Op jacht naar Hubi!

Spelbeschrijving

HubiOjee… Hubi is er alweer vandoor met onze lekkere snoepjes. Zo kan het niet verder, de hazen en de muizen hebben beslist om samen te werken en op jacht te gaan naar Hubi. Om te beginnen zullen ze de toverdeur(en) moeten zoeken, dat is al gemakkelijker gezegd dan gedaan, in een huis waar alle muren betoverd zijn! Maar maak je niet ongerust, de inwoners helpen je wel een handje. Als de toverdeur zich opent wordt Hubi wakker van dit luid gekraak, nu is het de moment om hem te vangen! En haast je, het is bijna middernacht!

Aan het begin van het spel kiezen de spelers samen één van de drie moeilijkheidsniveaus, afhankelijk daarvan zal je 1, 2 of zelfs 3 deuren moeten vinden vooraleer Hubi wakker wordt. In de moeilijkste niveaus komt er bovendien ook een zekere tijdsdruk bij te pas, ben je er klaar voor? Wanneer je aan de beurt bent zal het elektronische kompas oplichten bij jouw spelerskleur, de dieren in jouw kamer vragen je vervolgens waar je naartoe wilt. Je kan naar een aangrenzende kamer verplaatsen door op de juiste pijl te klikken op het kompas, maar je kan er uiteraard ook voor kiezen om gewoon te blijven staan. Als je je figuur wilt verplaatsen zullen de dieren in de kamer vertellen of je door de betoverende wand kan of niet. Sommige wanden zijn voor iedereen gesloten of open, maar enkel de hazen kunnen al springend door het hazenvenster geraken en enkel de muizen kunnen door het kleine muizengat kruipen. Als je in de kamer blijft zal de inwoner van die kamer je een tip geven, die zal bv. zeggen waar ergens in het huis je een toverdeur kan vinden. Ze zijn niet altijd even zeker van hun stuk en geven je soms 2 of 3 mogelijkheden: aan jullie om uit te zoeken of de deur daar écht staat of niet. Eens één van de spelers een toverdeur gevonden heeft zullen twee spelers moeten samenwerken om de deur te openen. Nadat de toverdeur(en) geopend zijn wordt Hubi wakker. Het spel verloopt op dezelfde wijze, al heb je ondertussen al veel bijgeleerd over de betoverde wanden: vaak weet je al waar je door kan en waar niet. De huisbewoners hebben Hubi zien voorbij komen en kunnen je soms wel eens een tip geven. Onthoud vooral dit: alleen zal je er niet in slagen om Hubi te vangen, als je hem gevonden hebt kan je hem maar beter goed bewaken tot een medespeler je uit de nood komt helpen. Van zodra twee spelers Hubi onder controle hebben eindigt het spel en zijn alle spelers samen gewonnen. Als het niet lukt voor middernacht, op spookuur (enkel in niveau 2 en 3) is Hubi weg en zijn jullie met z’n allen verloren.

Onze mening

Het label ‘Kinderspiel des Jahres’ laat alvast vermoeden dat het een goed kinderspel is, een vermoeden dat tijdens de speelsessies dan ook bevestigd werd. Het ziet er leuk uit en het thema slaat zeker aan bij kinderen, ze gaan helemaal op in het verhaal en zitten vol spanning te wachten tot ze het spookje kunnen vangen! Het werken met de kompas gaat goed, voor de jongste kinderen is het een goede oefening voor hun ruimtelijk inzicht, maar daar zijn ze al snel mee weg. Bovendien heb je niet veel uitleg nodig, het spel legt zichzelf uit. De lay-out en illustraties zijn erg mooi en zijn een pluspunt voor de beleving van het spel, ook de leuke doos en het visuele van al die muren maakt het alleen maar leuker. Het aantal spelers maakt niet veel verschil aan de spelbeleving. In het eerste niveau kan je het spel niet verliezen, goed voor beginners. De twee andere niveaus zijn dan wel iets moeilijker en spannender, maar ze zijn uiteindelijk ook nog vrij eenvoudig te winnen. Eens je het systeem doorhebt (als je door een wand passeert die je al kende mag je nog eens) kan je bijna niet verliezen, in 4 speelsessies zijn we altijd gewonnen, we hebben dus geen idee wat er gebeurd als je verliest. Dat laatste kan wel eens een negatieve invloed hebben op de herspeelbaarheid, kinderen zijn zot van dit spannende spel, maar blijft dat zo wanneer ze door hebben dat ze toch steeds winnen? Dat zal de tijd moeten uitwijzen.

Conclusie: Op Jacht naar Hubi is een leuk en spannend coöperatief kinderspel!

Hubi

Met dank aan Ravensburger!

Met dank aan Ravensburger!

Op jacht naar Hubi

Auteur: Steffen Bogen
Uitgever: Ravensburger
Aantal spelers: 2 – 4
Tijdsduur: ± 20 min.
Vanaf 5 jaar

De monsterlijke muziekschool

Spelbeschrijving

Hartelijk welkom in de monsterlijke muziekschool, monsters en monsteressen! Wil je graag meedoen aan het grote muziek concours? Dan kan je best nog even wat lessen volgen in deze superleuke muziekschool, je leert er luisteren, zingen, dictee, het herkennen van de verschillende klanken en instrumenten,… De tiptoi stift leidt jullie – in naam van Chromaticus musicus de XIIde, ook wel genaamd ‘directeur Krokus’ – doorheen het spel. Vooraleer je dit spel kan spelen moet je dus niet alleen het spel kopen, maar ook de tiptoi pen!

Nadat het speelbord werd klaargelegd kiezen alle spelers één van de bands uit, ze hebben elk hun eigen genre en naam: de Rocky Rockers, de Luna-Latin band, de Folky Folks, de Jazzy Jazzers en de Poppy Poppers! Iedereen meldt zich aan door op zijn band te tikken, na het welkomstwoordje van directeur Krokus laat elke band alvast horen wat ze in huis hebben. “Stop, stoop, stoooop!” roept directeur Krokus, wat een ellende voor zijn pluizige monster oren, jullie hebben duidelijk nog wat oefening nodig! De directeur zal doorheen het spel een rondleiding geven in zijn muziekschool, elke leerling-band heeft recht op twee lessen, maar vooraleer je in het klaslokaal geraakt zal je eerst naar de toonladder trap moeten luisteren om te horen in wélk klaslokaal je moet zijn. Hij speelt eerst de noot waarop hij staat (aan het begin: de DO (C). Vervolgens speelt hij de noot van de trap waar hij heen gaat (RE – MI – FA – SOL – LA – SI – DO). Heb je het verkeerd? Geen probleem, Krokus helpt je wat door te zeggen of je hoger of lager moet zijn. Als het echt niet lukt dan helpt Krokus je wel verder … oefening baart kunst! Éénmaal gearriveerd in het klaslokaal moet je goed opletten en krijg je een opdracht.

In ‘Het klassieke muzieksalon’ vertelt Professor Weetal over zijn favoriete, klassieke composities. Hij laat je luisteren naar de muziek: “Hoor jij hoe vaak de koekoek wordt uitgebeeld in dit fragment van Saint-Saens?”, “Hoor je de regendruppels in dit pianowerk van Chopin?” of “Klinkt dit muziekstuk vrolijk of droevig?”. Elke keer je in zijn lokaal komt heeft hij weer iets anders voor je klaar! In de Instrumentenwerkplaats leert de handige Renovatio Priegelaar je bij over de instrumenten: hij laat je een instrument horen en jij moet raden het welke. Soms vraagt hij je ook om alle instrumenten van een bepaalde groep (bvb. strijkers of tokkelinstrumenten) te zoeken, of instrumenten aan te duiden die bij elkaar horen. In het zanglokaal moet je leren zingen: Polyvoks Duizendzang zingt samen met het Mini-Monster-Koot een melodie voor, kan jij het goed nazingen? Ze zal soms ook vragen of je een liedje herkent, zij speelt de begeleiding (zonder dat er gezongen wordt) en jij moet op het bijhorende doe-bordje aanduiden over welk liedje het gaat! In de geluidsstudio van Presto Wervelwind leer je luisteren naar de verschillende klanken op de xylofoon. Presto speelt twee noten, was de tweede noot hoger of lager dan de eerste? Of hij speelt een toon op de xylofoon, en jij moet hem naspelen. Misschien moet je wel een mini-partituur nemen en het liedje naspelen of mag je gewoon naar hartelust improviseren. In het slagwerklokaal leert Batavius Paukenslag je de kneepjes van het vak: trommel het juiste ritme na, en vergeet de rusten niet! Af en toe traint hij ook je geheugen, hij noemt een kleur en jij speelt op de trommel van die kleur. Daarna noemt hij nog een kleur, en sla jij eerst op de eerste, daarna op de tweede trommel enzovoort. Hoe lang kan jij deze trommelketting onthouden? Tenslotte heb je nog het geluiden lokaal met de kleine Fonibert Luistervink, hij laat je geluiden horen en jij moet klikken op wat je hoort. Andere keren laat hij vier verschillende geluiden horen en moet jij zeggen welk er niet bij past, of juist welke geluiden wél bij elkaar horen! Hij heeft altijd een nieuwe opdracht voor je klaar!

Oeps, wat vliegt de tijd! Het is tijd voor de finale van het grote monster muziek concours! Gauw het podium op, Krokus: kondig onze fantastische leerlingen-bands maar aan! Elke band maakt zich klaar voor het grote optreden, hoe beter je tijdens de lessen hebt gepresteerd, hoe beter je optreden zal zijn. Wie heeft de meeste punten verdiend en krijgt het grootste applaus? Aan het einde van het concours zal directeur Krokus de winnaar bekend maken. Hartelijk gefeliciteerd! En niet vergeten: oefening baart kunst.

Onze mening

Aan het begin waren we vooral gefascineerd door de werking van de tiptoi, het is ongelooflijk hoe de stift je doorheen dit spel leidt. In de ‘ontdekkingsmodus’ vertelt de stift je niet alleen de naam van alles wat je ziet op het bord, maar ook wat meer informatie en hij laat zelfs horen hoe dat instrument klinkt! Je kan spelen op de xylofoon en de toonhoogtes die je hoort zijn correct. Het spel zelf is ook heel indrukwekkend in elkaar gestoken, er is aandacht voor vele dingen die in het muziekonderwijs worden aangeleerd. Elke keer je het spel speelt krijg je andere opdrachten, zelfs in de 8ste speelsessie kregen we nog opdrachten die we nog niet eerder hadden gehoord. De ene opdracht is al wat interessanter dan de andere, neem bijvoorbeeld de luisteropdrachten in het klassieke muzieksalon. Soms vertelt Professor Weetal eerst over een muziekstuk, hij laat je vervolgens de karakteristieke maat meetellen. Een andere keer moet je tellen hoeveel keer je ‘de koekoek’ hoort… Bij deze opdrachten gaan de kinderen actief luisteren, bij andere opdrachten is dat wat vager. Nog betere opdrachten zijn die waarbij je moet luisteren en achteraf zeggen of het feestje vrolijk verder ging of abrupt ten einde kwam: de kinderen leren dus bewust te luisteren. Als pianolerares kan ik dit soort spellen alleen maar aanbevelen, het is heel leerrijk en toch op een heel leuke manier gebracht zodat de kinderen amper beseffen dat ze iets bijleren. Anderzijds is het spel zeker niet eenvoudig, de leeftijdscategorie “4 – 7” is niet helemaal correct. Vanaf 4 jaar is heel jong voor dit spel, de maximumleeftijd 7 had er al helemaal niet moeten staan want ook een 9-jarige kan hier nog veel plezier mee beleven én veel uit leren. Maar koop jij een spel voor je 7-jarige zoon, met die maximumleeftijd op de doos?

We speelden het spel in de muziekles en de meeste kinderen vonden het geweldig. Je hoeft niets uit te leggen, de stift zegt steeds heel duidelijk wat je moet doen en hoe het in zijn werk gaat. Ook voor mij als lerares was het interessant om te zien wat de leerlingen wel/niet kunnen. In een thuis-situatie gaat die vele uitleg soms wel eens tegensteken, je hoeft niet opnieuw te horen dat Presto Wervelwind vele armen heeft en monsterlijk goed xylofoon kan spelen, je wilt liefst van al gewoon horen wat je moet doen. Een tweede speelsessie heeft dus enerzijds het voordeel dat je andere opdrachten krijgt en het spel steeds anders is, anderzijds het nadeel dat het nogal gauw langdradig wordt. Je kan de uitleg wel overslaan, maar dan heb je ook vaak de opdracht gemist en dat kan niet de bedoeling zijn. Het spel neemt wel een half uurtje in beslag, maar doordat je continu aan de slag bent beschouwen de meeste kinderen dit niet als ‘te’ lang. In een thuis-situatie is de ontdekkingsmodus dan weer heel interessant: laat de kinderen gewoon wat typen op het bord, ze leren de instrumenten kennen, op de xylofoon spelen, liedjes herkennen, … Ze kunnen helemaal alleen bezig zijn en ze kunnen het spel ook helemaal alleen spelen. Of je doet weer mee nadat ze een tijdje hebben zitten zoeken, wees maar zeker dat ze het nu al wat beter zullen kunnen!

Conclusie: De monsterlijke muziekschool is top om de kinderen al spelend wat muzikale kennis bij te brengen.

Monsterlijke Muziekschool

Met dank aan Ravensburger!

Met dank aan Ravensburger!

De monsterlijke muziekschool

Auteur: Kai Haferkamp
Uitgever: Ravensburger
Aantal spelers: 1 – 4
Tijdsduur: ± 30 min.
Vanaf 4 jaar

Red7

Spelbeschrijving

Eenvoudiger kan het haast niet: aan het einde van je beurt moet je zien dat je wint. De standaard spelregel: de hoogste kaart wint… je raadt het nooit, maar de rode 7 is de hoogste kaart in het spel. Deze spelregel (van de zogenaamde rode kaarten) is slechts één van de zeven spelregels die je zal spelen.

Als je aan beurt bent moet je er voor zorgen dat je wint, dat kan op drie verschillende manieren: je legt een kaart in je eigen pallet, je verandert de spelregel of je doet het alle twee. Aan het begin van een ronde krijg je 7 handkaarten en een startkaart voor je pallet, de spelregel aan het begin: de hoogste kaart wint. Door een kaart op de aflegstapel te spelen verandert de spelregel, zo kan je die o.a. veranderen naar ‘de meeste kaarten van dezelfde kleur’ of naar ‘de meeste getallen onder 4’, zolang je ervoor zorgt dat jij maar de beste bent in de spelregel die aan het eind van jouw beurt van toepassing is. Dan is de volgende speler aan de beurt, deze heeft uiteraard dezelfde opdracht: hij zal moeten winnen en desnoods de spelregel daarvoor aanpassen! In geval van gelijke stand wint diegene met de hoogste kaart, er zijn kaarten van 1 tot 7, en dat in 7 verschillende kleuren. De ene kleur is al wat beter dan de andere, zo is de rode 7 hoger dan de groene 7, die laatste is op zijn beurt hoger dan de blauwe 7 enz… Als je aan het einde van je beurt niet kan winnen eindigt het spel voor jou, de andere spelers spelen verder tot er een uiteindelijke winnaar gekend is.

Als je vertrouwd bent met het basisspel kan je ook “Advanced Red7” spelen, één spel uit de basisversie is nu slechts één ronde. Tussen de verschillende ronden vindt een puntentelling plaats. Als het nummer op je zonet gespeelde kaart hoger dan het aantal kaarten in je pallet is mag je een extra kaart nemen. Als winnaar van een ronde neem je alle kaarten die je nodig had om volgens de huidige spelregel te winnen, dit zijn de punten die je deze ronde verdiend hebt. Vervolgens krijgen de spelers weer 7 kaarten en begint de volgende ronde. Het spel eindigt van zodra de stapel kaarten uitgeput is. Bovendien kunnen er nog optionele spelregels worden toegevoegd waarbij je een extra actie kan doen bij het uitspelen van bepaalde kaarten, zo’n actie kan bijvoorbeeld zijn dat je een extra kaart mag nemen of een kaart uit je pallet mag verwijderen.

Onze mening

Red7 is een spel met erg eenvoudige spelregels, anderzijds is het toch iets unieks in zijn soort. Je verandert de spelregels voortdurend zelf, je probeert een spelregel te kiezen waar jij goed in scoort en je tegenstanders je niet in kunnen verslaan. Het is ook slim om slechts één kaart te spelen tijdens jouw beurt, want hoe minder kaarten op hand, hoe kleiner de kans dat je de volgende ronde nog zal kunnen winnen! Een spel (een ronde) is zeer snel gedaan, waardoor het een filler is dat je al snel enkele keren opnieuw wilt spelen. Wij speelden de versie voor gevorderden spelers enkele keren maar hadden uiteindelijk toch een lichte voorkeur voor het eenvoudigere basisspel. Anderzijds zijn de meningen verdeeld: sommigen vinden het één van de betere fillers, anderen vinden er weinig aan. Ook tussen ons onderling verschilt de mening over deze filler. De lay-out past bij het spel: eenvoudig maar efficiënt. Het enige échte minpunt aan het spel? Het is hier moeilijk verkrijgbaar.

Conclusie: Red7 is een erg leuke filler maar kon ons niet helemaal overtuigen.

Met dank aan Asmadi Games!

Met dank aan Asmadi Games!

Red7Red7

Auteur: Carl Chudyk & Chris Cieslik
Uitgever: Asmadi Games
Aantal spelers: 2 – 4
Tijdsduur: ± 5 min.
Vanaf 9 jaar

Träxx

Spelbeschrijving

3D_Abb_TRX_WGG_webNa het populaire Qwixx komen dezelfde auteur en uitgever met een nieuwe filler, samen met coauteur Reinhard Staupe ontwikkelden ze Träxx. Van de naam alleen al kan je afleiden dat het van dezelfde makers komt, alweer een vijfletterwoord dat eindigt op -xx. De spelregels zijn alvast even simpel, maar de dobbelstenen hebben ze achterwege gelaten. Benieuwd?

Elke speler krijgt – net als in de deluxe uitgave van Qwixx – een eigen spelersbordje en een stift. Alle bordjes zijn dezelfde, maar de stip (= startpositie) is voor iedereen verschillend, iedereen zal dus op een andere manier aan het spel beginnen! De spelers zullen doorheen de verschillende ronden een lange lijn tekenen op dit bord: elke keer wanneer er een kaart wordt open gedraaid zijn er maximum 5 gekleurde vakjes waarover je lijn getekend mag worden. Je mag tijdens je beurt echter maar langs één uiteinde van je lijn verdergaan en het is verboden om je lijn te splitsen. Elke ronde wordt er één kaart opengedraaid en mogen alle spelers gelijktijdig verder tekenen aan één van de twee uitersten van hun lijn. Als je daarbij getallen aankruist moet je dit – nadat iedereen klaar is met tekenen – luidop zeggen: jij krijgt de volledige punten (2 – 10), de spelers die datzelfde getal pas in een volgende ronde aanduiden krijgen slechts de helft van de punten. Als meerdere spelers hetzelfde getal in dezelfde ronde hebben aangeduid krijgen ze allemaal de volledige punten. Nadat alle 15 kaarten omgedraaid zijn eindigt het spel en volgt de puntentelling. Alle spelers tellen de punten op van alle getallen die ze tijdens het spel hebben aangeduid, vervolgens krijgen ze 1 minpunt voor elk vakje dat ze niet hebben kunnen aanduiden! Wie daarna nog de meeste punten heeft wint het spel.

Onze mening

Na onze eerste speelsessie waren we meteen verkocht: abstract, wat logisch denken, een portie geluk en vooral veel plezier… dat zijn de ingrediënten voor een leuk spelletje Träxx. Ondanks dat het spelverloop heel anders is dan dat van Qwixx ga je ze toch met elkaar vergelijken. Net als Qwixx is dit weer een heel verslavende filler die wij erg vaak op tafel zullen leggen. Ook bij Träxx heb je geen moment om stil te zitten, iedereen is tegelijkertijd aan beurt en het wordt geen seconde saai. Het is soms wel verwarrend wanneer een speler enthousiast roept “Ik heb de 10!”, terwijl anderen nog aan het denken waren en dan misschien toch ook nog langs die 10 willen om toch maar die volle punten mee te sprokkelen. In de spelregels staat dan ook de tip om pas aan het einde van je beurt te zeggen welke getallen je hebt bereikt, maar het enthousiasme beslist daar soms toch anders over. Niet echt een minpunt, maar toch iets wat je misschien aan het begin van het spel kan afspreken. Het feit dat Träxx vrij abstract is maakt dat niet iedereen even enthousiast is zoals bij Qwixx, je zit heel de tijd te zoeken naar de beste weg: grote getallen en vooral zo weinig mogelijk open velden aan het einde. Een zoektocht dat niet iedereen even leuk vindt maar waar wij maar niet genoeg van krijgen. Aangezien het startpunt op elke bordje op een andere plaats staat en de kaarten altijd in een andere volgorde komen is het spelverloop altijd anders, je lijn zal er nooit twee keer hetzelfde uit zien. Anderzijds probeer je in het begin wel richting de grootste getallen te gaan, je wilt liefst de volledige 10 punten, en als het even kan ook de 9 en de 8. Na een aantal speelsessies begin je dus wel te merken dat je steeds dezelfde richting op wilt, maar het lot van de kaarten beslist er toch anders over. De herspeelbaarheid is dus groot en het verslavende element doet ook goed zijn werk: op vrij korte tijd kwam het spel hier al meer dan 10 keer op de speltafel. Of die herspeelbaarheid zal blijven en hoe het bordje er uit zal zien na x-aantal speelsessies is uiteraard nog de vraag, maar de kans is vrij groot dat je deze ooit ziet terugkeren in onze reeks Tafelporselein.

Conclusie: Träxx is een waardige opvolger van Qwixx, een super filler!

Met dank aan Nürnberger Spielkarten Verlag

Met dank aan Nürnberger Spielkarten Verlag

TräxxTräxx

Auteur: Steffen Benndorf & Reinhard Staupe
Uitgever: Nürnberger Spieleverlag/White Goblin Games
Aantal spelers: 1 – 4
Tijdsduur: ± 15 min.

Vanaf 8 jaar

Shipwrights of the North Sea

Spelbeschrijving

Het verhaal vindt plaats in het Vikingtijdperk, 900 n.C. De scheepstimmerlieden concurreren met elkaar en proberen elk het grootste en meest invloedrijke vloot op te bouwen. Daarvoor zullen ze eerst hout, wol en ijzer moeten verzamelen en mogen ze niet vergeten enkele ambachtsmannen aan boord te halen. Goud is uiteraard ook zeer belangrijk en mag niet zomaar door ramen en deuren naar buiten vliegen. Je raadt het al, niet alle stedelingen zijn even behulpzaam. Soms kom je wel eens karakters tegen met slechte bedoelingen, je kan maar beter hopen dat ze aan jouw kant staan!

Elke ronde begint met een ochtendfase, de fase waarin elke speler drie kaarten ontvangt. Dat gebeurd via drafting, waarbij de eerste speler één kaart meer neemt dan het aantal spelers, er één uitkiest en de overigen vervolgens doorgeeft aan de speler naast hem. Ook de tweede en derde kaart worden op exact dezelfde manier verdeeld. Daarna volgt de middagfase, waarbij alle spelers hun drie kaarten zullen uitspelen. Je kan een kaart op elk moment verwijderen om één van de drie grondstoftypes aan de achterkant te vergaren, je betaalt daarvoor één goud of één werker. Afhankelijk van de voorzijde van je kaart kan je de kaart ook op een andere manier uitspelen. Zo heb je bepaalde werktuigen die je kan aankopen met goud, die zullen er voor zorgen dat jij voor je volgende schip minder grondstoffen moet betalen. Let wel op: je kan maar één werktuig tegelijkertijd bezitten, nadat het gebruikt is wordt het terug verwijderd. Andere kaarten bevatten ambachtslieden of stedelingen. Je kan maximum vier ambachtslieden in dienst nemen, zij helpen je bij het bouwen van schepen, stedelingen speel je meteen uit en laten je een bepaalde actie toe. Dat kan zijn om bepaalde grondstoffen te krijgen, maar ook om schepen of ambachtslieden van je tegenstanders te verwijderen of te stelen! De belangrijkste kaarten zijn ongetwijfeld de schepen, je kan maximum twee schepen in je bouwplaatsen stallen, dat doe je door de kaart op je persoonlijk spelersbord te leggen. Als je op een gegeven moment genoeg benodigdheden hebt om je schip af te maken (grondstoffen, goud en ambachtslieden) betaal je al het nodige en leg je je schip bij je afgewerkte schepen. Tenslotte heb je ook nog gebouwen, de enige soort kaarten waarvan je er tot 7 kunt bouwen, op voorwaarde dat het allemaal verschillende gebouwen zijn. Je betaald de kostprijs en je krijgt er punten voor aan het einde van het spel. Hoeveel punten je krijgt hangt vaak af van wat je gepresteerd hebt, bijvoorbeeld afhankelijk van je goudkapitaal of van de schepen die je gebouwd hebt.

Nadat iedereen al zijn kaarten heeft uitgespeeld volgt de avondfase waarin de spelers goud en werkers ontvangen voor de volgende ronde. Bovendien moet er gecontroleerd worden of ze alle grondstoffen kunnen stockeren, want elke speler heeft aan het begin een maximum capaciteit van 8 elementen. Deze capaciteit kan later veranderen afhankelijk van je gebouwde schepen. De startspeler figuur schuift door en de volgende ochtendfase kan beginnen. Op deze manier spelen we verder tot wanneer één speler er in geslaagd is om 4 schepen te bouwen. Aan het eind van die ronde volgt de puntentelling. Spelers krijgen de punten die aangegeven staan op de schepen en de gebouwen, daarnaast krijgen diegenen met het sterkste leger (rode getallen op de schepen) nog 3 bonuspunten.

Onze mening

Shipwrights of the North Sea trok al onze aandacht toen het een jaar geleden op Kickstarter verscheen. Na het lezen van de spelregels waren we erg benieuwd, de eerste speelsessie begon dan ook veelbelovend. Het enige nadeel dat we aan het begin merkten was de down time. Als laatste speler in de ronde zit je best een tijd te wachten tot alle spelers voor jou een kaart hebben gekozen, wanneer je je kaarten dan hebt ontvangen/gekozen kan je weer een hele tijd wachten tot wanneer iedereen zijn drie acties heeft uitgevoerd. Aangezien de stedelingen zo’n invloed hebben op de andere spelers is de beurtvolgorde belangrijk en het wachten noodzakelijk. Dat probleem was met 2 spelers uiteraard veel minder dan met 4 spelers, en met vijf spelers willen we er liever niet aan beginnen. Met twee spelers komen sommige kaarten dan weer niet volledig tot zijn recht, bijvoorbeeld de kaart om startspeler te worden of diegene waarbij je twee goudmunten krijgt voor elke speler die deze ronde voor jou aan beurt kwam. Het aantal spelers heeft dus zeker invloed op het verloop van het spel. Anderzijds heb je de stedelingen die het werk van je tegenspelers saboteren, ook deze kunnen het spel behoorlijk vertragen. Als je net alle grondstoffen hebt verzameld en een tegenspeler komt je schip voor je neus weghalen dan is het wachten tot je weer een schip op handen krijgt waar je je grondstoffen ook voor kan gebruiken. Ook omgekeerd kan gebeuren, dat je ambachtslieden en grondstoffen worden weggekaapt en je opnieuw moet gaan verzamelen. Het wachten op de juiste kaarten kan dan wel vrij lang duren en in tussentijd speel je nog andere stedelingen die het werk van je tegenspelers saboteren waardoor het spel ontzettend lang wordt, langer dan de 60min. die je op de doos leest. Het spel begon erg leuk maar werd al snel langdradig, tot je op een punt komt waar je enkel nog zit te wachten op kaarten waar je iets mee kan aanvangen, jammer. In onze sessie met twee spelers viel alles beter mee dan met 4 spelers, enerzijds door de kortere down time en anderzijds doordat er minder gesaboteerd werd. Wat de verschillende sessies wel gemeen hadden was dat de scores aan het einde vrij dicht tegen elkaar liggen, diegene die tijdens het spel aan kop leek te staan won aan het einde net niet. Het materiaal is overigens wel erg mooi geïllustreerd en is zelfs voorzien van een boekje met meer uitleg over de illustraties en de schepen!

Conclusie: Shipwrights of the North Sea is een leuk spel maar wordt snel te langdradig.

Shipwrights of the North Sea

Met dank aan Garphill Games

Met dank aan Garphill Games

Shipwrights of the North Sea

Auteur: Shem Philips
Uitgever: Garphill Games
Aantal spelers: 2 – 5
Tijdsduur: ± 75 min.
Vanaf 10 jaar

Dicke Dämonen

Spelbeschrijving

damonenKlaar om de wereld te veroveren als tovenaar? Begin dan alvast met dit spelletje, je zal snel ondervinden dat de wereld kleiner is dan je dacht en de magische wereld slechts bestaat uit enkele magische lijnen en velden. Er zijn vier grenzen, één voor elk van de vier oerelementen: aarde, vuur, water en lucht. De locaties waar deze lijnen elkaar kruisen zijn de meest invloedrijke punten op aarde, dat zijn de plaatsen waar jij je geesten zal moeten oproepen!

Het speelbord van Dicke Dämonen is variabel en wordt aan het begin van het spel bepaald door de vier touwen die de vier elementen voorstellen, de touwen worden zo op tafel gelegd dat elke lijn 2 of 3 andere lijnen kruist. Vervolgens nemen alle spelers 5 figuren uit de zak zonder deze aan hun medespelers te tonen. Als je aan beurt bent moet je één van deze figuren in het speelbord zetten. De geesten (beschikbaar in de kleuren rood, blauw, geel en groen) kunnen geplaatst worden in de hoeken waar twee lijnen elkaar kruisen, één van die lijnen moet de kleur van je figuur zijn. De plaatsingsregels voor de witte figuren, de zogenaamde demonen zijn iets anders: deze worden in het midden van een veld geplaatst en zorgen er vervolgens voor dat er in dat veld géén andere geesten/demonen meer geplaatst mogen worden. Daarna neem je een figuur uit de zak om je voorraad aan te vullen tot vijf. Op een gegeven moment kan je beslissen om naast het plaatsen van een figuur ook een kleur te bepalen, dat wordt dan de kleur waar jij aan het einde punten mee wil scoren. Daarvoor plaats je deze figuur voor je neer zodat iedereen duidelijk kan zien welke kleur jij gekozen hebt. Vanaf dan heb je echter geen keuze meer in je volgende beurten: je moet op dat moment namelijk al je figuren in de zak doen en je kan in je volgende beurt enkel die pion plaatsen die je op hand hebt… zo geef je je tegenstanders misschien wel ongewild punten! Het spel eindigt als de actieve speler geen figuur in het spel kan plaatsen, daarna volgt de puntentelling.

In elk veld wordt er gecontroleerd welke kleur de meerderheid heeft, bij een gelijke stand krijgen beide kleuren de punten. De waarde van dat veld wordt bepaald door het aantal hoeken en/of knopen, elk daarvan is één punt waard. Uiteraard is het ook mogelijk dat iemand de kleur wit heeft gekozen, deze puntentelling loopt op een iets andere manier: elke witte figuur op het veld is één punt waard. De speler met de meeste punten wint het spel.

Onze mening

Een klein doosje waar het materiaal nipt in past, maar niet meteen de indruk geeft dat je er veel van moet verwachten. Dat het iets heel abstract zou zijn dat was meteen duidelijk, maar na een eerste speelsessie ontdekten we dat het best wel tactisch en leuk kon zijn! Er zit dus meer in dan we aanvankelijk hadden verwacht: je plaatst figuren en je probeert meerderheden te behalen, maar je weet aan het begin nog niet in wélke kleur dat je die meerderheden juist wilt! Het is soms nadelig om al vroeg in het spel een kleur te bepalen, vanaf dan heb je minder in de hand omdat je slechts één figuur op hand hebt. Als je te lang wacht om een kleur te bepalen zijn je tegenstanders misschien al met de meest waardevolle kleuren gaan lopen of eindigt het spel misschien sneller als je tegenspelers geen figuur meer kunnen plaatsen, dat wil je uiteraard voorkomen. Eens je weet wie voor welke kleur gekozen heeft barst de strijd helemaal los, je begint te tellen en te redeneren hoe je kunt voorkomen dat je tegenstanders het spel zomaar winnen. Dankzij de touwen kan je steeds zien waar welke pionnen kunnen geplaatst worden, de witte demonen zijn dan weer erg interessant om te voorkomen dat er nog iets aan de huidige situatie veranderd! Wij vonden het best leuk om dit spel te kunnen spelen, al weten we dat we dat niet bij al onze medespelers op tafel moeten leggen: dit soort abstracte spelletjes valt gewoon niet bij iedereen in de smaak. Het is jammer dat er geen zichtschermen bij horen want het is niet eenvoudig om die 5 figuren op hand te houden zonder dat je medespelers de kleuren kunnen zien. De herspeelbaarheid is niet zo erg groot, je kan de touwen natuurlijk altijd anders leggen waardoor het spel steeds dat tikkeltje anders is, maar het is geen spel dat je gaat blijven spelen. Met twee spelers heb je iets meer in de hand dan met 3 of 4 spelers, maar al bij al heeft het spelersaantal niet zoveel invloed op het verloop van het spel.

Conclusie: Dicke Dämonen was een leuke, abstracte verrassing.

Dicke Dämonen

Met dank aan Edition Erlkönig!

Met dank aan Edition Erlkönig!

Dicke Dämonen

Auteur: Heinrich Glumpler
Uitgever: Edition Erlkönig
Aantal spelers: 1 – 4
Tijdsduur: ± 20 min.
Vanaf 10 jaar

Nehemiah

Spelbeschrijving

De stadsmuur van het Heilige Jeruzalem werd vernietigd en de inwoners en hun tempels zijn niet langer veilig. Toen dit nieuws tot bij Nehemiah geraakte, reisde hij van Babylonië naar Jerusalem om de belangrijke muur terug op te bouwen. In dit spel nemen de spelers een belangrijke rol op zich: ze worden leider van een Israëlitische stam! Gebruik je grondstoffen nuttig en zend je werkkrachten naar de plaatsen waar nodig is: je hebt mensen nodig om de stadsmuur herop te bouwen, mensen om de stad te verdedigen én mensen om offers te brengen in de tempels. Als je er dan ook nog in slaagt om mee te werken aan de immense stadspoorten ligt de weg naar de overwinning voor je open.

Het speelbord bestaat uit 4/5 kolommen van telkens 4 kaarten, dit zijn de locaties waar je je werkers zal kunnen inzetten. Als je aan beurt bent heb je twee opties: werkers inzetten of eerder geplaatste werkers activeren. Bij het inzetten kan je niet zomaar kiezen uit alle openliggende kaarten, je bent verplicht om de bovenste beschikbare kaart in een kolom naar keuze te nemen. Aan het begin kan je dus enkel een werker plaatsen op de bovenste rij kaarten, van zodra dat er een werker op een kaart staat wordt de onderliggende kaart beschikbaar. Om een werker te activeren kies je willekeurig één van jouw werkers op het veld en leg je deze neer om aan te duiden dat je de actie gedaan hebt. Als er in dezelfde kolom, boven jouw werker andere werkers neerliggen kan je er voor kiezen om ook die acties uit te voeren. Je betaald daarvoor één munt aan de eigenaar van deze werker, of aan de bank als deze van jezelf is. Met die acties kan je o.a. geld of hout verzamelen, maar uiteraard kan je nu ook mensen naar bepaalde regio’s sturen. Zo kan je bijvoorbeeld één van je inwoners aan de stadsmuur laten werken door twee hout te betalen en een blokje op de stadsmuur te leggen. Met andere actiekaarten kan je op een gelijkaardige manier inwoners inzetten om je stad te verdedigen, om offers naar de tempels te brengen of om een immense stadspoort te bouwen.

Nadat de onderste kaart in een kolom geactiveerd werd verdwijnt de hele kolom kaarten onmiddellijk, ook al zijn nog niet alle werkers op de bovenstaande kaarten geactiveerd. De werkers gaan terug naar hun eigenaars en de rij kaarten wordt vervangen door nieuwe kaarten. Wanneer je zo’n rij moet vervangen en er geen kaarten uit het eerste tijdperk meer aanwezig zijn volgt er een korte, tussentijdse telling. Op de drie locaties waar blokjes liggen (de muur, het verdedigen en het offeren aan de tempels) wordt er gecontroleerd welke spelers daar de meerderheid heeft. De spelers met de meeste en tweede meeste blokjes worden daarvoor beloond met puntenfiches. De speler die de meerderheid had moet vervolgens één van zijn blokjes verwijderen op die locatie. Vervolgens worden de kaarten uit het tweede tijdperk gebruikt om de kolom aan te vullen. Later volgt er een identieke puntentelling alvorens de kaarten uit het derde tijdperk gebruikt worden én als alle kaarten op zijn. Na deze laatste telling eindigt het spel en worden alle punten opgeteld: punten die verdiend werden door de tussentijdse tellingen, punten op de verworven stadspoorten en punten voor overgebleven grondstoffen. De speler met de meeste punten wint het spel! Tenslotte is er nog een variant met leider-kaarten, kaarten waar je in het begin van een tijdperk op kan bieden die je dan een bepaald voordeel geven tijdens dat bepaalde tijdperk.

Onze mening

Onze verwachtingen voor Nehemiah waren niet heel groot, maar in zekere zin heeft het spel ons wel verbaasd. Het heeft veel goede elementen. Workerplacement op een variabel bord, zeker aangezien je slechts de eerst beschikbare kaart mag bezetten maakt het spel vrij tactisch. De locatie die jij kiest is niet enkel in je eigen voordeel maar maakt dus ook een andere locatie beschikbaar voor de volgende speler. Is dat wel wat je wilt? Ook het feit dat je werkers van andere spelers kan heractiveren is erg interessant, misschien neem je wel een kaart die je tegenstanders willen, in de hoop daar zelf nog wat aan te verdienen? De meerderheden op de drie locaties zijn steeds spannend, het feit dat er achteraf één blokje verdwijnt brengt alles vaak terug in balans waardoor alles mogelijk blijft. Een spel met verrassend veel potentieel dus, waar het niet dat er ook elementen in zitten die er voor kunnen zorgen dat het spel helemaal niet meer leuk is. Zo mag je dus niet het risico nemen om al je goud op te doen, want dan zou het wel eens kunnen dat je voor de rest van het spel niets nuttig meer kan doen. De kaarten om goud te krijgen zijn vrij zeldzaam, aangezien er maar 4/5 kaarten (afhankelijk van het aantal spelers) beschikbaar zijn moet je al wat geluk hebben om net die kaart te kunnen inpalmen als jij aan de beurt bent, zeker in een spel met 3 of 4 spelers. Een kaart van een tegenstander activeren om goud te verdienen dan maar? Vergeet het maar, want je hebt geen goud om hen te betalen! Het enige wat je dan nog rest is het verzamelen van hout en dat hout vervolgens betalen om mensen naar de stadsmuur te sturen of om stadspoorten te bouwen, maar de kans dat je het spel nog zal winnen wordt beduidend kleiner. Jammer, want dit nadeel maakt het spel opeens heel wat minder interessant en het is een nadeel dat misschien wel vermeden kon worden door een eenvoudige bijkomende regel. (dat je vb. ook hout mag betalen om een gebruikte werker van een tegenstander te activeren).

Het spel bevat ook een variant voor twee spelers, en die is best goed gevonden! Beide spelers spelen nu met twee kleuren, maar één van die kleuren dient enkel en alleen om locaties op het veld te ‘blokkeren’. Telkens wanneer je een werker inzet zal je nu ook een werker in je andere kleur moeten neerleggen op een beschikbaar veld. Zo hoef je niet echt met twee kleuren te spelen maar heb je toch het gevoel dat het bord vrij vol geraakt. Ook de variant met leiderkaarten is leuk, al moet je wel opletten dat je niet te veel geld biedt, anders kan je dus in de problemen komen. De tekenstijl is niet helemaal ons ding maar past wel goed bij het thema, de doos had wel veel kleiner gekund.

Conclusie: Nehemiah is een spel met veel potentieel maar met een groot minpunt!

Nehemiah

Met dank aan Gry Leonardo!

Met dank aan Gry Leonardo!

Nehemiah

Auteur: Lukasz Wozniak
Uitgever: Gry Leonardo
Aantal spelers: 2 – 4
Tijdsduur: ± 45 min.
Vanaf 10 jaar

Tiny Epic Kingdoms

Spelbeschrijving

TEKJe staat aan het hoofd van een klein koninkrijk met veel ambitie. Je wilt je populatie uitbreiden via verschillende rassen, je machtige toverkunsten aanleren en imposante torens. Het enige probleem is dat de naburige koninkrijken hetzelfde idee hebben. Toch kan er maar één koninkrijk de beste zijn, aan jou om te bewijzen dat je de capaciteiten hebt om je ambities waar te maken!

Aan het begin van het spel kiest elke speler één van de 13 verschillende rassen en een eigendom. Elk ras heeft verschillende eigenschappen. Als je aan beurt bent kies je één van de zes mogelijkheden op de actiekaart en leg je daar een schild bij. Vervolgens kan niet alleen jij, maar kunnen ook je medespelers deze actie uitvoeren! Jij hebt niet veel keuze: je doet de gekozen actie of niets. Je medespelers kunnen er ook voor kiezen om grondstoffen te verzamelen in plaats van de door jou gekozen actie uit te voeren. Hoe meer meeples op eigendom kaarten, hoe meer grondstoffen je kan verzamelen: per meeple op een verschillend landschap krijg je één grondstof, welke grondstof je krijgt hangt uiteraard af van het landschapstype. De eerste twee mogelijke acties zijn bewegingsacties, waarbij je met de Patrol-actie een meeple naar een aangrenzend gebied binnen eenzelfde eigendomkaart kan verplaatsen en de Quest-actie je toelaat een meeple naar een andere eigendomskaart te verplaatsen. Door dergelijke verplaatsacties kan het gebeuren dat je meeple in eenzelfde landschap als een tegenstander terechtkomt, dan volgt er dus een korte battle. Tijdens zo’n battle beslissen beide spelers hoeveel grondstoffen ze willen opofferen om hun strijd te winnen, waarbij mana en erts respectievelijk 2 en 1 punten waard zijn. Voedsel levert in deze strijd helaas niets op. De spelers maken dit gelijktijdig bekend door hun dobbelsteen op de juiste waarde te draaien. Beide spelers zijn de ingezette grondstoffen kwijt en de speler die verloren heeft kan bovendien zijn boeltje pakken, enkel de winnaar blijft over! Het is ook mogelijk om om een alliantie te sluiten, als beide spelers voor het witte vlagje op de dobbelsteen kiezen. In dat geval zullen de twee spelers het landschap delen en profiteren ze beide van de voordelen, zoals de grondstofopbrengst en/of de punten. Eens je echter met één tegenspeler een alliantie hebt blijven jullie aan elkaar verbonden. Als het later in een ander gebied ook tot een confrontatie komt tussen jullie meeples zijn jullie nog steeds met elkaar in alliantie. Als één van beide spelers dan toch voor een battle kiest en geen vlagje toont dan zullen alle allianties in de andere gebieden ook verbroken worden en kan je in één slag veel meeples verliezen. Gelukkig kan je met een andere acties ook weer meeples in het spel brengen, al kost deze actie je wel voedsel. Met de bouw-actie kan je verder bouwen aan je imposante toren, hoe hoger die toren wordt hoe meer erts het zal kosten maar hoe meer punten die je zal opleveren aan het einde! Een ander mogelijke actie is het aanleren van toverkunsten, wat betaald moet worden met mana, maar ook dit zal steeds meer kosten. De toverkunsten zijn verschillend van ras tot ras, zo helpen sommige rassen je om gemakkelijker grondstoffen te halen en worden anderen sterker bij confrontaties. Nog andere rassen zijn dan weer interessant om een alliantie mee te sluiten en anderen kunnen zelfs punten opleveren als je aan bepaalde condities voldoet. Tenslotte heb je nog de ruil-actie waarmee je grondstoffen kan inruilen tegen andere grondstoffen.

Als er vijf schilden op het actiebord liggen heeft de volgende speler geluk: alle schilden worden van het bord gehaald en de volgende speler kan vrij kiezen welk van de 6 acties hij/zij wilt uitvoeren. Op deze manier gaat het spel verder tot er aan één van volgende voorwaarden voldaan is: een speler heeft 7 meeples in het spel gebracht, bereikt het 6de level van de toren of het 5de level van zijn toverkunsten. Daarna volgt de puntentelling. Elke meeple op het speelbord is één punt waard, hoofdsteden (bepaalde landschapstypes) leveren twee punten op (of één per speler in het geval van een alliantie), één punt per bereikt niveau van de toverkunsten en de punten die vermeld staan bij het level van de gebouwde toren. De speler met de meeste punten wint het spel.

Onze mening

Tiny Epic Kingdoms was vorig jaar een grote hit op Kickstarter en haalde bijna 9000 backers, tijd om ook maar eens te proberen, dachten we. Het doosje en het materiaal voorspelde alvast veel goeds: mooie kwaliteit en een mooie tekening in de binnenkant van het deksel dat elke speler verbaast bij het openen van de doos. Ook het materiaal ziet er erg mooi uit en is voorzien van mooie illustraties, al is het boek (symbool om het level van de toverkunsten aan te duiden) niet zo goed herkenbaar. Vrij veel materiaal in een klein doosje, het “tiny” gedeelte uit de titel blijkt dus alvast te kloppen. Het spel zelf kon ons helaas minder overtuigen, nochtans zijn er veel leuke elementen in het spel. De verschillende rassen bijvoorbeeld, elke speelsessie is anders aangezien de toverkunsten van al de verschillende rassen toch een redelijke invloed hebben op het spel, ook de eigendomskaarten zijn steeds verschillend. Aan variatie geen gebrek dus. Wij vonden te weinig diepgang in het spel, of misschien ligt het aan het feit dat we niet zo ‘oorlogsgezind’ zijn. Vaak bleven we ‘te braaf’, en als je in dit spel niet gaat aanvallen is de fun er ook af. Het kiezen van de acties is interessant, je probeert een actie te kiezen die jou goed uitkomt en waar je tegenspelers liefst zo weinig mogelijk van kunnen profiteren, kies bijvoorbeeld de bouwactie als je ziet dat je tegenspelers net te weinig erts hebben om te kunnen bouwen. Soms kan je geen actie kiezen die je kan gebruiken en ben je verplicht een actie te kiezen en vervolgens niets te doen, een situatie dat je niet te vaak wilt meemaken. De score aan het einde is meestal vrij nipt, daardoor blijft het spelletje steeds spannend tot het einde. Na een eerste speelsessie bleven we op onze honger zitten en hoopten we dat volgende sessies ons meer zouden overtuigen, maar het kwam helaas niet. De variant voor twee spelers vonden we al helemaal niets, waarbij je geen allianties met mekaar mag aangaan en je het kan opnemen tegen vreemde volkeren, maar dan moet jij het (met je eigen grondstoffen) opnemen voor het vreemde volk als je tegenstander gaat aanvallen. Met andere spelersaantallen kwam het spel beter tot zijn recht.

Conclusie: Tiny Epic Kingdoms heeft veel positieve elementen maar kon ons toch niet over de streep trekken.

Tiny Epic Kingdoms

Met dank aan Gamelyn Games!

Met dank aan Gamelyn Games!

Tiny Epic Kingdoms

Auteur: Scott Almes
Uitgever: Gamelyn Games
Aantal spelers: 2 – 5
Tijdsduur: ± 30 min.
Vanaf 13 jaar

Castle Crush!

Spelbeschrijving

castlecrushCastle Crush kan je op drie verschillende manieren spelen, in de spelregels staat een standaard, een snelle en een bouwvariant. Wij bespreken hier voornamelijk de standaard variant. Dit is de langste variant, voorzien voor 2 tot 4 spelers waarin de spelers waardevolle kastelen zullen bouwen en die van hun tegenstanders willen afbreken.

De standaard variant bestaat uit drie verschillende ronden, in elk ronde heb je een bouwfase, twee aanvalsfasen en een slotfase. De naam zegt het al, in de bouwfase moeten alle spelers de blokken die ze hebben (in het begin hebben alle spelers 5 verschillende blokken) gebruiken om een kasteel te bouwen op hun fundering. Het aantal ramen/deuren op een blok bepaalt hoeveel punten die oplevert als de blok rechtstreeks op de fundering staat, als die blok op minstens één andere blok staat worden die punten verdubbeld, als de blok op twee andere blokken staat worden de punten zelf verdrievoudigd. Naast de blokken moeten alle spelers ook hun twee figuren veilig plaatsen: de koning moet op een andere blok staan/liggen, de generaal moet op de fundering staan. Iedereen telt zijn totaalscore op en duidt deze aan op het scorebord, de speler met de laagste punten mag de aanvalsfase beginnen. In het midden tussen alle kastelen staat een basis van waar de spelers de houten hamer mogen laten vallen, en liefst zo dat die op één van de kastelen van je tegenstanders valt! Elke blok dat hierdoor van de fundering valt levert je even veel punten op als er ramen/deuren op staan. Als de generaal valt krijg je 5 punten, de koning levert zelfs 7 punten op. Nadat alle spelers één aanvalsfase achter de rug hebben volgt er een tweede aanvalsfase. In de slotfase kan je nog punten verdienen op voorwaarde dat jouw generaal en/of koning NIET van je fundering gevallen zijn, ook hier zijn de figuren respectievelijk 5 of 7 punten waard.

Alle blokken die tijdens de vorige ronde van de funderingen gevallen zijn komen in de algemene voorraad, aan het begin van de tweede en derde ronde kunnen alle spelers hier 3 blokken uit kiezen. Na drie ronden eindigt het spel, de speler met de meeste punten is de winnaar. In de snelle variant spelen 2 of 3 spelers tot ze een vooraf bepaald puntenaantal hebben bereikt, de bouwvariant is voor één speler die probeert een zo groot mogelijk kasteel te bouwen.

Onze mening

We begonnen met heel wat twijfels aan onze eerste speelsessie. Die eerste sessie verbaasde ons echter: er zit best wel wat in! Enerzijds wil je veel punten scoren tijdens de bouwfase, maar een kasteel dat veel punten oplevert is niet altijd hetzelfde als een stabiel kasteel… Je wilt voorkomen dat je tegenstanders je generaal en/of koning omgooien, want samen zijn ze je nog 12 punten waard! Sommige gaan toch voor veel punten tijdens de bouwfase, anderen kiezen voor een stevig kasteel. De aanvalsfase is gewoon leuk en zorgt elke speelsessie opnieuw voor veel plezier. Het is een spel dat met kinderen kan gespeeld worden, maar ook wij vonden het wel eens een leuke filler. Ideaal om een spelavond af te sluiten of te beginnen! De herspeelbaarheid is zeker niet oneindig. Er zijn wel verschillende mogelijkheden om te bouwen en je kan verschillende dingen uitproberen, maar na een aantal speelsessies heb je toch de neiging om steeds op dezelfde manier te werk te gaan. Het aantal spelers maakt weinig verschil, wij vonden het zowel met 2 als met 3 spelers leuk. De set blokken voorzien voor de afwezige spelers blijven dan gewoon in de doos. De snelle variant hebben we niet gespeeld omdat we daar geen behoefte aan hadden, wij vonden de standaardmodus niet te lang. Al het materiaal zit veilig opgeborgen in de doos, de makers hebben de ‘kleine’ doos optimaal benut om alles er mooi in te krijgen.

Conclusie: Castle Crush is leuker dan verwacht.

pic2003347_md

Met dank aan Soso studio!

Met dank aan Soso studio!

Castle Crush!

Auteur: Tsai Huei-Chiang
Uitgever: Soso Studio
Aantal spelers: 1 – 4
Tijdsduur: ± 15 min.
Vanaf 8 jaar

Yardmaster Express

Spelbeschrijving

In Yardmaster Express krijgen de spelers slechts enkele ronden de tijd om een waardevolle trein te construeren. Kies de beste wagons voor jezelf en geef de rest door aan je linkerbuur. Niet alleen de wagons van hoge kwaliteit, maar ook veel wagons in éénzelfde kleur kunnen je punten opleveren. Wie weet kan je tenslotte nog extra punten verdienen door aan de voorwaarde van de ‘Caboose’-kaart te voldoen!

De startspeler krijgt de houten trein en evenveel handkaarten als er spelers zijn, de rest krijgt voorlopig niets. Als je aan de beurt bent (en dus kaarten op hand hebt) neem je één extra kaart op hand, vervolgens koppel je één van deze kaarten aan je trein en tenslotte geef je de overige kaarten door aan je linkerbuur. Om een nieuwe treinkaart aan je trein toe te voegen moet de nieuwe wagon ofwel dezelfde waarde, ofwel dezelfde kleur hebben als de (voorlopig) laatste wagon van je trein. Als je dit niet kan of wilt doen kan je er ook voor kiezen om een treinkaart gedekt aan je trein te koppelen, de waarde van je wagons is dan slechts twee.  Het voordeel van de grijze achterkant is dat je in een volgende beurt eender welke wagonkaart aan je trein kan koppelen, het grijs functioneert namelijk als joker waardoor elke kleur is toegestaan. Op deze manier gaat het spel steeds verder, de kaarten worden rondgegeven en elke speler voegt wagonkaarten toe aan zijn of haar eigen trein. Na 4-7 ronden (afhankelijk van het spelersaantal) eindigt het spel en volgt de puntentelling.

De zichtbare punten op de treinkaarten worden opgeteld, daarnaast krijgt de speler met de meeste aaneensluitende wagons van eenzelfde kleur bonuspunten. Hoe meer wagons in die rij, hoe meer punten. Tenslotte heb je nog de Caboose-uitbreidingen, 16 kaarten waar je elke speelsessie slechts één van gebruikt. Die kaart wordt aan het begin bekend gemaakt en geeft de spelers een extra opdracht om naartoe te werken. Die opdracht kan te maken hebben met de kleuren van de wagons (vb. zo weinig mogelijk verschillende kleuren), maar ook met de waarden (vb. dat je moet eindigen 2, 2, 2, 3, 2) en zelfs met de punten (vb. scoor de minste punten). Het is niet verplicht om aan de opdracht te voldoen, maar als dat wél het geval is kan je extra bonuspunten verdienen en die kunnen zelfs oplopen tot 8 punten! Wie na deze puntentelling de meeste punten heeft wint het spel.

Onze mening

Yardmaster Express is een vlotte filler met heel eenvoudige spelregels en toch dat tikkeltje diepgang dat het zo leuk maakt. De spelregels zijn duidelijk geschreven en snel uitgelegd, de kaart waaruit je trein vertrekt bevat bovendien nog een samenvatting van de spelregels en een duidelijk overzicht van hoeveel rondes er worden gespeeld bij elk spelersaantal. Het is dus niet nodig om steeds terug te grijpen naar de spelregels. Enerzijds denk je aan je eigen trein: ga je voor waardevolle wagons? Dan riskeer je dat het in de volgende ronde moeilijk wordt om een passende wagon aan te koppelen. Het kan ook interessant zijn om veel wagons van eenzelfde kleur na elkaar te plaatsen, die bonuspunten zijn dan mooi meegenomen. Anderzijds wil je wellicht ook wat rekening houden met de opdracht van de caboose-kaart én probeer je ervoor te zorgen dat je de beste kaarten niet doorgeeft aan je tegenstander. Je hebt dus wel wat dingen in de hand, maar er is toch ook wel een geluksfactor, want elke speler neemt één extra kaart op hand en je kan natuurlijk nooit voorspellen welke kaart dat zal zijn. Die geluksfactor stoorde ons helemaal niet. Het spel is leuk met alle spelersaantallen, maar vooral met twee spelers leggen wij het erg graag op tafel. Je hebt dan alles net iets beter in de hand aangezien je nu ook kan redeneren welke kaarten er terug bij jou zullen komen. Zelfs na een tiental speelsessies beleven wij nog steeds veel plezier aan Yardmaster Express, ook grotendeels door de caboose-kaart die steeds anders is. Benieuwd of deze het zal maken tot onze reeks Tafelporselein!

Conclusie: Yardmaster Express is subliem in zijn eenvoud.

Yardmaster ExpressYardmaster Express

Auteur: David Short
Uitgever: Crash Games
Aantal spelers: 2 – 5
Tijdsduur: ± 5 min.
Vanaf 13 jaar