Mauerhüpfer

Spelbeschrijving

mauerhupferMens erger je niet… wie kent het niet? Schmidt Spiele viert dit jaar het honderdjarig bestaan van het spelletje dat de meeste onder jullie reeds als kind speelden. Ik speelde het als kind alvast honderden keren met mijn meme, en ook nu hebben de meeste doorsnee gezinnen het nog in de kast staan. Niets voor jou? Loop niet weg, want om dit jubileum te vieren bracht Schmidt Spiele een nieuwe variant op de markt: Mauerhüpfer!

De twee grootste ergernissen uit het originele spel hebben ze alvast laten vallen, zo hoef je nu geen zes meer te dobbelen alvorens je mag starten én ben je niet meer verplicht om een speelfiguur van je tegenstanders te pakken als je dat kan. Maar je mag dat uiteraard nog wel doen. Als je aan de beurt bent dobbel je met beide dobbelstenen, je bent vervolgens verplicht om beide dobbelstenen te benutten met éénzelfde speelfiguur. Per dobbelsteen kan je wel bepalen of je dat aantal stappen vooruit, achteruit of door de muur wilt verplaatsen, zo kan je soms een hele weg inkorten. Als je jouw speelfiguur voor beide dobbelstenen in de zelfde richting verplaatst kan je enkel op je eindlocatie een pion vangen, maar als je voor de tweede dobbelsteenworp van richting verandert kan je ook op je tussenstop een speelfiguur vangen. Zo is het in theorie mogelijk dat je in één beurt toch twee speelfiguren kan vangen, deze vliegen net zoals in het originele spel terug naar hun startpositie.

De bedoeling van het spel is om als eerste je vier pionnen aan de andere kant van het bord te krijgen. Door op één van de twee blauwe cirkels te eindigen kan je je speelfiguur onmiddellijk op hun eindpositie plaatsen, maar let op: ook nu moet je beide dobbelsteenworpen gebruiken voor dezelfde pion, je moet er dus exact op eindigen!

Onze mening

Terwijl het oude ‘Mens erger je niet’ hier wellicht nooit meer op tafel zal komen is de kans vrij groot dat Mauerhüpfer dat wel zal doen. De nieuwe variant vraagt iets meer inzicht en strategie en is gewoonweg leuk om eens te spelen. Aangezien je nu vooruit, achteruit en door de muur kan heb je best wel wat mogelijkheden met elke worp: breng je meteen meerdere pionnen in het spel of probeer je ze één voor één naar hun eindpositie te leiden? Er zit veel meer strategie in dan in het originele spel. Het speelbord heeft dezelfde (saaie?) kleuren behouden als het origineel, maar ziet er uiteraard veel leuker uit met die muurtjes. Het materiaal is van een degelijke kwaliteit en de doos heeft een mooie en handige inleg.

Mauerhüpfer is een kort familiespel dat we zeker wel eens kunnen appreciëren. Ook onze mede-testers waren erg enthousiast en wilden het meteen aan de collectie toevoegen. Om met jonge kinderen te spelen is het door de nieuwe mogelijkheden iets moeilijker dan het originele spel, maar als ze de gewone ‘mens erger je niet’ goed onder de knie hebben kunnen ze wel overschakelen naar deze.

Conclusie: Nostalgie gecombineerd met een vleugje strategie: goed recept!

Update: Mauerhüpfer is nu ook te koop in het Nederlands, je vindt het onder de naam ‘Muurtje Springen’.

Met dank aan Schmidt Spiele!

Met dank aan Schmidt Spiele!

Mauerhüpfer

Auteur: Norbert Tauscher
Uitgeverij: Schmidt Spiele
Aantal spelers: 2 – 4
Tijdsduur: ± 30 min.
Vanaf 8 jaar

Oink!

Spelbeschrijving

oinkBliksemsnel toeslagen als je twee dezelfde dieren ziet is één ding, maar daarbij nog tellen en het juiste dierengeluid maken is al wat anders. Let daarbij op van het varken, want als het zwijn verschijnt zal je als eerste Oink moeten roepen, ook al is er maar één!

Elke speler krijgt een stapel met even veel kaarten, op de kaarten staan 7 verschillende diersoorten afgebeeld: honden, katten, koeien, ezels, schapen, kuikentjes en varkens. Alle dierkaarten hebben een waarde van 0 tot 6, enkel de varkens hebben een waarde van 7. Als je aan de beurt bent draai je de bovenste kaart van je stapel rechtstreeks op de stapel in het midden, je moet de kaart daarbij zo draaien dat je tegenspelers de kaart eerst zien en je zelf dus geen voordeel hebt aan je eigen beurt. De handenregel zegt dat je met één hand kaarten moet omdraaien en je andere hand plat op tafel moet leggen, enkel die hand mag je gebruiken om op de stapel te slaan.  Wanneer twee dezelfde diersoorten op elkaar komen te liggen proberen alle spelers zo snel mogelijk op de stapel te kloppen en het bijhorende dierengeluid te maken, diegene die dat als eerste correct doet wint de stapel kaarten. Als echter de som van de bovenste twee kaarten zeven is, moet iedereen ook zo snel mogelijk kloppen en Oink roepen! Het varken heeft als enige diersoort een waarde 7, als het varken op de stapel verschijnt moet dan ook onmiddellijk geklopt worden en Oink geroepen worden, onafhankelijk van de voorgaande kaart. Diegene die de stapel gewonnen heeft begint de volgende ronde. Als je geen kaarten meer hebt liggen gaat de ronde gewoon verder, de andere spelers blijven elk om beurt kaarten draaien en jij mag nog steeds mee kloppen. Van zodra de stapel dan door iemand gewonnen is eindigt het spel. De speler die de hoogste stapel kaarten heeft gewonnen wint het spel.

Onze mening

We speelden Oink! eerst met 3 veelspelers en we vonden er niets aan, al heeft het spelletje wel een leuke twist aangezien er zoveel dingen zijn waar je op moet letten. Enerzijds let je op twee dezelfde dieren, anderzijds zit je continu te tellen zodat je kan kloppen als de som van twee kaarten zeven is, dat zorgt er voor dat het spel toch wel anders is dan andere spellen in deze categorie. Daarnaast is dit ook het type spel dat je als veelspeler uit je comfortzone brengt, reactiespellen zijn al niet ons ding, laat staan dat we daar dan plots dierengeluiden moeten bij roepen. Iets later kwamen er niet-spelers op bezoek en kwam het spel weer op tafel, en eerlijk: we hebben ons rot geamuseerd. Er werd ontzettend veel gelachen, het gebeurde meer dan eens dat iemand zich vergistte en het verkeerde geluid maakte. Met de juiste medespelers en op bepaalde gelegenheden kan het dus een erg leuk partyspel zijn. We speelden het meteen enkele keren na elkaar en het is zeker en vast één van de spelmomenten dat we niet snel zullen vergeten. Verrassend hoe je mening over een spel zo snel kan omslaan, gewoon door het te spelen met anderen. Met twee spelers hadden we eerst de indruk dat het telkens diegene is die recht tegenover je zit die als eerste kan kloppen, maar als je er voor zorgt dat je snel genoeg je kaart omdraait is dat toch niet altijd het geval.

Voor kinderen is het best een uitdaging om te tellen en op dezelfde dieren te letten, wellicht ideaal voor lage schoolkinderen. Zoals bij alle reactiespellen is dit dan ook wel een spel dat niet leuk is om als volwassenen tegen een (jong) kind te spelen, je moet je dan heel de tijd inhouden om niet telkens de eerste te zijn.

Conclusie: Oink! is het ideale spel voor kinderen of voor op feestjes!

Met dank aan ABACUSSPIELE!

Met dank aan ABACUSSPIELE!

Oink!

Auteur: Inon Kohn
Uitgeverij: Abacusspiele
Aantal spelers: 2 – 6
Tijdsduur: ± 15 min.
Vanaf 6 jaar

Rococo

Spelbeschrijving

We komen terecht in het tijdperk van de Rococo, waar het ene feest na het andere feest plaatsvind. De baljurken en kostuums zijn haast belangrijker dan het bal zelf, want het is voor de belangrijke mensen in die periode dé manier om indruk te maken. Het is dus een drukke tijd voor de kleermakers van dienst, want ook jouw status heeft er alle baat bij als jouw kledij goed vertegenwoordigd wordt op het bal van de eeuw! Tijd om personeel in dienst te nemen, materiaal aan te kopen en de handen uit de mouwen te steken dus.

Elke speler begint met een deck van 5 kaarten, aan het begin van een ronde kies je drie handkaarten uit je trekstapel, dit zijn de drie kaarten waar je deze ronde mee gaat spelen. Nadat je ze gespeeld hebt komen ze op je aflegstapel te liggen, pas wanneer je trekstapel volledig opgebruikt is wordt je aflegstapel terug omgedraaid en kan je pas een kaart hergebruiken. Met die handkaarten kan je vervolgens elk om beurt één van de zes mogelijke acties uitvoeren. Elke werknemerskaart heeft een bepaalde status, er zijn meesters, knechten en leerlingen. Sommige acties kan iedereen uitvoeren maar voor andere acties zal je een knecht of meester moeten hebben. Eén van de belangrijkste acties in het begin is het aankopen van nieuwe grondstoffen, want om later kledij te maken heb je zowel stof, kant en garen nodig. Als startspeler heb je de beste keuze maar zal je het meeste moeten betalen, als je later aan de beurt komt kan je wellicht genieten van de kortingen! Eens je voldoende materiaal hebt aangekocht kan je een knecht of een meester bevelen om een kledingstuk te maken, nadat je de gevraagde materialen hebt betaald kan je kiezen of je het kledingstuk wilt verkopen of verhuren. Als je verkoopt krijg je onmiddellijk een bom geld, als je het verhuurt kan je kiezen in welke balzaal je het kledingstuk plaatst, het zal dan punten opleveren aan het einde van het spel. Enkele plaatsen in de balzaal leveren bovendien nog extra’s op en sommige zijn voorbehouden voor kledij die door meesters ontworpen zijn, het is dus belangrijk wélke kaart je voor deze actie gebruikt. Daarnaast kunnen meesters ook nieuw personeel in dienst nemen, elke ronde liggen er 4 werknemerskaarten in de arbeidsmarkt, maar ook hier geld: als je eerst aan beurt bent heb je de beste keuze, maar moet je het meeste betalen. Hoe meer werknemers gekocht worden, hoe goedkoper het wordt, maar op is op! Deze werknemerskaarten komen onmiddellijk in je hand en kan je deze ronde al meteen gebruiken om een extra actie uit te voeren. Een andere mogelijke actie is het investeren in de aankleding van het bal, je kan vb. een muzikant inhuren of een plaats voor het vuurwerk reserveren. De plaatsen zijn beperkt maar hebben een hoog kostenplaatje, al leveren ze aan het einde uiteraard ook heel wat punten op. Tenslotte kan je ook om de gunst van de koningin vragen (m.a.w: startspeler worden en vijf geld ontvangen) of een werknemer ontslaan, die kaart wordt dan uit het spel verwijderd en in ruil daardoor krijg je een werknemersbonus afhankelijk van het type werknemer.

Naast de besproken hoofdacties hebben de meeste werknemers nog een bijkomende actie. Zo kan je met sommige kaarten een extra actie uitvoeren, terwijl je met andere kaarten geld of zelfs punten kan verdienen. Nadat elke speler zijn handkaarten heeft uitgespeeld krijgt iedereen zijn inkomen. Dat is standaard 5 Livre, maar door te investeren in de aankleding van het bal en één van je schijfjes op de fontein te leggen is het mogelijk om een hoger inkomen te krijgen. Na 7 rondes eindigt het spel en volgt de puntentelling. In elk van de vijf balzalen én op het balkon worden er punten uitgedeeld aan diegene die de meeste kledij geleverd heeft. Daarna kunnen diegenen die een plaats op het balkon gereserveerd hebben iemand vanop het bovenste verdiep naar het balkon sturen, de punten van de jurken worden hier namelijk verdubbeld, of zelf verdriedubbeld! Tenslotte krijgt iedereen de punten die vermeld staan op de afgewerkte kledij en bij de aankleding van de balzaal met je eigen fiche. Diegene met de meeste punten wint het spel.

Fancy Dresses promo

Bij de eerste paar honderd exemplaren van Rococo krijg je alvast de promo Fancy Dresses. Deze nieuwe jurken/kostuums zijn maar liefst 5 punten waard en zijn dus zeker een leuke extra. Vraag er snel naar in je favoriete winkel!

Onze mening

Rococo is een spel waarin verschillende elementen op een succesvolle manier zijn samengevoegd. Enerzijds heb je het deckbuilden waarin je steeds betere kaarten wilt aankopen en een beter set aan kaarten probeert op te bouwen. De meesters zijn handig omdat zij bepaalde acties kunnen uitvoeren dat je niet kan uitvoeren met knechten of leerlingen, maar die laatste hebben vaak een betere bijkomende actie. Anderzijds is het steeds spannend dat een tegenstander niet gaat lopen met de actie die jij wilt doen, het idee achter een workerplacement zonder dat het echt een workerplacement is. Van alle kaarten is er maar één, de materialen zijn beperkt (al is er ruim genoeg voor iedereen) en ook voor de aankleding in de zaal (en op de fontein) geldt: eerst is eerst. Je zal in dit spel dus erg veel plannen, maar je zal je plannen ook geregeld moeten wijzigen. Het spel klopt thematisch volledig en dat helpt bij het uitleggen en begrijpen van het spel, ook al komen er best wel wat regels bij kijken. Ook een pluspunt is dat het spel heel spannend blijft tot het bittere eind. Tijdens het spel worden er zo goed als geen punten uitgedeeld, de grote puntentelling is pas aan het einde waardoor je moeilijk kan inschatten wie er zal winnen. De eindscores liggen vaak vrij dicht tegen elkaar.

Rococo is dus een erg leuk spel dat bovendien erg mooi geïllustreerd werd. Naarmate het einde van het spel dichterbij komt wordt het bord wel erg druk en onoverzichtelijk, grotendeels doordat de kledij dezelfde kleuren heeft als de schijfjes in de spelerskleuren. Ook het verschil tussen de witte en grijze blokjes (draad en garen) is niet zo heel groot en zorgt soms voor verwarring. Als er één nadeel aan het spel verbonden is is het wellicht de speelduur, al hoeft dat niet altijd een nadeel te zijn en staat dit met 60-120 minuten ook duidelijk vermeld op de doos. Met twee spelers is het zeker te doen op een uurtje, maar daarnaast vonden we het met twee spelers toch niet zo’n leuk spel. De interactie die je met meerdere spelers wel hebt valt hier weg, je kan gemakkelijk veel kaarten aankopen en ook het behalen van de meerderheden in de balzalen is niet zo spannend. Met drie spelers is het spel meteen heel wat beter, een echte topper zelf. Voor 4 en 5 spelers kan je de achterkant van het speelbord gebruiken, we hebben dat tot hiertoe nog niet kunnen proberen maar vermoeden dat dat ook wel erg goed zal zijn. Al is het naar ons goesting misschien wel wat te lang om echt met 5 spelers te spelen.

Conclusie: Rococo is een topper dat in een erg mooi kleedje werd gestoken 🙂

White Goblin Games

Met dank aan White Goblin Games!


Rococo

Auteurs: Matthias Cramer, Louis Malz & Stefan Malz
Uitgeverij: White Goblin Games
Aantal spelers: 2 – 5
Tijdsduur: ± 120 min.
Vanaf 12 jaar

La Isla

Spelbeschrijving

Als ontdekkingsreiziger vliegen we allemaal naar het mysterieuze eiland La Isla, op zoek naar dieren waarvan al een lange tijd gedacht werd dat ze uitgestorven waren! Zo vinden we o.a. een dodo, een gouden pad, een pika en nog veel meer! Plaats je ontdekkingsreizigers dus strategisch op het eiland zodat je zoveel mogelijk dieren kan omcirkelen. Hoeveel punten elk dier waard is zal elke keer anders zijn en wordt bepaald door de spelers zelf!

Aan het begin van elke ronde krijgt elke speler drie kaarten, vervolgens zal je moeten beslissen welke kaart je aan welke actie toewijst door ze gedekt voor de bijhorende actie onder je kaarthouder te leggen. Als iedereen beslist heeft worden de acties één voor één uitgevoerd. Tijdens actie A maakt iedereen de gekozen kaart bekend en schuift deze in de kaarthouder, in het begin is dat nog eenvoudig aangezien je drie lege plaatsen in je kaarthouder hebt. Vanaf de vierde ronde zal je dus moeten beslissen welke kaart je afdekt. Alle kaarten in je kaarthouder blijven van toepassing zolang ze zichtbaar zijn, je kan er o.a. punten of grondstoffen mee verdienen tijdens het uitvoeren van acties B, C of D. Andere kaarten zorgen er voor dat je een extra ontdekkingsreiziger krijgt of zelfs dat je aan het begin van elke ronde vier kaarten kan nemen om uit te kezen! Actie A kan iedereen tegelijk uitvoeren, net als actie B: de kaart die je aan actie B hebt toegewezen bepaalt welke grondstof je deze ronde kan nemen. Tijdens actie C kunnen de spelers elk om beurt één van hun ontdekkingsreizigers op het eiland plaatsen, daarvoor betalen ze twee grondstofblokjes naar gelang de plaats waar het figuur geplaatst wordt. Als je door het plaatsen van deze ontdekkingsreiziger één van de dieren omcirkelt mag je het dier onmiddellijk in beslag nemen en verdien je punten naar gelang het aantal ontdekkingsreizigers dat je daarvoor nodig had. Zo heb je er op sommige locaties slechts twee nodig en voor andere drie of vier. Tenslotte worden bij actie D de paarse markers op het scorebord omhoog geschoven, want dit zal bepalen hoeveel punten elk dier waard is aan het einde. De kaart die je aan actie D hebt toegewezen bepaalt welke marker je omhoog mag schuiven, als je die diersoort al in je bezit hebt krijg je onmiddellijk een punt per dier. Elk dier is aan het begin 0 punten waard en kan maximum 5 punten waard zijn, de som van al deze waarden bepaalt wanneer het spel eindigt (verschillend naar gelang het aantal spelers).

Aan het einde volgt nog een puntentelling. Daarbij krijg je nog een punt voor elke twee resterende grondstofblokjes, en tien punten voor elk set van de vijf verschillende diersoorten! Daarna wordt elk dier in je verzameling nog apart gewaardeerd volgens de waardetabel met de paarse markers. Diegene die daarna de meeste punten heeft wint het spel.

Onze mening

Wij zijn erg enthousiast over deze nieuwe Feld, en het feit dat die op zo’n korte tijd al 5 keer op tafel kwam is daar het bewijs van. Vermoedelijk zal die nog veel vaker op tafel komen! Het spel speelt erg vlot en je moet ontzettend veel keuzes maken. Je gaat op zoek naar combo’s en probeert zo snel mogelijk het eiland in te palmen. La Isla is gemakkelijk te spelen binnen het uur en is elke keer weer heel anders, wat de herspeelbaarheid toch vrij hoog maakt. Het bord is elke keer anders en de dieren worden er willekeurig op gelegd, je zal dus vaak op een andere manier spelen. Soms probeer je van elke diersoort iets te bemachtigen aangezien die setjes veel punten opleveren, maar andere keren wil je je specialiseren op één bepaalde diersoort en kan je ook erg veel scoren door de waarde daarvan omhoog te halen tijdens het spel. Ook de kaarten die je op hand krijgt zullen elke keer anders zijn en deels je spel bepalen. Uiteraard schuilt hier ook een kleine geluksfactor, maar die was bij ons zeker niet storend. Zoals vele spellen van Stefan Feld is ook dit spel voornamelijk een kaartspel, alle kaarten zijn goed en het is dus elke ronde opnieuw een lastige keuze aangezien je maar één van die kaarten kan houden voor actie A, de rest zal je gebruiken om grondstoffen te verzamelen en een dier op te waarderen. Er zijn trouwens twee types kaarten: 120 kaarten met een ‘1’ die bedoelt zijn voor spelers die het spel voor de eerste keer spelen. De 60 kaarten met een ‘2’ maken het nadien alleen maar leuker aangezien dat de leukste/beste kaarten zijn.

De spelregels van La Isla zijn erg snel uit te leggen en eenvoudig te begrijpen. De verschillende acties van de kaartjes staan samengevat op een samenvattingskaartje (engels, frans of duits), maar eens je de symbolen door hebt heb je die niet meer nodig. Een ander pluspunt is dat het zowel met twee als drie spelers erg goed speelt, met vier hebben we het tot hier toe nog niet gespeeld maar zal wellicht ook goed zijn. Met vier spelers heb je wellicht nog meer interactie op het eiland, al is dat soms ook met twee spelers het geval. Wij hadden o.a. een spel met twee spelers waar we continu in elkaars vaarwater zaten, en een spel met drie spelers waar iedereen vaak zijn gangetje kon gaan. De illustraties zijn erg mooi, maar het materiaal is zeker niet overtuigend. De kaarthouders zijn van erg dun karton en het is bovendien niet eenvoudig als je ze goed wilt plooien. De kaarthouders zijn dan ook essentieel in het spel, het zou jammer zijn als je ze meteen verknoeid tijdens een eerste spelvoorbereiding. De ontdekkingsreizigers zijn erg dun en fragiel, maar ze passen wel goed op het eiland, dat wel van stevig materiaal/karton gemaakt is.

Conclusie: La Isla is een korte en verslavende Feld dat hier hopelijk nog vaak op tafel zal verschijnen!

Met dank aan Ravensburger!

Met dank aan Ravensburger!

La Isla

Auteur: Stefan Feld
Uitgeverij: alea / Ravensburger
Aantal spelers: 2 – 4
Tijdsduur: ± 50 min.
Vanaf 10 jaar

Han

Spelbeschrijving

China bevond zich zo’n 2200 jaar geleden in een onstabiele politieke periode, het was tijd voor een machtswissel. Nu is het aan de spelers om zo veel mogelijke provincies te verenigen en aan jouw kant te krijgen, wie daar in slaagt zal aan de leiding komen van een nieuwe dynastie. Klaar voor de strijd?

Als je aan de beurt bent kan je 1 of 2 speelfiguren inzetten in één van de negen provincies. Als er nog geen figuren in de provincie staan mag je slechts één figuur inzetten, als er wel al figuren staan (onafhankelijk de kleur daarvan) mag je er twee plaatsen. Je hebt twee soorten speelfiguren: huizen en gezanten. Voor alle speelfiguren moet je één kaart in de kleur van de provincie betalen, al kan je ook twee dezelfde kaarten gebruiken voor een kleur naar keuze. Huizen moeten geplaatst worden op de daarvoor voorziene plaatsen, wanneer een provincie volgebouwd is volgt er een korte puntentelling. De speler die daarbij de meerderheid behaalde krijgt de som van alle huisjes als punten, de 2de speler krijgt punten gelijk aan het aantal huisjes dat de 1ste speler haalde enz. Daarna gaat het spel gewoon weer verder. Om een gezant te plaatsen moet er minstens één huis aanwezig zijn in dezelfde provincie, het aantal huizen van de kleur die de meerderheid heeft bepaalt dan ook hoeveel gezanten er in totaal mogen geplaatst worden in dezelfde provincie. Deze leveren pas punten op aan het einde van het spel. Dit kan zijn wanneer de trekstapel voor de tweede keer uitgeput is of wanneer er geen speelsteen meer op het bord gezet kan worden. Daarna worden er punten uitgedeeld aan elk van de 15 grenspunten, diegene die de meerderheid aan gezanten heeft in de aangrenzende provincies krijgt even veel punten als het aantal gezanten in deze provincies, dus ook voor de gezanten van je tegenspelers! De laatste manier waar je punten mee kan scoren is door je huisjes in een ononderbroken lijn te plaatsen, hoe langer je straat, hoe meer punten.

Het is een dubbelzijdig speelbord met een zijde voor 2 tot 4 spelers en een zijde voor 3 tot 5 spelers. Die laatste (genaamd ‘internationale geschillen’) bevat ook nog enkele speciale regels. Zo vind je hier ook grensvelden die bij de puntentelling voor beide provincies meetellen, al moet je hier dan wel twee kaarten betalen. Naast de grensvelden zijn er ook de havenvelden, aan het einde van het spel worden deze zeven havenvelden gewaardeerd als zijnde een provincie. Bovendien zijn er alvast twee varianten voorzien, zo kan je vb. een bevestiging plaatsen i.p.v. een huisje, deze provincie zal bij jou dubbel tellen bij de puntentelling.

Promo ‘Die Verbotene Stadt’

Op de achterkant van de ABACUSSPIELE – 2014 catalogus staat een mini uitbreiding op Han: De Verboden Stad. De stad is opgedeeld in vier kleuren en in de gehele stad kunnen maximum twee gezanten staan. Door een gezant in de stad te zetten krijg je dubbele punten als een provincie in dezelfde kleur gewaardeerd wordt.

Onze mening

Han is een zeer tactisch maar abstract spel dat hier zeker in de smaak valt. Bij elk bord moet je een aantal kaarten uit het spel verwijderen, afhankelijk van het aantal spelers. Het is erg belangrijk dat dit het juiste aantal is want anders lijkt het spel aan het einde helemaal niet meer te kloppen (ja, we spreken uit ervaring :-)). Er zijn verschillende strategieën in het spel, maar uiteindelijk liggen de eindscores altijd zeer dicht bij elkaar! Sommige spelers halen tijdens het spel veel punten bij het waarderen van de provincies, terwijl andere spelers bij de eindtelling een grote inhaalrace maken bij het waarderen van de grenspunten. De langste straat kan dikwijls het verschil maken en aangezien de lijntjes erg onverwacht lopen kan een speler soms een lange straat maken zonder dat een andere speler dat door heeft en dus kan blokkeren. Het puntensysteem is vrij uniek en zorgt voor een heel andere manier van denken. De meerderheid halen is belangrijk, maar als je daarvoor veel huizen gebruikt heeft de volgende speler veel punten dankzij jouw huisjes, je zal dus continu moeten afwegen wat de beste keuze is. Daarnaast wil je je ook concentreren op de gezanten, want zeker met meerdere spelers zijn die plaatsen erg beperkt!

We speelden het spel reeds met 2, 3 en 4 spelers en dat werkte voor ons allemaal even goed. Met twee spelers heb je minder concurrentie, maar daarom wordt het zeker niet gemakkelijker, integendeel! Het is een erg tactisch spelletje dat met twee spelers vrij snel afgelopen is, maar de kans is groot dat het met ons twee nog regelmatig op tafel zal komen. Ook met meerdere spelers is het een leuk spel, al is het dan heel anders. Met 3 of 4 spelers kan je kiezen welke kant van het bord je speelt, waarbij je langs de ene kant wat korter op elkaar zal zitten dan op de andere kant. De zijde met de grensvelden en havenvelden geeft meer mogelijkheden en is ook heel leuk. De varianten die al in de doos zitten voegen ook iets extra toe, net als de promo op de catalogus, maar de combinatie van alle varianten is dan misschien iets té veel. Een groot pluspunt is dat dit tactische spel gemakkelijk binnen het uur te spelen is, ook met 4 spelers.

Conclusie: Han is een abstract en tactisch spel dat we graag nog enkele keren spelen!

Met dank aan ABACUSSPIELE!

Met dank aan ABACUSSPIELE!

Han

Auteur: Michael Schacht
Uitgeverij: Abacusspiele
Aantal spelers: 2 – 5
Tijdsduur: ± 45 min.
Vanaf 10 jaar

Ab in die Tonne

Spelbeschrijving

tonneWie zet de vuilnis buiten vanavond? Niemand? Het vuilnis wordt altijd maar hoger en hoger gestapeld, je wordt er alsmaar beter in om zo’n hoge toren te bouwen! Maar op een keer is het net één ding te veel en stort heel die nauwkeurig opgezette stapel afval naar beneden… er zit niets anders op dan het vuilnis buiten te zetten zeker?

Afhankelijk van het aantal spelers worden er alvast enkele afvalstukken in het kartonnen vuilbakje gegooid. Elke speler krijgt een stapel kaarten in zijn spelerskleur, met daarop de nummers 1 t.e.m. 10. De kaarten worden goed geschud en als stapel voor je gelegd, de drie bovenste kaarten neem je op hand. Daarna kan het spel beginnen en kiest iedereen in het geheim één van zijn drie handkaarten, deze worden gelijktijdig bekend gemaakt. Diegene met het laagste getal mag als eerste zijn afval in de vuilnisbak gooien. Je bent verplicht even veel afvalstukken weg te gooien als het getal aangegeven op je gespeelde kaart, bovendien ben je daarbij verplicht allemaal afval van dezelfde soort te nemen, tenzij er niet genoeg aanwezig is, dan is het toegestaan om over te schakelen naar een andere afvalsoort. Hierbij moet je rekening houden met enkele logische regels, zo mag je maar één hand gebruiken om het afval in de vuilnisbak te doen en moet je elk stuk afval er één voor één inzetten. Je mag met je afval andere afvalstukken in de vuilnisbak verschuiven maar je mag deze niet aanraken! Nadat alle spelers hun afval in de vuilnisbak hebben gegooid nemen ze een nieuwe kaart op handen en begint de nieuwe ronde op exact dezelfde manier.

Valt er afval uit de vuilnisbak tijdens je actie? Pech, dan moet je het bovenste puntenfiche nemen en met de minpunten naar boven leggen. In het begin is dat nog niet zo heel erg, want dan krijg je maar 1 minpunt, later in het spel loopt het op tot 6 minpunten. Ben je er in geslaagd om het allerlaatste stuk afval in de vuilnisbak te puzzelen zonder dat er ook maar iets is uitgevallen? Dan kan je het eerstvolgende puntenfiche omdraaien naar de groene zijde en verdien je dus pluspunten. Telkens nadat er een puntenfiche werd uitgedeeld wordt de vuilbak opnieuw geleegd, de ronde gaat daarna gewoon verder.

Het spel eindigt na tien ronden, wanneer iedereen dus zijn 10 kaarten heeft gespeeld, maar kan ook vroeger eindigen indien de zes puntenfiches zijn uitgedeeld. De punten worden opgeteld en diegene met de meeste punten is de winnaar!

Onze mening

Ab in die Tonne is vooral een grappig behendigheidsspel. Elke ronde opnieuw moet je kiezen welke kaart je gaat spelen: met een laag cijfer ben je vrij zeker dat je vroeg aan de beurt komt en is de kans misschien klein dat er iets uit de bak valt, maar misschien kan je juist een hoog getal spelen in de hoop dat de afval valt tijdens de beurt van één van je tegenspelers, want dan ben jij wel van je hoge kaart vanaf! Soms wil je misschien juist als laatste aan beurt zijn, want als je het allerlaatste stukje afval in de vuilnisbak kan puzzelen krijg je pluspunten. Het vergaren van de pluspunten tijdens het spel lukt trouwens maar zelden, je moet best een fijne motoriek hebben en wat stressbestendig zijn, maar in onze speelsessies hebben we gezien dat het kan! Ook de soort afvalstukken dat je neemt kan een belangrijke keuze zijn, want eens je met één soort begint ben je verplicht deze verder te blijven gebruiken. Soms zijn de kleine afvalstukken gemakkelijk ertussen te duwen, maar de grotere brikken en blikken kan je dan weer gemakkelijker stapelen. Om makkelijk te stapelen moet je dan weer een stevige basis hebben en ook dat is niet altijd evident. Er zit dus wel wat tactiek in, maar je bent uiteraard erg afhankelijk van de kaarten van je medespelers.

Een behendigheidsspel is meestal niet ons ding, we zullen dit dan ook niet zo vaak uit de kast halen, maar toch intrigeert het wel. Vanaf 6 jaar lijkt ons een ideale leeftijdsaanduiding, het is voor de kinderen een goede oefening voor hun fijne motoriek. Zo waren wij toch best verbaasd van de stapeltechnieken van ons kleine neefje. Tot onze verbazing speelde het spel even goed met alle spelersaantallen, dankzij het aantal afvalstukken dat je in de vuilbak moet gooien nadat die werd leeggemaakt heb je telkens hetzelfde spannende gevoel. De doos is best wel aan de grote kant voor het aanwezige materiaal maar is verder wel mooie geïllustreerd.

De mening van de jeugd

“Het spelletje is niet zo moeilijk maar je moet wel goed kunnen stapelen. Op de doos staan ook wel bananenschillen, maar die zitten er niet bij, hoor!” (Sebbe)

Conclusie: Ab in die Tonne is een leuk behendigheidsspel voor kinderen.

Met dank aan ABACUSSPIELE!

Met dank aan ABACUSSPIELE!

Ab in die Tonne

Auteur: Carlo A. Rossi
Uitgeverij: Abacusspiele
Aantal spelers: 2 – 5
Tijdsduur: ± 20 min.
Vanaf 6 jaar

The Three Little Pigs

Spelbeschrijving

Er was eens een zeug dat besloot haar drie biggetjes op pad te sturen om de wereld te ontdekken. Ze maakten steeds ruzie en lukten er niet in samen een huis te bouwen, er zat dus niets anders op dan elk een eigen huis te maken … Iedereen kent het sprookje van de drie biggetjes wellicht. Elke speler droomt ervan een mooi en sterk huis te bouwen om te overwinteren, maar vergeet niet dat de wolf ook nog rond dwaalt in het grote bos, wie weet komt hij net jouw huisje omver blazen!

Als je aan de beurt bent kan je de vijf dobbelstenen tot 3 keer rollen, je kan daarbij kiezen of je dobbelstenen aan de kant wilt houden of niet, maar telkens je een wolf gooit ben je verplicht deze aan de kant te leggen! Als je besluit te stoppen met dobbelen kan je verder bouwen naargelang je dobbelresultaat. Op de dobbelstenen staan, buiten de wolven, de drie bouwdelen van de huisjes: deuren, ramen en daken. Afhankelijk van het aantal keer dat je hetzelfde symbool dobbelde bouw je één of meerdere huistegels, zo kan je met 2 identieke symbolen een onderdeel van stro bouwen, met 3 een houten en met 4 een stenen. Elk huis begint steeds met een deur of een raam en zolang je geen dak hebt geplaatst kan je naar believen onderdelen toevoegen, maar je kan uiteraard slechts één deur en één dak hebben per huis. Anders dan in het sprookje kan je onderdelen van stro, hout en steen combineren in één huis. Wanneer je twee wolven hebt gedobbeld kan je deze beurt echter niet bouwen want dan is de wolf op komst! Je kiest een huis van één van je tegenstanders en blaast daarna het wiel. Het resultaat op het wiel bepaalt het type van materiaal dat weggeblazen wordt van het gekozen huis. De kans dat je daarbij alle onderdelen van stro wegblaast is 1 op 2, terwijl je maar één kans op zes hebt dat je stenen onderdelen kan wegblazen. Zijn er geen onderdelen van dat materiaal in het gekozen huis? Pech, dan gebeurt er niets en is je beurt voorbij.

Het spel eindigt als een bepaald aantal stapels is uitgeput, afhankelijk van het aantal spelers. Daarna volgt de puntentelling waarbij alle varkenshoofdjes op de afgewerkte huizen geteld worden, een onderdeel van stro zal dus minder punten opleveren dan één van steen. De huizen die niet afgewerkt zijn leveren geen punten op. Daarnaast zijn er ook nog punten te verdienen voor de bloempotten die op je bouwtegels staan, iets waar je tijdens het spel dus ook rekening probeert mee te houden tijdens het bouwen.

Er is ook een variant voorzien waarbij je 6 bonuskaarten mee kan verdienen. Drie van deze kaarten kunnen tijdens het spel gewonnen worden door een compleet afgewerkt huis te bouwen in één van de drie materiaalsoorten. De eerste die daar in slaagt krijgt het bijhorende kaartje ter waarde van 2 punten. Het bonuskaartje kan je niet meer kwijtspelen, ook al wordt je huis later omgeblazen. De andere drie bonuskaarten zorgen elk voor drie bonuspunten aan het einde van het spel: voor diegene met de meeste bloempotten, diegene met de meeste huisjes en diegene met het hoogste huis!

Onze mening

Het concept van deze reeks is erg leuk: spellen rond sprookjes die je uit je kindertijd kent. Bovendien ziet de doos er ook erg fraai uit: het ziet er uit als een boek en heeft binnenin ook nog een handige inleg. Naast de spelregels zit er ook een afzonderlijk boekje bij met het verhaaltje, een erg leuk detail. Het spel valt in de smaak bij kinderen maar ook als tussendoortje bij volwassenen. De variant met kaarten laat je bij de kinderen gewoon weg, en dan kan het wat ons betreft al vroeger gespeeld worden dan de aangegeven 7 jaar. Ons neefje van bijna 5,5 jaar speelt het spel vrolijk mee, maar ook vrienden en familie kunnen zich wel eens amuseren met het spel.

Soms lijkt het spel niet volledig tot zijn recht te komen. In de 15 sessies dat we achter de rug hebben is er erg weinig geblazen. De wolven staan enkel op de zwarte dobbelstenen (3 van de 5) en deze worden al gauw aan de kant gehouden om te vermijden dat je moet blazen. Als er geblazen wordt ben je nooit zeker dat je effectief iets zal afbreken, tenzij je een huis kiest waar alle materiaalsoorten aanwezig zijn, maar zo’n huizen zijn er niet altijd aanwezig! Bovendien kan je die beurt zelf niets bouwen en lijkt het een verloren beurt. Sommige spelers proberen bewust de zwarte dobbelstenen te bewaren in de hoop wel te kunnen blazen, soms moet je dat ook wel doen om te vermijden dat de grote geluksvogel zomaar wint, maar of je daarmee zelf gaat winnen is maar de vraag. Je wilt dus vooral zelf opbouwen en daar zijn wel enkele keuzes te maken: ga je voor de stenen onderdelen, die meer punten opleveren én amper kunnen afgebroken worden? Of ga je voor meerdere goedkopere onderdelen? Als je meerdere huisjes kan afwerken heb je misschien ook meer punten. Het geluk moet ook een beetje aan je kant staan, want zonder dak kan je je huis nooit afwerken, en een onafgewerkt huis telt helemaal niet mee bij de puntentelling. Uit onze speelsessies blijkt dat diegene met de meeste stenen huisjes wel een erg grote kans maakt om het spel te winnen. Het blazen zorgt steeds voor veel lachbuien en ontzettend veel plezier, maar toch zijn er steeds spelers die liever het pijltje met de vingers wegtikken i.p.v. te blazen.

Conclusie: The Three Little Pigs is een leuke filler dat wellicht nog regelmatig op tafel zal komen met verschillende leeftijden!


The Three Little Pigs

Auteur: Laurent Pouchain
Uitgeverij: IELLO
Aantal spelers: 2 – 5
Tijdsduur: ± 20 min.
Vanaf 7 jaar

Balance duels

Spelbeschrijving

In Balance duel proberen alle spelers als eerste 6 pionnen naar de andere zijde van de balansarm te brengen zonder dat de balans omslaat. Aan de hand van je dobbelsteen worp kan je een nieuwe pion inbrengen of een eerder gezette pion verplaatsen, maar let op dat je onderweg niet gevangen wordt door je tegenstander!

Alle plaatsen in de balansarm hebben een nummer van 1 tot 7, om te winnen zal je al je pionnen aan de rechterkant moeten inbrengen en verplaatsen naar de linkerkant. Na je dobbelresultaat kan je dus ook kiezen of je een nieuwe pion inbrengt bij het bijhorende nummer of een eerder geplaatste pion verder plaatst richting zijn eindbestemming. Als je daarbij naast een pion van je tegenstander komt te staan kan je deze uit de balansarm verwijderen. Als je geen van deze twee acties wil of kan uitvoeren mag je passen, maar dat mag je geen twee rondes na elkaar doen, je zal je volgende beurt dus een actie moeten uitvoeren, ook al is dat in je eigen nadeel! Als de balans omslaat na één van je acties ben je onmiddellijk verloren, als je de eerste bent om je 6 pionnen in je finishveld te krijgen ben je onmiddellijk gewonnen.

Het spel bevat ook enkele variaties waarbij je o.a. pionnen van verschillende groottes kan gebruiken (medium & large) of een ander balansmodel kan gebruiken. Met drie of vier spelers hebben alle spelers een eigen start- en finishveld en worden er slechts 4 pionnen per speler gebruikt. Het spel verloopt op exact dezelfde manier, als de balansarm nu omslaat is de speler die dit veroorzaakte uitgeschakeld en spelen de andere spelers verder. Als er op die manier slechts twee spelers overblijven beginnen deze spelers aan een eindronde, de winnaar van dat tweepersoonsspel wordt de grote overwinnaar.

In een nieuwe teamvariant kan je ook met twee tegen twee spelen. Daarbij heeft elk team twee verschillende kleuren en is elke speler verplicht om deze kleuren te spelen in volgorde van de van de kleuren op tafel bij de start. Wanneer de balans omslaat worden alle pionnen van de kleur die dit veroorzaakte verwijdert, maar het team kan verder spelen met de andere kleur. Van zodra één team er in geslaagd is om vier pionnen van dezelfde kleur in hun finishveld te brengen eindigt het spel, dit team is de winnaar.

Onze mening

We speelden het spel met verschillende spelers en in verschillende varianten, maar het kon ons en onze medespelers toch niet overtuigen… Zowel de kinderen, de niet-spelers als de veelspelers vonden er niets aan. Het eerste wat opviel is de doos en het materiaal, de doos is helemaal niet aantrekkelijk en het nodigt niet meteen uit om het spel te spelen. Het spel is erg snel opgesteld en uitgelegd, maar ondanks de eenvoudige regels zijn de spelregels toch heel erg ingewikkeld beschreven. Deze zijn jammer genoeg niet erg duidelijk waardoor we het allebei toch enkele keren moesten lezen vooraleer we dit super eenvoudig spel begrepen.

De eerste keer dat je het speelt is het wat uitzoeken wat de balansarm juist kan houden en wat niet, maar na enkele beurten weet een volwassene precies wat je wel/niet kan doen voordat de arm omslaat. Jammer, want het idee van de balansarm heeft wel potentieel. Het tweepersoonsspel werkt op zich het beste, en de teamvariant kan ook nog. Een 3-speler spel vinden we nogal ondankbaar, waarbij twee spelers gewoon opnieuw moeten beginnen nadat één speler is uitgeschakeld. Los daarvan komt er uiteraard veel geluk bij kijken, want de dobbelsteenworp heeft nagenoeg alles in de hand. Als een kind overtuigt geraakt na de saaie lay-out van het spel kan het zich wel even amuseren met het zoeken naar evenwicht van de balansarm, maar het zal al gauw overschakelen naar een ander spelletje.

Conclusie: Balance Duels is een spel dat helaas maar zelden op tafel zal verschijnen.

balance1

Met dank aan BALANCE GAMES!

Met dank aan BALANCE GAMES!

Balance Duels

Auteur: Bum van Willigen
Uitgeverij: Balance Games
Aantal spelers: 2 – 4
Tijdsduur: ± 15 min.
Vanaf 8 jaar

Dimension

Spelbeschrijving

In Dimension proberen alle spelers hun kogels op hun spelersbord te plaatsen en daarbij te voldoen aan de 6 opdrachtkaarten. Hoe meer kogels je kan plaatsen, hoe meer punten! Maar heb je gezondigd aan één of meerdere opdrachtkaarten? Dan verlies je punten! Als je wel aan alle opdrachten voldoet maak je kans om bonusfiches te verdienen…

Het spel bestaat uit 6 ronden en aan het begin van elke ronde worden 6 opdrachtkaarten open gedraaid. Dit zijn de 6 regels waar je je deze ronde aan moet houden, althans: als je geen minpunten wilt! Een opdrachtkaart kan vb. zeggen hoeveel kogels van een bepaalde kleur gebruikt moeten worden (exact!), maar ook van welke kleur je meer kogels moet gebruiken in vergelijking met een andere kleur. Sommige opdrachten bepalen ook dat kogels van twee verschillende kleuren elkaar MOETEN aanraken (op voorwaarde dat je beide kleuren gebruikt) of juist het omgekeerd: dat die twee kleuren elkaar niet mogen aanraken. Tenslotte kunnen de opdrachtkaarten ook de positie bepalen door aan te geven dat een bepaalde kleur kogels niet op of onder andere kogels geplaatst mogen worden. De zes opdrachtkaarten worden willekeurig getrokken, je kan dus perfect meerdere opdrachten van hetzelfde type hebben. Alle spelers hebben daarna één minuut de tijd om 1 tot 11 kogels op hun spelersbord te plaatsen, daarna volgt een korte puntentelling.

Om te beginnen krijgt elke speler één punt per gebruikte kogel, je kan hier dus maximum 11 punten mee scoren. Daarna worden er 2 punten afgetrokken voor elke opdrachtkaart waar je niet aan voldoet. Als je aan alle opdrachtkaarten voldoet maak je kans op 1 of 2 bonusfiches: je kan een bonusfiche verdienen als je alle kleuren minstens één keer gebruikt hebt en/of als je minder kogels gebruikt hebt dan de speler die de meeste kogels plaatste. Bonusfiches leveren aan het einde van het spel (min)punten op: als je minder dan 4 bonusfiches hebt verlies je punten, als je meer dan 4 bonusfiches hebt krijg je pluspunten.

In de spelregels staan ook enkele varianten waarmee je het spel meer naar je hand kan zetten. Je kan het makkelijker maken door minder dan 6 opdrachtkaarten te gebruiken, maar ook moeilijker door er 8 te gebruiken. Je kan met je medespelers overleggen om opdrachten die elkaar tegenspreken te vervangen of gewoon bepaalde types opdrachtkaarten uit het spel laten waardoor ze elkaar zelden zullen tegenspreken.

Onze mening

Het verbaasde ons niets dat Dimension ontworpen werd door een architect, want dat gevoel heb je echt tijdens het spelen. Het spel is eigenlijk een puzzel die iedereen op zijn eigen manier probeert op te lossen. Of je het spel alleen speelt of met meerdere spelers maakt nauwelijks verschil, behalve dan voor een bonusfiche, want daarvoor probeer je vaak minder kogels te gebruiken dan je tegenstanders. Wat die bonusfiches betreft komen we meteen bij een minpunt: het is jammer dat de punten die je kan verdienen/verliezen met die bonusfiches nergens genoteerd staan en je dus elke keer de spelregels er bij moet halen. Dat terwijl er voor elke speler wel een (Duits) overzichtskaartje voorzien is met de uitleg van de opdrachtkaarten.

In het begin denk je vaak dat het onmogelijk is, zeker wanneer opdrachten elkaar tegenspreken. Echter zijn er vaak wel oplossingen te vinden. Als één kaart aangeeft dat blauw en wit elkaar moeten aanraken en een andere kaart zegt het tegenovergestelde, kan het een oplossing zijn om maar 1 of zelfs geen van die kleuren te gebruiken. Al gebeurd het wel eens dat er echt geen oplossing te vinden is en je dus wel moet zondigen, dan probeer je zo veel mogelijk kogels te gebruiken om het puntenverlies te beperken. Het is een keuze dat je elke keer moet maken: ga je voor de 11 punten door alle kogels te gebruiken? Of probeer je er minder dan je tegenstanders te gebruiken en voor de bonusfiches te gaan? De bonusfiches zijn niet altijd makkelijk te halen en leveren in verhouding niet veel punten op, de meeste spelers proberen vaak 4 bonusfiches te halen om geen minpunten te hebben. Er is een zekere groeimarge aanwezig in dit spel. Toen wij het de eerste keer speelden zaten we ook nog met de handen in het haar, maar na enkele ronden/spellen word je er alsmaar beter in. Spelers die het spel al vaker gespeeld hebben hebben dus een groot voordeel tegenover andere spelers.

Als je niet van puzzelen onder tijdsdruk houdt is dit spel zeker niets voor jou. Bij ons zijn de meningen deze keer verschillend, ook al houden we alle twee wel van dit soort spellen. Els vindt het een leuk concept maar kan zich niet vinden in het feit dat opdrachtkaarten elkaar soms tegenspreken, al kan je er uiteraard voor kiezen om die te vervangen. Ik kan me zeker wel eens amuseren met dit spelletje, maar beschouw het eerder als een puzzel. Want of ik het nu alleen, met twee of met meer zou spelen maakt eigenlijk geen verschil.

Conclusie: Dimension is iets voor de puzzelaars die bestand zijn tegen wat tijdsdruk!

Met dank aan KOSMOS!

Dimension

Auteur: Lauge Luchau
Uitgeverij: KOSMOS
Aantal spelers: 1 – 4

Tijdsduur: ± 30 min.
Vanaf 8 jaar

Chupacabra

Spelbeschrijving

24 glow-in-the-dark dobbelstenen, de lichten uit, en de Chupacabra’s gaan op jacht! Ze eten kippen, véél kippen zelf, maar ook geiten en koeien… Verover de dieren van je tegenstanders en win het spel door alle dobbelstenen te bemachtigen.

Elke speler begint het spel met 6 dobbelstenen. Elke ronde dobbelt iedereen al zijn dobbelstenen en sorteert deze per soort: kippen, geiten, koeien en de ogen van de chupacabra’s! Daarna kan elke speler, beginnend met de startspeler, aanvallen of passen. Aanvallen doe je met de dobbelstenen waarmee je ogen hebt gerold, als je er geen hebt kan je deze ronde ook niet aanvallen en ben je verplicht om te passen. Als je wél kan aanvallen kies je een dierengroep van één van je tegenstanders, maar pas op: je moet steeds de volledige groep aanvallen, je zal dus voldoende chupacabra’s moeten hebben! Met één chupacabra kan je 2 kippen of 1 geit aanvallen, om een koe aan te vallen heb je 2 chupacabra’s nodig. Je neemt de gewonnen dobbelstenen bij jou, deze kan een andere speler niet meer afnemen deze ronde. Nadat iedereen aangevallen of gepast heeft begint de volgende ronde. Iedereen (die nog dobbelstenen heeft) dobbelt al zijn overgebleven dobbelstenen enz.

Het spel eindigt wanneer één speler alle dobbelstenen heeft bemachtigd, dit is de winnaar.

Onze mening

Glow-in-the-dark dobbelstenen, het klonk als een leuke filler. Nu, om het spel volledig in het donker te kunnen spelen zal je ze toch héél lang onder het licht moeten leggen hoor, want meestal blijven ze zelf geen 10 minuutjes gloeien. Los daarvan is Chupacabra een spel waar je echt helemaal niets in handen hebt, zelf het gekende push-your-luck principe heb je niet bij deze filler. Je kan de pech hebben dat je geen enkele chupacabra gooit en je gewoon kan toekijken hoe andere spelers al je dobbelstenen wegsnoepen. Je kan er al in de eerste ronde uit liggen, gelukkig duurt het spelletje niet zo lang en moet je dus niet zo lang wachten. Iedereen die ons kent weet dat we wel eens graag een filler spelen tussendoor, maar deze zal toch wel bitter weinig uit de kast komen. Tenzij dan na heel een lange avond, om af te sluiten met een spelletje waarbij je hersenen alvast kunnen gaan slapen!

Het aantal spelers maakt geen verschil, het voelt altijd hetzelfde, of je het nu met 2, 3 of 4 spelers speelt. Zoals altijd zijn de dobbelstenen van Steve Jackson Games wel van goede kwaliteit. Het glow-in-dark effect werkt wel, maar zoals eerder vermeld niet lang genoeg.

Conclusie: Het licht van de chupacabra’s verdwijnt, net zoals het spel, helaas erg snel.

Chupacabra

Auteur: David Blanchard
Uitgeverij: Steve Jackson Games
Aantal spelers: 2 – 4
Tijdsduur: ± 10 min.
Vanaf 8 jaar