan je tegenstanders wel afraden om op een bepaalde stapel verder te gaan of je kan vragen om geen te grote sprongen te doen. De communicatie loopt wel los naarmate het spel vordert. Aan het einde van je speelbeurt vul je je hand opnieuw aan tot zes kaarten en is de volgende speler aan de beurt.

Wanneer de stapel kaarten op is is het niet meer verplicht om twee kaarten tijdens je beurt te spelen, één kaart is vanaf nu voldoende. Van zodra een speler tijdens zijn beurt niet kan voldoen aan het minimum aantal te spelen kaarten eindigt het spel meteen. Als je er in geslaagd bent om alle kaarten op de stapels te spelen ben je allemaal samen gewonnen, als dat niet gelukt is worden de strafpunten opgeteld. Elke overblijvende handkaart en eventueel overgebleven kaarten in de stapel leveren één strafpunt op. Elke score waarbij je minder dan 10 strafpunten hebt wordt door de spelregels gezien als excellent. Als je dit eenmaal onder de knie hebt kan je de moeilijkheidsgraad verhogen door het aantal verplicht te spelen kaarten op te trekken naar drie of door het aantal handkaarten te verlagen.

Onze mening

Het doosje en de lay-out van de kaarten sprak ons eerlijk gezegd niet meteen aan, maar na het lezen van de spelregels konden we er niet snel genoeg aan beginnen. Ten eerste spelen we graag coöperatieve spellen, ten tweede deed het ons wat denken aan Hanabi, nog steeds één van onze favoriete coöperatieve spellen. Na een eerste speelsessie waren niet alleen wij maar ook onze medespelers enthousiast, dat smaakt naar meer. Met 8 strafpunten hadden we dat niet slecht gedaan, maar het is zo’n spelletje waarbij je steeds meer en steeds beter wilt presteren! Enerzijds vinden we het jammer dat je bij dit coöperatief spel geen afgebakende lijn hebt tussen winst en verlies, anderzijds zorgen de (straf)punten net voor die verslavende factor waardoor je het spel steeds opnieuw wilt spelen. De communicatie met je medespelers is top in dit spel, je mag geen concrete getallen zeggen, maar door te zeggen dat niemand nog een kaart mag leggen op één bepaalde stapel is het soms best wel duidelijk. We slaagden er twee keer in om alle kaarten uit te spelen en dus een perfecte score te halen, één keer met twee spelers, één keer met vijf spelers. Het werd daarbij duidelijk dat je maar best van die sprongen (10 omhoog/omlaag in de andere richting) gebruik kan maken, al is ook dat weer gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het aantal spelers heeft duidelijk invloed op het spel, met 2 spelers heb je maar 12 kaarten in het spel en met 5 spelers 30, de kans dat je dan al is terug omhoog kan springen is in dat laatste geval ook groter, al loopt de communicatie met zoveel spelers toch heel anders dan met twee. We slaagden er nog niet in om het spel te winnen op een hogere moeilijkheidsgraad, maar het is zeker een pluspunt dat die optie bestaat. Dit coöperatieve kaartspel komt hier wellicht nog vaak op tafel!

Conclusie: Alweer veel speelplezier in een klein doosje.

The Game

Met dank aan White Goblin Games!

Met dank aan White Goblin Games!

The Game: Spiel … so lang du kannst!

Auteur: Steffen Benndorf
Uitgever: Nürnberger Spieleverlag & White Goblin Games
Aantal spelers: 1 – 4

Tijdsduur: ± 20 min.
Vanaf 8 jaar

Dierenset Boerderij

Spelbeschrijving

BoerderijDit dierenset is een uitzondering op de andere spellen hier op onze website. In tegenstelling tot alle andere gezelschapsspellen moet je met dit dierenset helemaal alleen spelen, je krijgt opdrachten om de dieren te voederen of te verzorgen, of je krijgt opdrachtjes van de boer. Misschien moet je wel op zoek naar alle vogels of kan je een quiz doen om je kennis over de dieren wat bij te schaven. Niet veel ruimte om te spelen vandaag? Neem dan gewoon de speelfiguren, de tiptoi-pen en het kleine kartonnen besturingspaneel mee en je kan gewoon verder spelen.

In de doos vind je alles wat te maken heeft met het leven op de boerderij: het erf van de boer, een grote stal, een voederbak, voederfiches, strobalen, afsluitingen en uiteraard de drie dieren waar alles om draait: de koe Louisa, het veulen Junior en het varkentje Finn. Net zoals bij alle andere tiptoi-spellen kan je ook hier de modi ontdekken, weten en vertellen kiezen, maar wij testen uiteraard voornamelijk de vierde modus ‘spelen’. Je hebt deze keer keuze uit drie verschillende spellen: de rode, groene of blauwe ster. De rode ster brengt je een zoekspel, je zal heel de boerderij moeten uitkammen op zoek naar bepaalde voorwerpen. Voor één van de opdrachten zal je 10 vogels moeten zoeken en aanduiden, maar elke keer je het spel speelt zal je wellicht iets anders moeten zoeken! Achter de groene ster schuilen zorgspelletjes, je kiest met welk dier je wilt spelen en de pen zal vervolgens vertellen wat er nodig is. Misschien is je dier wel gewond? Dan zal de pen je vragen om eerst de verbandkoffer te halen in de stal en het dier vervolgens in de stal te verzorgen. Andere keren heeft een dier dorst, ga dan eerst op zoek naar de emmer, vind de tuinslang en vraag aan de boerin of ze even wilt helpen om de emmer te vullen! Telkens je dit spel kiest zal je een andere opdracht voorgeschoteld krijgen. Tenslotte heb je de blauwe ster voor de geluidenquiz, je tipt zoveel dieren aan als je wilt, je kan buiten de drie dieren in dit set namelijk ook nog extra dieren bij aanschaffen. De pen laat je nu de geluiden van de dieren horen, kan jij ze achteraf in de correcte volgorde weer aanduiden? Als dat goed lukt kan het uiteraard ook nog moeilijker, want soms laat de pen ook geluiden horen van dieren die deze keer niet meespelen, aan jou om goed te onthouden in welke volgorde de wél meespelende dieren aan bod kwamen!

Je kan ook met de speelfiguren apart spelen, en ook nu heb je keuze uit verschillende spellen. Misschien laat de pen je wel een hele tekening maken: heb je papier, potlood en kleurtjes bij de hand? De boer verteld wat er allemaal te zien is, laat je fantasie de vrije loop en tip op het dier als je klaar bent met tekenen, dan gaat de boer gewoon verder met tips van dingen die je nog aan de tekening kan toevoegen. Een ander spel laat je gedichtjes verzinnen, de pen leest twee regels uit een gedichtje voor, weet jij welke zin daar het beste achter past? Je kan uiteraard ook steeds een quiz doen over het bepaalde dier, de pen stelt een vraag en jij laat via het kartonnen besturingspaneel weten of het 1e of 2e antwoord correct is. De opdrachten zijn steeds verschillend, klaar om op ontdekking te gaan?

Onze mening

Dit spel hoort niet meteen bij het gamma van spellen dat we gewoonlijk testen, al vonden onze kleine neefjes het uiteraard wel heel leuk om met de boerderij te spelen. Het is alvast een spel waar de kinderen alleen en rustig mee bezig kunnen zijn, zeker een pluspunt! Anderzijds kan je bij het woordje ‘alleen’ toch wel wat vraagtekens plaatsen. Je speelt een spel, je krijgt een opdracht en als je alles gedaan hebt is het plots stil en weten de kinderen niet wat doen. “Wat moet ik nu doen?” De pen zegt niet eens dat het spel is afgelopen en je een nieuw spel kan beginnen, dat moet je dan maar zelf weten. Bovendien zijn de spelletjes zodanig kort, je moet 2 à 3 dingen aanduiden op de boerderij om vb. een dier te verzorgen en dan plots is het gedaan. Het had leuker geweest als de opdrachten elkaar zouden opvolgen en je het dier meteen kon gaan wassen of eten geven nadat je de wonde had verzorgd. Aangezien je steeds opnieuw een spel moet kiezen zijn ze het sneller beu. Bovendien kregen we de indruk dat de technologie voor dit spel nog niet 100% op punt staat, vaak werd het juiste antwoord gegeven en gaf de pen toch aan dat het fout was, of omgekeerd. Bovendien zou het leuk zijn als je er een uitleg bij krijgt, het antwoord op de quizvraag is fout, maar dan weet een kind nog niet waarom of welk antwoord het dan wél is. De dieren zijn van heel goede kwaliteit en spreken tot de verbeelding van de kinderen, zo spelen de kleinsten al erg graag met de mooie dieren, zelfs zonder de pen en alle opdrachten. Het kartonnen boerderij-gedeelte is dan weer minder, de stal valt gemakkelijk omver en wanneer ze het dan zelf weer willen recht zetten of de voederbak weer in elkaar willen knutselen beschadigen ze het karton ongewild. De hek-delen kunnen ook gebruikt worden als horden voor een springparcours, maar dat kan je beter niet doen met jonge kinderen want van zodra je de horde wilt opnemen vallen de twee kleine opzetters eraf. Je kan de kinderen toch moeilijk verbieden de horde op te nemen?

Conclusie: Een boerderij waar kinderen alleen mee kunnen spelen maar ons toch niet volledig kon overtuigen.

Dierenset Boerderij

Met dank aan Ravensburger!

Met dank aan Ravensburger!

Dierenset Boerderij

Auteurs: Benjamin Schreuder & Max Jung
Uitgever: Ravensburger
Aantal spelers: 1
Tijdsduur: ± 5 min.
Vanaf 4 jaar

Mijn lichaam

Spelbeschrijving

Mijn lichaam De kinderen in de klas krijgen vandaag bezoek, zuster Sara komt langs en zal hen alles leren over het menselijke lichaam! De kinderen zullen haar meerdere vragen stellen, over de spieren, de ogen, de oren, de tanden en nog veel meer. Zuster Sara zal alle vragen met plezier beantwoorden en verduidelijken met afbeeldingen, bovendien heeft ze voor jullie heel wat oefeningen voorzien om al die theorie beter te begrijpen.

Aan het begin kiezen alle spelers een spelerskleur en één van de drie niveaus, het is perfect mogelijk dat de kinderen op een gemakkelijker niveau spelen en de volwassenen het expertniveau kiezen. Vervolgens is zuster Sara aan het woord en legt ze uit wat er gaat gebeuren… het meisje met de bril daar achteraan, had je een vraag? Één van de 14 verschillende leerlingen stelt vervolgens een vraag, waarna zuster Sara vol enthousiasme uitlegt hoe alles in z’n werk gaat. Je vroeg je af waarom sommige mensen beter kunnen zien dan anderen? Het zou zuster Sara niet geweest zijn als ze daar geen oefening voor voorzien had, zet het testkaartje tegen de muur en ga allemaal op een lijn staan. “Speler rood, staat er op de gele lijn een maan, of niet?” Voor de leerling die een vraag had over de spieren heeft ze een zoek- en reactiespel voorzien: verspreid de gekleurde fiches over de ruimte, zuster Sara zegt een kleur en jij moet zo snel mogelijk naar dat fiche lopen en het aantikken: zo gebruik je vast en zeker heel wat spieren! De gevorderden onder jullie mogen op zoek naar de spieren, kan jij de buikspieren aanduiden? En de quadriceps? Ook als het over de botten gaat worden de gevorderden vast en zeker op de proef gesteld, weet je het jukbeen en de ellepijp te vinden op het skelet? Zuster Sara leert de kinderen ook hoe belangrijk het is om de tanden te poetsen, weet jij het verschil tussen de snijtanden en de kiezen? Bewijzen maar!

Voor elke opdracht krijgen de leerlingen punten, aan het einde van de dag kan je maximaal 10 punten verdiend hebben. Hoeveel punten heeft iedereen behaald en wie is uiteindelijk de beste leerling van de klas? Zuster Sara zal het aan het einde wel vertellen, maar… meedoen is belangrijker dan winnen, toch? Geen enkel onderwerp blijft geheim, maar op één schooldag kan je uiteraard niet alles over het menselijke lichaam leren. De volgende keer dat je naar school komt (= het spel opnieuw speelt) krijg je vast en zeker nieuwe onderwerpen voorgeschoteld, want ook over de smaak, de voedingspiramide, gevoelens, virussen en nog veel meer heeft zuster Sara leuke lessen voorbereid.

Onze mening

Na de speelsessies van De monsterlijke muziekschool waren wij en onze kleine testspelers erg enthousiast over het tiptoi-gebeuren en keken we er dus naar uit om nog meer van deze spellen te proberen. Tijdens een speelsessie van ‘Mijn Lichaam’ kan je kiezen tussen een lange variant met vragen van de kinderen en veel uitleg, of een korte variant. De eerste keer kozen we helaas voor de lange variant, maar daar kregen we later spijt van. In deze variant lijkt het wel alsof je langer zit te luisteren naar wat theorie dan dat je eigenlijk aan het spelen bent, de vragen en de uitleg zijn dan wel heel leerrijk maar het draait tenslotte wel om het spel. Dit had tot gevolg dat onze kleine testspeler zijn aandacht er maar erg moeilijk bij kon houden en de conclusie was duidelijk: wat een saai spel. Het verbaast je dus niet dat hij vervolgens liever andere spellen uit de kast zocht en ‘Mijn lichaam’ links liet liggen? De volgende keren speelden we het lichaam dan maar met ons twee om het verder uit te testen, en wat bleek? De korte variant is ontzettend veel leuker, dan pas heb je echt het gevoel dat je een spel speelt, ook al leer je terwijl bij over het lichaam. De vragen en de overbodige theorie blijven nu achterwege, enkel de oefeningen schieten over. De ene oefening is al wat leuker dan de andere, ook de moeilijkheidsgraad verschilt. Bovendien krijg je steeds andere oefeningen. We raden iedereen dan ook aan om gewoon meteen die korte variant te spelen om te vermijden dat de kinderen het spel bestempelen als een saai spel, want het kan dus ook anders.

Aan het einde worden alle punten luidop gezegd, je hoort bijvoorbeeld luidop dat de ene spelers slechts 2 punten scoorde en de anderen 7 en 8. Dat zorgt voor een kleine domper op het verhaal, wij hadden liever enkel de winnaar gehoord zonder punten… het is tenslotte toch een spel en geen échte school? Het materiaal laat het deze keer helaas ook afweten: de 14 plaatjes met kinderen en oefeningen zijn van erg dun materiaal. Onze ervaring met dit (en de andere tiptoi-spellen) leert ons dat de kinderen erg hard op de tiptoi pen duwen, maar terwijl dit met de andere spellen geen kwaad kan laat de pen op deze dunne briefjes een serieuze deuk achter. Na één speelsessie kan je perfect zien welke oefeningen gedaan zijn en welke niet. Jammer dat er al zo snel beschadiging is van het materiaal, en dat terwijl er volwassenen meespeelden, wat moet dat zijn als je de kinderen alleen met dit spel laat spelen? De leeftijdsaanduiding “4 – 7” vormt ook bij dit tiptoi-spel een groot vraagteken. Voor een 6 à 7-jarige gaat het goed op het gemakkelijkste niveau, dankzij de verschillende niveaus kunnen ook oudere kinderen hier plezier aan beleven, maar wij zullen het zeker niet op tafel leggen met een 4-jarige.

Conclusie: De korte spelvariant is erg leuk en bovendien ook leerzaam.

Mijn lichaam

Met dank aan Ravensburger!

Met dank aan Ravensburger!

Mijn lichaam

Auteurs: Inka & Markus Brand
Uitgever: Ravensburger
Aantal spelers: 1 – 4
Tijdsduur: ± 30 min.
Vanaf 4 jaar

Hands

Spelbeschrijving

“3 … 2 … 1 … HANDEN OMHOOG!” – het startsignaal van dit knotsgekke handenspel. Beeld de symbolen uit die je op je handkaarten gekregen hebt en probeer via deze gebarentaal contact te maken met je tegenspelers. Hoe vaker je contact kan maken met een tegenspeler hoe meer punten je aan het einde zal hebben, maar wees goed op je hoede: af en toe zit er een speler in de groep die met twee handen spreekt. Die kan je maar beter goed volgen om erger te voorkomen.

Afhankelijk van het aantal spelers krijgen alle spelers aan het begin 3 tot 5 kaarten op hand, je ziet meteen heel wat blauwe kaarten met een handgebaar. Na het startsignaal starten alle spelers gelijktijdig met het uitbeelden van één van deze kaarten en kijken ze aandachtig rond om te zien of één van de andere spelers hetzelfde symbool uitbeeldt. Je bent uiteraard vrij om één van de andere symbolen van je handkaarten uit te beelden en zo proberen hetzelfde teken als één van je medespelers te doen. Van zodra twee spelers een combinatie gemaakt hebben en dus elk hetzelfde symbool getoond hebben laten ze de kaart aan elkaar zien om te controleren of het inderdaad om dezelfde kaart gaat, vervolgens leggen ze de kaart voor zich neer, je hebt alvast één punt aan het einde van het spel. Ben jij de derde met dezelfde kaart? Pech, slechts twee spelers kunnen een combinatie vormen. Jij zal dus moeten wachten tot er nog een speler zo’n symbool uitbeeldt. Tussen de 90 kaarten zitten er ook 12 gele kaarten met daarop symbolen dat je met twee handen moet uitbeelden. Je kan maar beter alert zijn en dat symbool meteen na-apen als één van je tegenspelers dit uitbeeldt, want de speler die dit symbool als laatste nadoet krijgt de kaart in zijn puntenstapel en je raadt het al: de gele kaarten leveren minpunten op! Je mag op elk ogenblik kaarten afleggen en nieuwe kaarten op hand nemen, je neemt dan net zoveel kaarten op hand tot het aantal dat je aan het begin van het spel kreeg. Van zodra de stapel uitgeput is en een speler niet voldoende kaarten kan nemen eindigt het spel en volgt de puntentelling: 1 punt voor de blauwe kaarten, één minpunt voor de gele kaarten. Bij een gelijke stand wint diegene onder hen met de minste minpunten.

Onze mening

Na het lezen van de spelregels waren we niet laaiend enthousiast, niet dat het slecht klonk, maar zo staan zwaaien met onze handen is niet meteen het type spel dat we vaak op tafel leggen. Met een groep veelspelers kwam het dan ook niet meteen op tafel. We speelden het eerst met ons kleine neefje en ontdekten dat de leeftijdsaanduiding 8+ toch wel klopt, voor jonge kinderen is het allesbehalve evident om die (eenvoudige) gebaren uit te beelden, laat staan als je dan ook nog op je andere kaarten en je tegenstanders moet letten! Dan testen we het maar op een familiefeestje, en wat bleek: het was geweldig. Drie generaties (ook de niet-spelers) lachten zich te pletter, het spel – en dan vooral de gele kaarten – zorgt voor hilarische situaties. Je denkt dan dat je aandachtig bent op iedereen, maar voor je het weet ben jij volop contact aan het nemen met één van de spelers aan tafel en zitten alle anderen te lachen met hun twee handen in het lucht. Of het volgende keer weer op tafel zal komen is natuurlijk nog de vraag, maar het plezier dat we beleefd hebben is in elk geval onvergetelijk! Na een tweetal speelsessies was het helaas genoeg geweest, niet omdat één van ons het beu was, maar wel omdat de meeste spelers krampen kregen in de handen. Met drie spelers was het niet overtuigend genoeg, deels omdat je dan vijf kaarten op hand hebt en het dan toch iets moeilijker is. Hoe meer spelers, hoe meer ambiance. Wij zijn alvast benieuwd hoeveel familiefeestjes we nog kunnen opvrolijken met deze grappige handjes.

Conclusie: Een partyspel voor de hele familie!

Hands

Met dank aan White Goblin Games!

Met dank aan White Goblin Games!

Hands

Auteur: Chislaine Van den Bulk
Uitgever: White Goblin Games
Tijdsduur: ± 20 min.
Aantal spelers: 3 – 8
Vanaf 8 jaar

Out of Mine!

Spelbeschrijving

Naar verluidt zijn er onder de grond ontzettend veel kristallen te vinden, tijd om onze dwergen de mijn in te sturen op zoek naar al deze kristallen. Op bevel van de dwergenkoning trekt iedereen de mijn in, gewapend met een plattegrond van de mijnengangen en een schatkaart met de te vinden kristallen. De dwergen gaan op zoek naar de kristallen en zijn bovendien aandachtig dat ze geen ongedierte mee naar boven brengen, want dat is alleen maar nadelig voor hun puntensaldo… of brengen ze juist wat extra zilver of goudblokken mee naar boven? “OUT OF MINE!” – Het is tijd om weer naar boven te komen, want blijkbaar is één van de andere dwergen inmiddels klaar met zoeken.

Elke speler krijgt een mijnengang en legt deze voor zich op tafel, vervolgens krijgen ze een gedekte schatkaart. Op bevel van de dwergenkoning mogen alle spelers deze kaart gelijktijdig omdraaien, daarop zullen ze zien welke kristallen in hun mijnengang te vinden zijn. Het is nu aan jou om de vermelde kristalblokken in je mijnengang te puzzelen, je kan maar beter snel in gang schieten want van zodra één speler alle blokken correct in zijn of haar mijnengang heeft gepuzzeld moet iedereen stoppen! Na de puzzelfase controleren alle spelers of ze de correcte puzzelblokken gebruikt hebben en worden de punten geteld: elke spelers krijgt 10 punten maar verliest één strafpunt per leeg veld in zijn mijnengang. De speler die als eerste klaar was krijgt bovendien twee bonuspunten, maar voor elke verkeerde blok moet je terug 2 punten aftrekken. Nadat de scores opgeschreven zijn kan de volgende ronde van start gaan, de spelers nemen een nieuwe mijnengang en een nieuwe schatkaart.

Het spel voorziet ook een versie voor experts waarbij je nog meer punten kan scoren… of verliezen! Op elke mijnengang staan drie elfen in één van de vijf kleuren afgebeeld. Als jij er in slaagt om op het veld naast dat elfje een kristal in dezelfde kleur te leggen kan je een extra bonuspunt verdienen. Bovendien worden er extra elementen toegevoegd, op je schatkaart staat aangegeven welke elementen voor jou positief of negatief zijn. Zo kan het zijn dat alle hongerige ratten je minpunten opleveren, bij de keuze van je puzzelblokken kan je dan maar beter zien dat je niet te veel ratten in je mijn puzzelt! Gelukkig kan je ook pluspunten verdienen, maar dan met zilver of met goud, zoals aangegeven op je schatkaart. Na 7 ronden eindigt het spel, de speler die daarna de meeste punten scoorde wordt uitgeroepen tot de nieuwe dwergenkoning!

Onze mening

Wij speelden Out of Mine vooral in de expertversie, dan wordt het écht wel een puzzelspel voor gevorderden. Deze keer probeer je niet zomaar de aangegeven blokjes in je mijnengang te puzzelen, maar je moet ook nog goed kiezen wélke blokjes je gebruikt. De kleur werd aangegeven op je schatkaart, maar niet alle rode blokken hebben dezelfde vorm, en hetzelfde geldt ook voor de groene en de witte. Alles past? Goed zo, maar heb je dan ook op de ratten of de houtwormen gelet? Die extra elementen maken Out of Mine toch net iets specialer dan andere puzzelspellen, vooral tijdens de eerste speelsessie waren we erg enthousiast. We konden ons niet van de indruk ontdoen dat de extra elementen op de schatkaarten ook een zekere vorm van geluk in het spel brengen. Met een schatkaart die je twee bonuspunten per goudelement oplevert kan je vrij gemakkelijk hoge scores halen, terwijl iemand anders misschien maar één extra punt krijgt per zilver element. Bij die eerste kaart krijg je dan wel twee strafpunten per rat, maar het is – voor volwassen spelers – dan ook vrij eenvoudig om te voorkomen dat je ratten op je bord legt.

Enerzijds zijn we enthousiast over dit gevarieerde puzzelspel, anderzijds gaat het ook snel vervelen. Dit soort reactiespellen wordt vaak door dezelfde persoon gewonnen en moet je bovendien niet tegen (jonge) kinderen spelen want dan maken ze geen schijn van kans. Zeven ronden vonden wij en onze medespelers helaas iets te veel van het goede, maar iedereen bepaalt uiteraard vrij hoeveel of hoe weinig ronden er gespeeld worden. Of je het spel nu met twee, drie of vier speelt is niet van belang, het is altijd even leuk. Bovendien is het spelmateriaal voorzien van erg leuke en mooie illustraties!

Conclusie: Een puzzelspel waar zowel de jeugd als de volwassenen plezier aan beleven!

Out of Mine

Met dank aan The Game Master!

Met dank aan The Game Master!

Out of Mine!

Auteur: Martin Nedergaard Andersen
Uitgever: HUCH! & Friends
Aantal spelers: 2 – 4
Tijdsduur: ± 20 min.
Vanaf 10 jaar

Realm of Wonder

Spelbeschrijving

In het koninkrijk van deze wonderlijke wereld leven zes machtige families, ze hebben elk hun eigen regio ter beschikking en leven onder het goedkeurend oog van de koning. Om zijn appreciatie te uiten ontwikkelde de koning zes magische bollen, één voor elke baron. Jaloezie en hebzucht bracht één van de baronnen er toe om de bol met slechte bedoelingen te gebruiken, maar hij had pech: de bol verkruimelde in zijn handen. Twee andere baronnen hadden ook slechte bedoelingen, waardoor niet enkel hun magische bol maar ook hun landschappen veranderden in woestijnen! De macht was doorbroken en het eens zo wonderlijke koninkrijk verloor al zijn glorie. Kan jij de macht van drie magische bollen combineren en dit koninkrijk weer bij elkaar brengen?

Om het spel te winnen zal je het kasteel van de koning moeten betreden met wel erg goed nieuws, er zijn slechts drie mogelijkheden om het eenheidsgevoel van het koninkrijk weer op te roepen: door de macht van de drie magische bollen te combineren, door te bewijzen dat je drie machtige monsters hebt kunnen verslaan of door de opdracht van de koning tot een goed einde te brengen! Aan het begin van de ronde krijgen alle spelers een inkomen van magische punten, hoe meer macht (= vestigingen, magische bollen of overgangen) je hebt, hoe groter je inkomen. Daarna kiezen alle spelers gelijktijdig één van hun drie verplaatsingskaarten, het getal op deze kaart zal de beurtvolgorde bepalen tijdens deze ronde, de gekleurde schijfjes worden in deze volgorde op het bord gelegd. Vervolgens moeten alle spelers – beginnend met de speler die de laagste waarde speelde – een magische kaart uitspelen. Deze kaarten geven steeds iets extra, zo kan je met de heteluchtballon sneller bewegen en kan je met de bliksem toch nog verandering brengen in de spelersvolgorde. Met andere kaarten kan je extra verplaatsingspunten krijgen of je tegenstanders verplaatsingspunten afnemen, in de hoop dat ze jouw kaart niet deblokkeren met het magische schild. Vervolgens mogen alle speler, maar nu in de tegenovergestelde volgorde, hun verplaatsingskaarten uitspelen en het aangegeven aantal stappen verplaatsen. Kom je daarbij op een veld met een torenfiche? Dan kan je één magisch punt betalen om die torenfiche te ontdekken, want daar schuilt misschien wel iets goeds achter! Sommige tegels worden meteen gebruikt, je krijgt er dan een extra kaart voor. Achter deze tegels zitten ook de magische bollen verstopt, met wat geluk vind je zo een magische bol en wordt je inkomen aan het begin van de ronde wat hoger, maar vergeet niet dat er ook vervloekte bollen in het spel zijn die het tegenovergestelde effect hebben. Een magisch drankje kan je later in het spel omruilen voor een fiche, vanaf dat moment heb je bij elk gevecht of bij elke verplaatsing een voordeel! Ook de ridder levert je twee extra punten op tijdens een gevecht, die zijn erg handig als je achter zo’n torenfiche plots een monster ontdekt. Weglopen is dan geen optie, je zal het gevecht moeten aangaan! Tel je huidige krachtpunten (op je magische kaarten, je eventuele bonus- en ridderfiches) op bij het dobbelresultaat en laat een tegenstander dobbelen voor het monster. Als je gewonnen hebt wordt je beloond met het monsterfiche en een extra kaart/bonusfiche, als je verloren hebt vlieg je helemaal terug naar je huis! In dat opzicht kan het misschien wel interessant zijn om tijdens het spel nieuwe forten op te bouwen, het kost je uiteraard magische punten maar je kan dan ook hier terecht na het verlies van zo’n gevecht. Bij een magische bron kan je ook nog nieuwe kaarten aankopen en bij een runesteen kan je – mits betaling van magische punten – de schijven van het bordspel verdraaien in jouw voordeel… of in het nadeel van een tegenstander! Nadat iedereen zijn verplaatsingsacties heeft gedaan eindigt de ronde en begint de volgende ronde met de ontvangst van de magische punten.

Op deze manier gaat het spel verder tot één van de spelers het kasteel heeft bereikt én voldoet aan één van de voorwaarden. De opdracht van de koning is steeds anders, die kan te maken hebben met het aantal gebouwde forten, maar ook met het aantal torentegels dat je hebt ontdekt of met het aantal magische punten dat je hebt verzameld.

Onze mening

Aanvankelijk wisten we niet wat we moesten verwachten van Realm of Wonder, het zag er wel mooi en leuk uit, het feit dat er ook nog eens Nederlandse spelregels in zaten leek alleen maar een pluspunt. Die spelregels vormden later nog een groot obstakel, we kwamen zelden spelregels tegen die zo ingewikkeld geschreven zijn als deze, bovendien waren de spelregels in de andere talen al even erg. We hadden allebei heel wat leessessies nodig om het spel te begrijpen, uiteindelijk werd het pas duidelijk na een eerste speelsessie met het boekje ernaast, en dat terwijl de spelregels eigenlijk best eenvoudig zijn. Realm of Wonder zien we eerder onder de categorie familiespel, maar de spelregels vormen hier ongetwijfeld hét obstakel waardoor weinig familiemensen effectief aan het spelen zullen toekomen. Eens je alles onder de knie hebt speelt het best vlot, maar is de geluksfactor (de ligging van de torenfiches) net iets te groot voor een geoefende veelspeler. De doos vermeld 2 tot 6 spelers, maar ze hadden die “2 tot” even goed kunnen weglaten. Met twee spelers is er helemaal niets aan, je hoopt om de goede torenfiches tegen te komen en diegene die het meeste geluk heeft komt als eerste toe bij de koning, je kan dan ook niets doen om je tegenstander iets in de weg te zitten. Met vier spelers ging dat al iets anders, maar ook in die situatie hadden we de indruk dat het bord te groot was en je elkaar niet genoeg in de weg kon zitten. De blauwe fiches (voor de zesde speler) ontbraken in onze doos, maar los daarvan is zes wellicht het ideale spelersaantal om dit spel te spelen. Het materiaal en de illustraties zien er overigens heel goed uit, maar de doos is wel erg licht gemaakt om al dat materiaal in te bewaren!

Conclusie: Een eenvoudig familiespel dat verstopt zit achter erg onduidelijke en ingewikkelde spelregels.

Realm of WonderRealm of Wonder

Auteurs: P. Jantunen, M. Punakallio, S. Tuominen, M. Wilkström
Uitgever: Mindwarrior Games

Met dank aan Mindwarrior Games

Met dank aan Mindwarrior Games

Aantal spelers: 2 – 6
Tijdsduur: ± 45 min.
Vanaf 10 jaar